De bijvoeglijke bijzin

• Latijn
• Secundair onderwijs

Oef. 3: Torquatus deel 1

1. determineer qui

1. nom. m. enk. van qui
2. nom. m. mv. van qui
3. nom. o. enk van qui
4. nom. o. mv. van qui

Extra bij zin 1:
oppugnaverat: welke tijd?

1. perfectum
2. plusquamperfectum
3. futurum exactum
4. imperfectum

Extra bij zin 1:
oppugnaverat is ... ten opzichte van de hoofdzin?

1. voortijdig
2. gelijktijdig
3. natijdig

zin 2

3. quem: functie: ... bij ....

1. O bij audebat
2. LV bij audebat
3. O bij rumpere
4. LV bij rumpere

4. vir, ... habet: functie

1. O
2. LV
3. MV
4. NWD

4. Vertaal vlot: vir... procedat

5. cuius: determineer

1. gen. m. enk.
2. gen. v. enk.
3. gen. o. enk.
4. dat. o. enk.

6. Vertaal vlot: Quicumque audiut...

7. geef het antecedent van quae

1. me
2. ea
3. familia
4. ortum

7. geef de functie van quae

1. O bij ortum
2. O bij deiecit
3. LV bij ortum
4. LV bij deiecit

8. qui: welke functie

1. O bij circumstabant
2. V bij circumstabant
3. O bij videbatur
4. V bij videbatur

8. Nonnullis Romanis, qui circumstabant: welke functie

1. O bij circumstabant
2. V bij circumstabant
3. O bij videbatur
4. V bij videbatur

9. Geef het antecedent van quem

10. vlotte vertaling: ob quam victoriam