3-12-3vmIn der Bahnhofshalle

Im Bahnhof

In diesem Kurs lernst du wie du Fahrkarten für den Nahverkehr kaufen kannst und wie du dich am Bahnhof zurechtfindest.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Im Bahnhof

In diesem Kurs lernst du wie du Fahrkarten für den Nahverkehr kaufen kannst und wie du dich am Bahnhof zurechtfindest.

Slide 1 - Tekstslide

Formen des Nahverkehrs
mit dem Bus
mit der S-Bahn
mit der U-Bahn
mit dem Zug
mit der Straßenbahn

Slide 2 - Sleepvraag

die Schwebebahn
In Wuppertal gibt es eine einzigartige Form des Nahverkehrs: die Schwebebahn

Slide 3 - Tekstslide

Die Wuppertaler Schwebebahn
Sehe dir das Video an und beantworte diese Fragen:
Wie alt ist die Schwebebahn?
Wie viel Stationen gibt es?
Wie viel Personen transportiert die Schwebahn täglich?
Was ist der beliebste Sitzplatz in der Schwebebahn?
Wir schauen uns den Film 2 mal an. 



Slide 4 - Tekstslide


Was kostet ein 24-Stunden Ticket

Slide 5 - Open vraag


Du möchtest mit deinen Eltern zum Zoo mit der Schwebebahn. Was kostet das?

Slide 6 - Open vraag


Kannst du zurzeit (in diesem Moment) ein KombiTicket kaufen?

Slide 7 - Open vraag

Was gehört
zusammen?
Personen
Klasse
Reisedatum
Verkehrsmittel
Rückfahrt
ab sofort, heute, morgen, anderes Datum
1 Erwachsener / mehrere Erwachsene
am Tag der Hinfahrt oder anderes Datum
schnell (incl. ICE) oder langsam (alle außer ICE / EC / IC)
1. Klasse oder 2. Klasse

Slide 8 - Sleepvraag

das Gleis
der Bahnsteig
der Fahrplan
das Gepäck

Slide 9 - Sleepvraag

Plauderecke Kapitel 10
Nimm dein Buch und übersetze die Sätze aus Plauderecke Kapitel 10

Slide 10 - Tekstslide

Übersetze ins Deutsche:
Hier geradeaus und dann die zweite Straße links. Hier rechtdoor en dan de tweede straat links.

Slide 11 - Open vraag

Übersetze ins Deutsche:
Ja precies!

Slide 12 - Open vraag

Übersetze ins Deutsche:
Ik heb geen idee.

Slide 13 - Open vraag

Übersetze ins Deutsche:
Ik neem de bus.

Slide 14 - Open vraag

Übersetze ins Deutsche:
Vraagt u dat maar aan de conducteur.

Slide 15 - Open vraag

Welche Wörter zum
Thema 'Reisen' kennst
du noch?
Nicht im Buch schauen.

Slide 16 - Woordweb

Du sitzt im Zug
und hörst folgende Ansage.

Du bist verspätet weil:
Ansage
A
die Türen nicht schließen.
B
der Zug wartet auf Anschluss-Reisende.

Slide 17 - Quizvraag

Warum hält der Zug?


Ansage
A
Du bist beim nächsten Bahnhof und kannst aussteigen.
B
Dieser stopp ist nicht nach Plan. Ein Auto steht auf dem Gleis.
C
Dieser Stopp ist nicht geplant. Die Ursache ist unbekannt.

Slide 18 - Quizvraag

Wat wordt de passagiers
gevraagd?
Antwoord in het NL
Ansage

Slide 19 - Open vraag

Lesen - die Schwebebahn
Ihr werdet einen Text lesen über die Schwebebahn
in Wuppertal. 
Niveau: B1 / vmbo gtl

Slide 20 - Tekstslide

Geef van elk van de onderstaande beweringen aan
of deze wel of niet overeenkomt met alinea 1.
Type alleen wel of niet onder elkaar.
1 De nieuwe treinen moeten vele jaren mee kunnen gaan.
2 De nieuwe wagons mogen wel wat breder worden.
3 De studenten worden ondersteund door aankomende designers.
4 Het ontwerp voor de nieuwe treinen moet heel snel klaar zijn.

Slide 21 - Open vraag

„Die Wünsche der Fahrgäste“ (alinea 2)
Waarom mochten de gebruikers van de Schwebebahn meedenken?
Schrijf de eerste twee woorden op van de Duitse zin die de verklaring bevat.

Slide 22 - Open vraag

Welke wens van de gebruikers is al duidelijk zichtbaar in de eerste ontwerpen?
(alinea’s 1 en 2)

Slide 23 - Open vraag

Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke in Absatz 3?
aber = tegenstelling
außerdem = uitbreiding van argumenten
daher = conclusie

Slide 24 - Open vraag

Was geht aus dem letzten Absatz hervor?
Die Schwebebahn soll in Zukunft
A öfter fahren.
B schneller fahren.
C umweltfreundlicher fahren.

Slide 25 - Open vraag

Welke woorden m.b.t.
reizen met het OV
ken je nu in het Duits, zonder
in je boek te kijken?
Schrijf zelfst. nw. met lidwoord

Slide 26 - Woordweb