Les 3: Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Werkwoordspelling
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoordspelling

Slide 3 - Tekstslide

Vorige les
Persoonsvormen (t.t/v.t)
Voltooid deelwoorden








Slide 4 - Tekstslide

Deze les
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord




Slide 5 - Tekstslide

PVTT

Het vliegtuig [landen] om 10:00 uur op Schiphol.

Slide 6 - Open vraag

PVVT

De docenten [tasten] in het duister, waar het die bijzonder hoge cijfers betrof.

Slide 7 - Open vraag

(Voltooid deelwoord)
Ik heb aan die beslissing geen consequenties verbonden.

Slide 8 - Open vraag

(onvoltooid deelwoord)
(Rennen) ging de jongen naar school.

Slide 9 - Open vraag

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
  • Het voltooid deelwoord kan ook als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt. 

  • Het voltooid deelwoord staat dan voor een zelfstandig naamwoord. Het zegt dan iets over een zelfstandig naamwoord (mensen, dieren, dingen of planten).




Slide 10 - Tekstslide

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
(Zwakke werkwoorden)
  • Je schrijft het zo kort mogelijk op bij zwakke werkwoorden.

  • De verbrede straat ligt vol zand 
  • (ik heb verbreed)
  • De gevluchte crimineel is opgepakt 
  • (Ik ben gevlucht)
  • De afgebrande schuur wordt opgeruimd



  • Maar let op: de verrotte appel

Slide 11 - Tekstslide

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
(Sterke werkwoorden)
  • De voltooid deelwoorden van sterke werkwoorden eindigen vaak op -en.
  • Als het voltooid deelwoord op -en eindigt, dan schrijven we het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord ook met 
  • De gelopen afstand was erg groot. (Ik heb gelopen)  
  • De gebraden kip smaakte heerlijk. (Ik heb gebraden) ((braden, geen sterk ww))
  • Het geslagen kind werd erg boos. (Ik ben geslagen)
  • Het vergeten boek lag nog jaren in de kast. (Ik ben vergeten)
  • Kom je er niet uit of een het lang of kort geschreven moet worden? Vraag jezelf dan af wat het voltooid deelwoord is door Ik ben...., ik heb..., ik word...,.


Slide 12 - Tekstslide

De ....... noten smaakten erg zout. (braden)

Slide 13 - Open vraag

Het ...... vlees smaakte heerlijk. (bakken)

Slide 14 - Open vraag

De ....... leraar stond met keelpijn voor de klas. (hoesten)

Slide 15 - Open vraag

De (redden) schipbreukelingen werden (ondervragen).
A
geredden, ondervraagt
B
geredde, ondervraagt
C
geredde, ondervraagd

Slide 16 - Quizvraag

De ....... agent begroette iedereen erg vrolijk. (lachen)

Slide 17 - Open vraag

Het ...... paard wilde het meisje niet meer dragen. (hinniken)

Slide 18 - Open vraag

1: Het schilderij is gestolen. Het (stelen) schilderij.

Slide 19 - Open vraag

2: Het boek is verkocht. Het (verkopen) boek.

Slide 20 - Open vraag

Het schip is gestrand. Het (stranden) schip.

Slide 21 - Open vraag

De afstand is gerend. De (rennen) afstand.

Slide 22 - Open vraag

De brief is gepost. De (posten) brief.

Slide 23 - Open vraag

Het huis is afgebrand. Het (afbranden) huis.

Slide 24 - Open vraag

De envelop is gesloten. De (sluiten) envelop.

Slide 25 - Open vraag

De envelop is geopend. De (openen) envelop.

Slide 26 - Open vraag

De muren waren mooi geverfd. De (verven) muren.

Slide 27 - Open vraag

Wat ging goed?

Slide 28 - Tekstslide

Ik weet wat bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord is

Ja
Nee
Een beetje

Slide 29 - Poll

Ik weet hoe ik moet achterhalen of ik een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord kort of lang schrijf

Ja
Nee
Een beetje

Slide 30 - Poll