Herhalen Lezen H1 t/m H5

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lezen

Basiskennis (brugklas)

'Je bekijkt de tekst in het geheel en leest de eerste alinea.'

Welke leesstrategie wordt hier beschreven?

1. Globaal lezen
2. Oriënterend lezen
3. Precies lezen
4. Kritisch lezen

De tekstsoort is: een flyer bij de tandarts over hoe je je tanden moet poetsen.

Wat is het tekstdoel?

1. Informeren
2. Activeren
3. Overtuigen
4. Amuseren

Het tekstdoel is: activeren

Wat is de tekstsoort?

1. Een handleiding van de Ikea
2. Een betoog over een rookverbod
3. Een zelfhulpboek
4. Een uitnodiging naar een feestje

Wat zijn de twee functies van een inleiding?

Is de volgende stelling waar of niet waar?

De hoofdgedachte van een tekst kun je altijd letterlijk overnemen uit de tekst.

1. Waar
2. Niet waar

Lezen H1 t/m H5

Welk signaalwoord hoort bij een oorzakelijk verband?

1. Kortom
2. Zoals
3. Doordat
4. Maar

De signaalwoorden zijn:
Ten eerste, ook, verder, en.

Wat is het tekstverband?

1. Chronologisch verband
2. Opsommend verband
3. Doel-middel verband
4. Redengevend verband

Wat is het argument in de volgende zin?

Ik vind Netflix erg leuk, omdat je uit veel verschillende series en films kunt kiezen.

1. 'Ik vind... erg leuk'
2. 'Omdat je... kunt kiezen'

Wat is een kernzin?

Is de volgende stelling waar of niet waar?

Het standpunt in een betoog vind je terug in de inleiding en het slot.

1. Waar
2. Niet waar

Instagram is een van de grootste platformen net als Tiktok.

Welk verband zie je hier?

1. Vergelijkend verband
2. Tegenstellend verband
3. Samenvattend verband
4. Doel-middel verband

Je docent zegt: 'als je te laat bent, moet je een brief je halen.'

Is dat een feit of een mening?

1. Feit
2. Mening

Instagram is leuker dan TikTok, want met Instagram kun je ook TikTok filmpjes bekijken.

Is dit een feit of een mening?

1. Feit
2. Mening

Een influencer die speciale oortjes promoot op Instagram.

Betrouwbaar of onbetrouwbaar?

1. Betrouwbaar
2. Onbetrouwbaar

Is de stelling waar of niet waar?

Een objectieve tekst staat vol met meningen en argumenten.

1. Waar
2. Niet waar

Noem drie dingen waar je op moet letten als je gaat bepalen of een tekst betrouwbaar is of niet.

Lees deze inleiding en beantwoord op de volgende pagina een vraag over de manier waarop het onderwerp wordt geïntroduceerd:

Op welke manier introduceert de schrijver het onderwerp bij tekst: Gamen slecht voor jongeren? Echt niet!

1. Voorbeeld
2. Anekdote (verhaaltje)
3. Bijzondere situatie schetsen

Lees deze inleiding en beantwoord op de volgende pagina een vraag over de manier waarop het onderwerp wordt geïntroduceerd:

Op welke manier introduceert de schrijver het onderwerp bij tekst: Kinderen op bestelling?

1. Voorbeeld
2. Anekdote (verhaaltje)
3. Bijzondere situatie schetsen

Wat is het deelonderwerp alinea 2?

Wat is het deelonderwerp van alinea 2?

1. artiestennaam
2. bedriegers
3. onveilig
4. praktisch

Wat is het deelonderwerp van alinea 3?

1. hordes bewonderaars
2. bedriegers
3. artiestennaam
4. praktisch

Wat is het deelonderwerp
van alinea 4?

1. hordes bewonderaars
2. artiestennaam
3. praktisch
4. onveilig