Puzzelen les 1

Puzzelen les 1
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Wiskunde/NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Puzzelen les 1

Slide 1 - Tekstslide

Bij iedere puzzel!
We gebruiken een potlood en een gum, zodat we eventuele fouten weer kunnen verbeteren.
Vaak is er n.l. geen ruimte om een fout door te strepen en je verbetering erbij te zetten.
Typp-ex werkt niet echt fijn en is op school niet toegestaan.
Er bestaan ook speciale puzzelpennen, die ook uit te "gummen" zijn, dat werkt ook fijn.

n.l. = namelijk

Slide 2 - Tekstslide

Wel
Niet

Slide 3 - Tekstslide

Ga voor zekerheid
Bij een puzzel vullen we alleen iets in als we zeker denken te zijn zijn van ons antwoord.
Bij twijfel laten we het nog even open.

Slide 4 - Tekstslide

Filippine

Bij de eerste (quiz) filippine willen we het woord vinden in de bovenste balk.
Het woord weten we als we met de puzzel ontdekt hebben welke letters horen bij  3, 4, 5, 11, 15, 16 en 22 (klein gedrukt).
Natuurlijk willen we ook alle woorden van de opdracht 1 t/m 26 (in de donkere vakjes aangegeven) oplossen.
Van ieder woord weten we al 1 letter (op volgorde) van het alfabet.

Slide 5 - Tekstslide

Neem deze puzzel erbij

Slide 6 - Tekstslide

Waar ging het dus om?

Het woord vinden in de bovenste balk.
Welke letters horen bij  3, 4, 5, 11, 15, 16 en 22 (klein gedrukt).
Alle woorden van de opdracht 1 t/m 26 (in de donkere vakjes aangegeven) oplossen.
Let op het alfabet.

Slide 7 - Tekstslide

We gaan opdracht 1 bekijken

Slide 8 - Tekstslide

Drie stippen
Aan de drie stippen zie je dat het gaat om een categorie.


1. Tot welke categorie horen de konijnenbout, de hazenpeper en de reerug?
Na wat zelf denken, een hint (er moet een A in zitten), wat puzzelen en misschien wat overleg komen we op ...

Slide 9 - Tekstslide

Invullen
wildbraad

We vullen bij 1 wildbraad in.

In het vakje met de W staat een kleine 9. Nu mag je alle vakjes met een 9 met W vullen. Bij de L staat een 22. Alle vakjes met een 22 krijgen nu een L. Ga zo verder.

Slide 10 - Tekstslide

Controle
  • Heb je bij het invullen ook in de bovenste balk ook al 5 vakjes ingevuld?
  • Bij oplossing 1 heb je bij de derde letter een D ingevuld. Dat vakje heeft nummertje 18. De laatste letter van oplossing 1 heeft ook nummertje 18, dat moet dus ook een D zijn.
  • Soms vul je bij het overbrengen van de letters iets in, waarbij je merkt dat je iets verkeerd gedaan hebt. De letters komen bijvoorbeeld bij een ander woord in een combinatie, die niet kan. Zoek dan de fout en verbeter, die dan meteen.

Slide 11 - Tekstslide

We gaan naar opdracht 2 en 3

Slide 12 - Tekstslide

Geen speciale aanwijzing
De opdracht en vraag bij opdracht 2 en 3 spreken voor zich.
Als je één of zelfs beide antwoorden weet mag je ze invullen anders laten we ze nog even open staan.

Hint van de juf: opdracht 3 heeft met natuurkunde te maken.

Slide 13 - Tekstslide

We gaan naar opdracht 4

Slide 14 - Tekstslide

Spreekwoorden en gezegden
  • Je herkent deze vraag aan het kader.



  • Je moet hier op zoek naar het ontbrekende woord van het spreekwoord of gezegde, dat op de stipjes past.

Slide 15 - Tekstslide

Invullen
modderschuit

We vullen bij 4 modderschuit in.

Het kan door het overbrengen van de juiste letters, dat je opdracht 2 en/of 3 nu (wel) weet en gaat invullen. Je kan ze ook later nog een keer nalopen en invullen.

Slide 16 - Tekstslide

Hints.

  • Opdracht 5 en 11 hebben een heel licht vraagteken op de achtergrond.
  • Hier staan meestal 3 verschillende hints.
  • Deze hints moeten je naar 1 woord brengen.

  • Bij de opdrachten 6, 12, 15 en 17 moet de foto je de oplossing van 1 woord geven.

Slide 17 - Tekstslide

Icoontjes
  • Icoontje bij vraag 10 geeft aan, dat het met kunst te maken heeft.                 In dit geval een titel van een schilderij. Het had ook de naam van een museum kunnen zijn.
  • Icoontje bij vraag 19 geeft aan, dat het met film te maken heeft.                       Ook hier een titel, maar het had ook een regisseur kunnen zijn.
  • Icoontje bij vraag 24 geeft aan, dat het met muziek te maken heeft.               In dit geval gaat het om een zangeres. Een songtitel had ook gekund.
  • Icoontje bij vraag 25 geeft aan, dat het met televisie te maken heeft.              Hier graag een bekende van de televisie. Tv-programma komt ook voor.

Slide 18 - Tekstslide

Begreep je vast zelf al
De verticale dikkere
streepjes bij de opdrachten 14, 21 en 23 geven  
de scheiding tussen
woorden aan.

Het antwoord van de oplossingen bestaat, dus uit meerdere woorden.

Slide 19 - Tekstslide

Tekstwolk


  • Bij vraag 16 staat de tekst in een wolkje.
  • De tekst is een bekende uitspraak.
  • Op de stipjes past één woord.
  • Het gevonden woord vul je in de puzzel in.

Slide 20 - Tekstslide

Puzzelen
Bij puzzelen gaat het erom, dat je op eigenkracht of in een tweetal probeert de oplossing te vinden.
Mocht je iets niet weten, dan kan je de puzzel ook even wegleggen en later nog eens bekijken of het antwoord je toch te binnen schiet (tijdens de GPL gaat dat niet echt).
Als laatste redmiddel kan je ook iets opzoeken.
 Er bestaan speciale puzzelboeken, maar online
 kan je ook veel vinden.

Slide 21 - Tekstslide

Klaar?



  • Als je alles hebt ingevuld ga je nakijken.
  • Verbeter evt. je fouten.
  • Let ook op spelling! 
  • Leer van je fouten, zodat je het volgende keer                                                    beter doet en/of weet.




evt. = eventueel = in voorkomend geval

Slide 22 - Tekstslide

Einde les 1













Antwoorden ook op volgende dia te zien.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide