Stikken/verslikken

Greep van Heimlich
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Greep van Heimlich

Slide 1 - Tekstslide

Verslikken
Verstikken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

luchtwegbelemmering  - verslikking 

Slide 6 - Tekstslide

Verslikking


Een slachtoffer dat zich verslikt, moet hoesten. Er zit dan iets kleins vast in zijn keel.
Verstikking

Een slachtoffer dat zich verstikt, grijpt naar zijn keel. Hij kan geen adem meer kan halen. Er zit dan iets groots vast in zijn keel.

Slide 7 - Tekstslide

helpen bij verstikken: Heimlich

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een complicatie* van verslikken?
*probleem/nadeel
A
Slijmproductie
B
Ontstoken tong
C
Longontsteking
D
Verschuiving longvliezen

Slide 9 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij verslikken?
A
Er komt voedsel in de luchtpijp
B
Er komt lucht in de slokdarm
C
De huig sluit te laat
D
Er komt maagzuur omhoog

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Behandeling van een patiënt die een alcoholintoxicatie heeft bestaat uit:
A
Vitale functie's a 1 uur EMV, toedienen van vocht
B
Zuurstof (O2) toedienen, evt beademing op de ic
C
Infuus voor extra vochttoediening, lab controle (bloed) op alcoholpromilage
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Wanneer moet je in actie komen bij een insectenbeet?

Slide 20 - Open vraag

Welke acute symptomen heeft iemand met een allergische reactie?
A
Benauwdheid, Piepende ademhaling, tintelende tong
B
Gezwollen oogleden, tranende ogen.
C
Kriebelende tong, vlekjes over het lichaam, jeuk.
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Hoe noemen we een shock ten gevolge van een allergische reactie?
A
Hypovolemische shock
B
Anafylactische shock
C
Obstructieve shock
D
cardiogene shock

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

vragen
VRAGEN? 

Slide 27 - Tekstslide