Toets 4 Kader Snitzelparadijs

Toets Nederlands
Vragen over het Snitzelparadijs
4 Kader
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Toets Nederlands
Vragen over het Snitzelparadijs
4 Kader

Slide 1 - Tekstslide

1. Wat valt op aan het gedrag van mevrouw Meerman tijdens het sollicitatiegesprek met Nordip? Dat mevrouw Meerman

A
Nordip erg aantrekkelijk vindt.
B
Nordip een beetje eng vindt.
C
Nordip maar saai vindt.

Slide 2 - Quizvraag

2. Wat bedoelt mevrouw Meerman met haar opmerking dat De Blauwe Gier ‘de wereld in het klein is’?
A
Dat Nordip bij De Blauwe Gier veel kan leren over hoe het er in de wereld aan toe gaat
B
Dat de Blauwe Gier een klein hotel is waar de mensen elkaar allemaal goed kennen
C
Dat er in hotel De Blauwe Gier veel bekende mensen vanuit de hele wereld komen

Slide 3 - Quizvraag

3. Mevrouw Meerman laat Nordip camerabeelden van de keuken zien. Hoe kun je die beelden het beste omschrijven?
A
wordt hard gewerkt.
B
wordt ruzie gemaakt.
C
is het een wanorde.

Slide 4 - Quizvraag

4. Nordip maakt kennis met de chef. Hoe kun je de reactie van de chef tijdens de kennismaking het best omschrijven?
De chef reageert:
A
geïrriteerd.
B
belangstellend.
C
futloos.

Slide 5 - Quizvraag

5. Wat vindt de chef van Sander?
A
Hij waardeert zijn grote inzet.
B
Hij vindt hem nogal een slijmbal.
C
Hij ziet hem als een concurrent.

Slide 6 - Quizvraag

6. De binnenkomst van Agnes wordt op een opvallende manier gebracht. Wat wordt hierdoor duidelijk?
A
dat Nordip in dit restaurant niet op z’n plek is
B
dat Nordip ook normale collega’s heeft
C
dat Nordip onder de indruk van Agnes is

Slide 7 - Quizvraag

7. Agnes is een kwartier te laat op haar werk gekomen. Hoe gaat de chef daarmee om?
A
Hij vertelt haar voorzichtig dat ze niet te laat mag komen.
B
Hij heeft er begrip voor dat ze te laat komt.
C
Hij dreigt haar te ontslaan als ze nog een keer te laat komt.

Slide 8 - Quizvraag

8. Waarom zegt Nordip tegen zijn vader dat hij in de bibliotheek werkt in plaats van in ‘De Blauwe Gier’?
A
Zijn vader denkt dat hij in de bibliotheek meer kan verdienen.
B
Omdat Nordips vader werken in de bibliotheek veel belangrijker vindt dan in zo’n restaurant tussen mensen met een migratie-achtergrond.
C
Zijn vader vindt dat Nordip beter tussen de Nederlandse mensen kan werken.

Slide 9 - Quizvraag

9. Welke plannen heeft de vader van Nordip met zijn zoon?
A
Hij wil dat hij technisch ingenieur wordt.
B
Hij wil dat Nordip een leidinggevende functie bij ‘De Blauwe Gier’ krijgt.
C
Hij wil dat zijn zoon arts wordt.

Slide 10 - Quizvraag

10. Welke plannen hebben ze met Agnes bij ‘De Blauwe Gier’?
A
Zij wordt daar de chef-kok als ze het keukenwerk goed beheerst.
B
Zij moet het hele hotel-restaurant overnemen.
C
Ze wordt de manager van alle hotelkamers.

Slide 11 - Quizvraag

11. Wat is de belangrijkste overeenkomst tussen Nordip en Agnes?
A
Ze zijn beiden blij met hun werk.
B
Beiden zijn slimmer dan de gemiddelde werknemer van ‘De Blauwe Gier’.
C
Ze kunnen allebei goed met de chef in de keuken opschieten.

Slide 12 - Quizvraag

12. Wat is het grootste verschil tussen Nordip en Agnes?
A
Hun humor.
B
Hun doorzettingsvermogen.
C
Hun afkomst.

Slide 13 - Quizvraag

13. Wat wordt duidelijk bij de scène met de slagroommachine?
A
dat Nordip onhandig is met apparaten
B
dat Sander de verkeerde instructie heeft gegeven
C
dat nieuwelingen voor de gek worden gehouden

Slide 14 - Quizvraag

14. Na de 'slagroomdouche' loopt Nordip met zijn lunch door de kantine. Wat kun je uit zijn houding opmaken?
Nordip is:
A
onaangedaan.
B
vernederd.
C
boos

Slide 15 - Quizvraag

15. Agnes spreekt Nordip aan in de keuken. Ze vraagt of hij een oogje op haar heeft. Waarom doet ze dat?
A
omdat ze niet wil dat hij zo naar haar kijkt
B
omdat ze hem uit de tent wil lokken
C
omdat ze hem belachelijk wil maken

Slide 16 - Quizvraag

16. Nordip zegt tegen Agnes dat hij geen zin meer heeft in dat kinderachtige gedoe van de collega's. Hoe reageert Agnes daarop?
A
teleurgesteld
B
ze lacht hem uit
C
opgelucht

Slide 17 - Quizvraag

17. Wat zijn Amimoen en Mo van plan met Nordip?
A
Ze willen er met hem voor zorgen dat Sander ontslagen wordt.
B
Ze willen hem helpen zich staande te houden bij ‘De Gier’
C
Ze willen samen met hem ‘De Blauwe Gier’ overnemen.

