De en het woorden

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Lesoverzicht

- Wie is er wel en wie niet?

- Hoe gaat het met je?

- Verwachtingen

- Wat gaan we doen?

Zorg dat op de hoek van je tafel ligt:

- Je eigen leesboek.

- Het boek: De zee kwam door de brievenbus

- Nieuw Nederlands

- een schrift

- een pen/potlood

- Je huiswerk

Verwachtingen

Tijdens de les:

- luister je naar de instructie. Je praat niet door de leerkracht heen.

- doe je actief mee.

- Je let op jezelf.

- Je hebt je spullen bij je.

Wat gaan we doen?

- Huiswerk check

- Lezen in je eigen leesboek

- Samen lezen 'De zee kwam door de brievenbus.'

- De- en het- woorden

Huiswerk

Leg je schrift klaar waarin je huiswerk staat.

Hoe ging het met de persoonsvormen in de tegenwoordige en verleden tijd?

Ben jij klaar voor de toets?

De zee kwam door de brievenbus

In eigen woorden

Vertel mevrouw van Soest waar het boek over gaat en wat we tot nu toe hebben gelezen.

Zwemles (blz 20)

Waarom zou papa nu nog snel zwemles gaan geven?

Kunnen Liesje en Sjaan goed genoeg zwemmen om te overleven in de zee?

Naar zolder (blz 23)

Wat heeft de familie meegenomen naar de vliering?

Wat zou jij meenemen naar boven?

Leerdoel

Ik weet of een zelfstandig naamwoord het lidwoord de of het krijgt.

Weet je nog?

Zelfstandig naamwoord: Dieren, dingen of mensen.

lidwoord: de, het, een

Nieuw Nederlands

Lees samen de theorie op pagina 208

Maken in je schrift:

opdracht 1, 3, 4,5