Doel: een vraag wordt gesteld en vervolgens beantwoord
Inleiding: de vraag
Middenstuk: een of meerdere antwoorden met uitleg
Slot: samenvatting of conclusie
Signaalwoorden: wie, wat, waarom, hoe, waar..., het antwoord is, dat komt doordat
Voorbeeld: “Wat doet een influencer eigenlijk de hele dag?”