Slide 18 - Quizvraag

18. Waarom vluchten veel werknemers het dak op als de arbeidsinspectie komt?
A
Ze zijn bang omdat ze geen goed werk verrichten.
B
Ze zijn illegaal in Nederland en mogen niet werken.
C
Dat moet van de chef-kok.

Slide 19 - Quizvraag

19. Hoe kun je Amimoen het beste omschrijven?
A
Hij overschat zichzelf.
B
Hij is goedgelovig.
C
Hij is bescheiden

Slide 20 - Quizvraag

20. Waarom is Nordip geen ‘echte mocro’ volgens Amimoen?
Omdat hij veel te
A
zachtaardig is
B
serieus is
C
angstig is

Slide 21 - Quizvraag

21. Terwijl Agnes bij een gast op schoot zit, zegt Nordip dat ze naar de keuken moet gaan. Waarom zegt hij dat?
A
omdat Agnes in de keuken iets belangrijks moet doen
B
omdat hij haar wil redden uit een ongemakkelijke situatie
C
omdat hij boos is op Agnes omdat ze met gasten aanpapt

Slide 22 - Quizvraag

22. Vervolgens zegt Nordip tegen de gasten dat de schnitzels op zijn.
Hoe reageren ze?

A
Ze durven niks te zeggen.
B
Het maakt ze niks uit.
C
Ze tonen begrip

Slide 23 - Quizvraag

23. In de disco biedt Nordip Ali een biertje aan. Hoe reageert Ali daarop?
A
Hij is aangenaam verrast.
B
Hij vindt het heel gewoon.
C
Hij is achterdochtig.

Slide 24 - Quizvraag

24. Wat blijkt tijdens de fietstocht naar huis nadat ze op stap zijn geweest?
Agnes en Nordip

A
hebben grote carrièreplannen.
B
vinden het wel prima bij ‘De Gier’.
C
zitten in een vergelijkbare thuissituatie.

Slide 25 - Quizvraag

25. Wat is de belangrijkste reden dat Nordip met Agnes mee naar haar huis fietst?
A
Hij wil haar opnieuw zoenen.
B
Hij wil dat ze veilig thuiskomt.
C
Hij wil weten waar ze woont.

Slide 26 - Quizvraag

26. Hoe kun je het karakter van Nordip het beste omschrijven?
A
goedgelovig
B
vasthoudend
C
nieuwsgierig

Slide 27 - Quizvraag

27. Hoe kun je het karakter van Agnes het beste omschrijven?
A
aarzelend
B
verwaand
C
zelfverzekerd

Slide 28 - Quizvraag

28. In deze film wordt voortdurend een grapje herhaald. Welk grapje is dat?
A
Er worden veel originele scheldwoorden gebruikt.
B
Accenten worden erg overdreven.
C
Mensen spreken Nordips naam steeds verkeerd uit.

Slide 29 - Quizvraag

29. Nordip heeft slaande ruzie met Sander, nadat Nordip bij mevrouw Meerman is geweest. Waarom is dit?
A
Sander heeft hem verraden bij mevrouw Veerman.
B
Nordip wil hulpkok in de keuken worden.
C
Nordip wil dat Sander afwasser wordt.

Slide 30 - Quizvraag

30. Hoe reageert de vader van Agnes als hij Nordip in het restaurant ziet?
A
Hij begroet hem enthousiast.
B
Hij wil graag dat Nordip weggaat.
C
Hij wil dat Nordip zijn excuses aan Agnes aanbiedt.

Slide 31 - Quizvraag

31. Hoe zou je chef Willem (Frank Lammers) omschrijven?
A
Kalm
B
Gedreven
C
Ongeïnteresseerd

Slide 32 - Quizvraag

32. Eigen mening: Wat vond je van de film? Gebruik 2 beoordelingswoorden en geef ook voorbeelden uit de film. Dus: Ik vond het ...., omdat dit en dat gebeurde..

Slide 33 - Open vraag

33. Welk personage sprak je het meest aan en waarom?

Slide 34 - Open vraag

Dit was de toets
Heb je alle vragen beantwoord? 
Goed zo! Je cijfer zal snel volgen.

Slide 35 - Tekstslide