2. Eind terreur en Napoleon Bonaparte

Wat is een grondwet?
A
Wet waarin staat wat de grondrechten van burgers zijn
B
Wet waarin staat welk stuk land van de koning is
C
Wet waarin staat tot welke stand iedereen behoort
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is een grondwet?
A
Wet waarin staat wat de grondrechten van burgers zijn
B
Wet waarin staat welk stuk land van de koning is
C
Wet waarin staat tot welke stand iedereen behoort

Slide 1 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van de verlichting?
A
optimisme
B
tolerantie
C
vrijheid van meningsuiting
D
absolutisme

Slide 2 - Quizvraag

Denk na over waar de Verlichting voor stond. Wat gooiden de Verlichters onder de guillotine?
A
De ratio (het verstand)
B
Altijd luisteren naar de kerk
C
De mens is van nature goed
D
De macht van het volk

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de Verlichting?
A
Een nieuwe manier van denken
B
De wetenschappelijke revolutie
C
De Renaissance

Slide 4 - Quizvraag

Verlichting is een gevolg van
...
A
wetenschappelijke revolutie
B
feodalisme
C
de Reformatie
D
plantagekoloniën

Slide 5 - Quizvraag

Wat was een aanleiding voor de bestorming van de Bastille?
A
De burgers hadden een hongersnood
B
De onthoofding van de koning
C
De koning riep het parlement bijeen
D
Franse bemoeienis met de oorlog in Amerika

Slide 6 - Quizvraag

De bestorming van de Bastille op 14 juli
A
is een detail van de Franse revolutie
B
wordt gezien als begin van de Franse revolutie
C
is het begin van de oorlog tegen Engeland
D
is een storm in een glas water

Slide 7 - Quizvraag

Geen macht voor de koning
Na de bestorming van de Bastille was de koning zijn macht kwijt.

Der nationale vergadering 

Oostenrijk en Pruisen werden aangevallen



Slide 8 - Tekstslide

Terreur
- Robespierre 

- Marie-Antoinette en Lodewijk XVI onthoofd

- Robespierre onthoofd

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Napoleon als keizer
Napoleon's rijk

Slide 12 - Tekstslide

Wie waren de slachtoffers van de 'Terreur'?
A
Geestelijken
B
De adel
C
De derde stand
D
Iedereen

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de terreurjaren van de Franse Revolutie?
A
Een nationale feestdag die meerdere dagen per jaar terug kwam.
B
Jaren waarin het Franse volk onderdrukt werd met geweld.
C
Jaren waarin Frankrijk in oorlog was met veel landen in Europa.
D
De regeringsperiode van Lodewijk Terreur.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is terreur?
A
Dreigen met geweld.
B
De guillotine inzetten.
C
Belangrijkste wet van een land.
D
Macht uitoefenen door geweld te gebruiken.

Slide 15 - Quizvraag

Napoleon was onderdeel van de
A
Boeren en Burgers
B
Adel
C
Geestelijken

Slide 16 - Quizvraag

Door Napoleon:
A
Gebruiken we maten als meter, liter en kilo in Nederland
B
Heeft iedereen in Nederlandeen achternaam moeten nemen
C
Rijden we rechts op de wegen in Nederland
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 17 - Quizvraag

Wie was Napoleon?
A
Een Franse priester die voor de derde stand opkwam
B
Een Franse soldaat die wereldberoemd werd door zijn krijgskunst
C
Een Franse generaal die de macht overnam in Frankrijk en keizer werd
D
Een Franse edelman die het oneens was met de koning

Slide 18 - Quizvraag

Aantekening
  • Na de bestorming van de Bastille had de koning weinig macht meer. De nationale vergadering (3e stand) nam het over.  
  • Na het uitbreken van de revolutie was er totale chaos in het land. Er was een oorlog met Oostenrijk en Pruisen, mensen waren nog steeds arm en Robespierre zorgde voor terreur (=het zaaien van angst d.m.v. geweld). 
  • Nadat Robespierre was onthoofd nam Napoleon de macht over.
  • Hij behield. de grondwet grotendeels maar schafte wel het kiesrecht af. Hij was dus een dictator. Nadat hij Frankrijk onder controle had, veroverde hij andere landen. 

Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten 
1 t/m 5 maken
Klaar? --> Havo opdrachten

Slide 20 - Tekstslide