Kennisquiz katheteriseren
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Glijmiddel wordt gebruikt voor het ontsmetten, verdoven en/of openen van de plooien van het weefsel.
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Als er minder vloeistof in de ballon moet: vul de ballon helemaal en zuig daarna wat niet nodig is terug.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Maak een schoon werkveld en zet daarop de benodigdheden binnen handbereik. Dit doe je met handschoenen aan
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Bij het reinigen van de penis begin je met de urethra-opening?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Bij een man spuit je 10-15 ml glijmiddel langzaam in de urethra-opening.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Het inspuiten van het glijmiddel doe je met steriele handschoenen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Een penisklem kan gebruikt worden om de penis in de juiste positie te houden tijdens het katheteriseren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
De assistent opent de buitenverpakking van de katheter en reikt deze aan. Hij doet dit zonder de binnenverpakking aan te raken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Houd de katheter ongeveer 10 cm van de top vast met de katheteriserende hand.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Breng glijmiddel aan op de katheter voordat je de katheter inbrengt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Als je weerstand voelt: buig de penis naar achteren, richting het hoofd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Oefen lichte druk uit op het gebied van symfyse en schaambeen als er geen urine wordt afgevoerd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Na het vullen van de ballon trek je de katheter iets terug totdat je weerstand voelt
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Reinig bij de vrouw eerst de labia minora en daarna de labia majora
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
De katheter klaarmaken voor gebruik doe je met steriele handschoenen aan
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Een blaaskatheter die goed zit produceert op vaste tijden urine
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Een blaaskaheter voor eenmalig gebruik bevat hoeveel lumen
A
1
B
2
Slide 18 - Quizvraag
Wat wordt bedoelt met de charriere van een katheter?
A
opening
B
ballon
C
dikte
D
ventiel
Slide 19 - Quizvraag
Hoe noem je een katheter ingebracht via de buikwand?
A
verblijfskatheter
B
buikwand katheter
C
eenmalige katheter
D
suprapubisch katheter
Slide 20 - Quizvraag
urine die achterblijft in de blaas noem je......
A
retentie
B
residu
C
mictie
D
sediment
Slide 21 - Quizvraag
blaasspoelen kan een verstopping van de katheter voorkomen
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Wat betekent suprapubisch?
A
boven het schaambeen
B
onder het schaambeen
C
via de buikwand
Slide 23 - Quizvraag
blaaskramp kan je beperken door de ballon niet te vol te vullen
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quizvraag
blaasspoelvloeistof kan medicijnen bevatten
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Een urinekweek hoef je niet steriel op te vangen
A
Waar
B
Niet waar
