Werken in het restaurant deel A

Werken in het restaurant
* Voorbereidende werkzaamheden
* Onderhoud van apperatuur
* Restaurant bedrijfsklaar maken

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Consumptieve techniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Werken in het restaurant
* Voorbereidende werkzaamheden
* Onderhoud van apperatuur
* Restaurant bedrijfsklaar maken

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn voorbereidende werkzaamheden?
A
Stofzuigen
B
Poleren
C
dweilen
D
bestelling opnemen van de gast

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn gasten ruimte's ?
* Restaurants
* Toiletten
* Garderobe

Slide 3 - Tekstslide

Noem verschillende soorten
horeca bedrijven?

Slide 4 - Woordweb

Schoonmaak werkzaamheden
* Stofzuigen
* Dweilen
* Tafels schoonmaken
* Bar schoonmaken

Slide 5 - Tekstslide

Wat kan er nog meer schoongemaakt worden?

Slide 6 - Open vraag

Wat is reinigen?
A
Desinfecteren
B
Schoonmaken

Slide 7 - Quizvraag

Wat is desinfecteren?
A
Ontsmetten
B
Schoonmaken

Slide 8 - Quizvraag

Informatie schoonmaak etiket
* gebruiksaanwijzing
* Dossering
* Werking
* Veiligheidsvoorschriften

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn reinigingsmaterialen?

Slide 10 - Woordweb

In welke afdelingen komt facilitaire dienstverlening voor?
A
Huishoudelijke dienst
B
Bediening
C
Keuken
D
Bediening en huishoudelijke dienst

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de functies van de TD
* Verhelpen van storingen
* Onderhoud apparatuur
* Brandveiligheid
* Klaarzetten audiovisuele apparatuur

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent HACCP

Slide 13 - Open vraag

Welke soorten afwasmachines zijn er
A
Poleer machine
B
Continue en discontinue
C
Voorlader

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor soorten tafels zijn er?

Slide 15 - Woordweb

Wat is een gueridon?

Slide 16 - Open vraag

Waar denk je bij de aanschaf van tafels
* Materiaal
* Verplaatsbaarheid
* Afmeting
* Uistraling

Slide 17 - Tekstslide

Welke 6 P zijn belangrijk voor de horeca

Slide 18 - Woordweb

Waarom moet een restaurant netjes zijn

Slide 19 - Open vraag

Wat betekent letterlijk mice-en-place
A
Op zijn plaats zetten
B
Voorbereidende werkzaamheden
C
Snel werken
D
Mastiek maken

Slide 20 - Quizvraag

Mastiek maken
Gebeurt als de gasten er niet zijn

* Stofzuigen
* Bijvullen
* Etc

Slide 21 - Tekstslide

Noem nog 5 voorbeelden
van mastiek maken

Slide 22 - Woordweb

Welke verschillende soorten ruimtes zijn er?

Slide 23 - Open vraag

Twee belangrijke vaktermen
Met tafels opdekken

* Opdekken ( molton, tafellaken)
* Indekken ( Materialen die de gast gebruikt)

Slide 24 - Tekstslide

Wat wordt er verstaan onder linnengoed
A
Molton
B
Tafellinnen
C
Gebruikslinnen
D
lakens

Slide 25 - Quizvraag

Functie van een molton
* Geluidsdempend
* Voorkomt schuiven
* Beschermt het tafellinnen tegen beschadigen
* Zort dat het tafellinnen mooier blijft liggen

Slide 26 - Tekstslide

Hoeveel cm moet een tafellaken overhangen

Slide 27 - Open vraag

Wat zijn de vaste atributen?
* Bloemen
* Peper en zout
* Kaarsen

Slide 28 - Tekstslide

Wat is een commode

Slide 29 - Open vraag

Wat is poleren?
A
Glimmend maken van bestek of glaswerk
B
Schoonmaken
C
Desinfecteren
D
Poetsen van glaswerk en bestek

Slide 30 - Quizvraag

Wat ben je nodig voor
poleren?

Slide 31 - Woordweb

Slide 32 - Video

Wat is een couvert?

Slide 33 - Open vraag

Waar bestaat een standaard
couvert uit?

Slide 34 - Woordweb

Einde les

Slide 35 - Tekstslide