Laatste les 4GT AK

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
aardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Laatste les AK

les 1. 
Oefenen met weerkaarten 
Les 2

 laatste tips

- feedback voor mij

- en dan?? Cake :) 

Slide 2 - Tekstslide

Oefenen met weerkaarten
Informatie aflezen van weerkaarten, waaronder het herkennen van hoge- en lagedrukgebieden en bijbehorende windrichtingen.


Slide 3 - Tekstslide

Niet overal hetzelfde. 

Hangt af van hoe warm of koud de lucht is.
Hoge- en lagedrukgebieden


Luchtdruk

Slide 4 - Tekstslide

Weerkaarten

Slide 5 - Tekstslide

Lage druk
Lage druk = stijgende lucht
  • warme lucht
  • gewicht van die lucht is laag.
  • Symbool op de kaart = L
  • druk: rond 1000 hPa


Welk weertype hoort bij L?
  • wolken
  • neerslag
  • koel in de zomer
  • zacht in de winter
De natuur wil overal een gelijke druk creëren, daarom is er altijd een luchtstroom van een hoge drukgebied naar een lage druk gebied. Dit voel je als wind! Regel: Altijd van hoog naar laag!

Slide 6 - Tekstslide

Hoge druk 
Hoge druk = dalende lucht
  • koude lucht
  • deze lucht is zwaar.
  • Symbool op de kaart = H
  • druk: rond 1020 hPa

Welk weertype hoort bij H?
  • geen bewolking
  • warm in de zomer
  • koud in de winter
De natuur wil overal een gelijke druk creëren, daarom is er altijd een luchtstroom van een hoge drukgebied naar een lage druk gebied. Dit voel je als wind! Regel: Altijd van hoog naar laag!

Slide 7 - Tekstslide

Waar in het plaatje is het warm?
De lucht wil zichzelf aanvullen waar een tekort is. 

Lucht stroomt dus altijd van HOOG NAAR LAAG.  
Dit noem je wind. 

Hoe hoger de luchtdrukverschillen, hoe harder het waait. 


Slide 8 - Tekstslide

Isobaren
Op deze kaart staan isobaren (lijnen).
De isobaren laten drukverschil zien.
Hoe dichter de isobaren bij elkaar liggen, hoe harder het waait.

Slide 9 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1. Maak in  3 tallen de vragen op je werkblad. 
2. Overleg met elkaar! 

3. Klaar met de opdrachten?
Examenopdrachten staan klaar in lessonup!


4: .  Laatste 10 min Bespreken 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Klaar? Tijd over. 
Les met examenvragen 

Slide 14 - Tekstslide

#1 & #2
  • Zorg dat je de actualiteit van de onderwerpen kent
Op het Aardrijkskunde examen VMBO komen een aantal kernthema’s terug. Verdiep je in deze thema’s en zorg dat je ongeveer weet wat er nu speelt. Google bijvoorbeeld eens op het waterbeheer van China of het Midden-Oosten. Bekijk ook eens of er in de laatste jaren droogte is geweest in Spanje, of welke orkanen er in Amerika zijn geweest. De vragen op het Aardrijkskunde examen VMBO zijn soms gericht op actuele problemen.

  • Bestudeer landkaarten
Het Aardrijkskunde examen VMBO gaat over Nederland, Spanje, China, de Verenigde Staten en het Midden-Oosten. Zoek deze landen eens op via Google maps of in een atlas. Zorg dat je de belangrijkste steden en rivieren kent. Als thema’s voor het Aardrijkskunde examen zich richten op bepaalde gebieden, bestudeer deze dan ook. Er is een grote kans dat je landkaarten zult moeten bestuderen tijdens het Aardrijkskunde examen.

Slide 15 - Tekstslide

#3 & #4
  • Zorg dat je de verschillen tussen landen kent
Op het Aardrijkskunde examen VMBO worden onderwerpen besproken die op meerdere landen van toepassing zijn. Zorg dat je de verschillen tussen landen kent. Nederland heeft bijvoorbeeld een ander klimaat dan Spanje. Kijk goed welke landen er naast elkaar worden gezet en zorg dat je de verschillen tussen landen kunt uitleggen.

  • Zorg dat je de weerelementen en klimaten kent
Op het examen moet je de verschillende klimaten kennen. Tropische regenklimaten, zeeklimaten, droge klimaten, landklimaten en sneeuw- en ijsklimaten: je moet ze allemaal kennen. Je moet weten waar ze voorkomen en wat de eigenschappen van deze klimaten zijn. Daarnaast moet je de verschillende weerelementen kennen. De weerelementen zijn temperatuur, neerslag, luchtdruk, wind en bewolking. Deze moet je kunnen herkennen.

Slide 16 - Tekstslide

#5 & #6

  • Zorg dat je weet hoe landen met water omgaan
Verschillende landen gaan anders om met water. In Nederland wordt het waterbeheer geregeld door de waterschappen en Rijkswaterstaat. Zorg dat je ook weet hoe er in het Midden-Oosten en in China met water wordt omgegaan. Hiervoor moet je weten welke grote rivieren er in deze landen zijn en wat de eigenschappen zijn van deze rivieren. Denk aan de Jangtsekiang in China. De industrie loost veel afval in deze rivier. Hierdoor is de rivier zwaar vervuild. Dit is weer een probleem voor gebieden die afhankelijk zijn van het drinkwater van deze rivier.

  •  Zorg dat je weet wat de gevolgen zijn van de bevolkingsontwikkelingen
Op het examen Aardrijkskunde wordt ingegaan op de bevolkingsontwikkeling in Nederland en Duitsland. Dit heeft verschillende gevolgen. Denk aan de gevolgen voor de leeftijdsopbouw, waaronder vergrijzing. Maar denk ook aan de bevolkingsdichtheid en verstedelijking. Ten slotte moet je ook in kunnen gaan op de bevolkingsontwikkelingen in China. Denk hierbij vooral aan de één-kind politiek en het systeem van de hukou.

Slide 17 - Tekstslide

#7
  • Zorg dat je de problemen van Chinese steden kent
China telt meerdere steden met vele miljoenen inwoners. Ook is er sprake van verstedelijking, waarbij bewoners van het platteland naar de stad trekken. Dit zorgt voor overbevolking. Daarnaast is er sprake van luchtvervuiling. De binnensteden van Shanghai of Beijing hangen vaak vol smog. Ten slotte speelt watervervuiling een rol. De industrie dumpt namelijk afval in rivieren, wat weer effect heeft op de kwaliteit van het water.

Slide 18 - Tekstslide

Hoe kan je je voorbereiden?

Slide 19 - Woordweb

voorbereiden
  • eindexamensite.nl
  • examenblad.nl
  • methodesite
  • VO content 

  • leerboek samenvatten

  • AK Kennisclips 
  •  oefenen

Slide 20 - Tekstslide

Hoe zou je de AK lessen in het geheel willen behoordelen?
110

Slide 21 - Poll

Hoe zou je mij als docent beoordelen?
110

Slide 22 - Poll

Ik zou graag een tip van je willen krijgen om mijn lessen nog beter te maken.

Slide 23 - Open vraag

Wat is je het meest bijgebleven van de AK lessen van afgelopen jaar?

Slide 24 - Open vraag

Dank!
Ik heb enorm genoten, dank voor jullie inzet en eerlijkheid! 

Slide 25 - Tekstslide