10.4 druk

4 K NaSk
Hoofdstuk:
10

Paragraaf:
4: Druk

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4 K NaSk
Hoofdstuk:
10

Paragraaf:
4: Druk

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhalen stof uit vorige paragrafen
  • Uitleg over paragraaf 10.4
  • Moeilijke opgaven maken & bespreken
  • Aan de slag
  • Lesafsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Eerst kort herhalen

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn krachten?
Krachten kunnen een object van vorm of snelheid  veranderen.
Kracht      (F )           met de eenheid Newton    (N)

Tekenen we in een pijl. 
- Aangrijpingspunt
- Richting
- Grootte 

Slide 4 - Tekstslide

Zwaartekracht
De zwaartekracht is de kracht die de aarde uitoefent op voorwerpen. Door de zwaartekracht valt alles naar beneden.

Slide 5 - Tekstslide

Zwaartekracht
Rekenen aan de zwaartekracht:
Fz = massa * gravitatieconstante
Fz = m * g
 
g = 10 op aarde

dit geldt alleen op aarde

Slide 6 - Tekstslide

Zwaartekracht
Het zwaartepunt = het aangrijpingspunt van de zwaartekracht

De zwaartekracht werkt vanuit het zwaartepunt (altijd naar beneden!)

Slide 7 - Tekstslide

krachten tekenen

Slide 8 - Tekstslide

Soorten krachten
Er zijn verschillende soorten krachten, waaronder zwaartekracht (Fz), veerkracht (Fv), wrijvingskracht (Fw) en spankracht (Fs).

Slide 9 - Tekstslide

Evenwichtswet (hefbomen)
Berekenen van de krachten in hefbomen

Flast x llast= Fwerk x lwerk

F = de kracht in Newton
l = de afstand tot het draaipunt 

Slide 10 - Tekstslide

Werking van takels en katrollen
Takels en katrollen veranderen de richting van de kracht en maken het gemakkelijker om zware voorwerpen op te tillen.

Meer losse katrollen is vermindering van de kracht maar ook  meer meters touw die ingetrokken moeten worden. 

Slide 11 - Tekstslide

Takel
Vaste katrol met losse katrol: verdeelt het gewicht over hoeveel katrollen je toevoegd. 

Slide 12 - Tekstslide

10.4 Druk

Slide 13 - Tekstslide

Druk
Bij een kleiner oppervlak hoort een grotere druk. Bij een groter oppervlak een kleinere druk.

Bij een grotere kracht hoort ook een grotere druk.

Slide 14 - Tekstslide

Druk
Krachten kun je verdelen.

Slide 15 - Tekstslide

Druk (p)
Wanneer je het gewicht (de kracht) deelt door het oppervlak krijg je de druk.
In het engels is druk 'pressure', vandaar de afkorting p.

De druk (p) meet je in newton per vierkante meter (N/m²), dit noem je ook wel pascal (Pa).


Slide 16 - Tekstslide

Druk
druk =      kracht
              oppervlakte
p=AF

Slide 17 - Tekstslide

Je kunt op 2 manieren de druk kleiner maken:
1 - door de kracht kleiner te maken
2 - door het oppervlakte te vergroten

Slide 18 - Tekstslide

De druk (onthoud)


  • Druk reken je uit met de formule p = F/A ( druk in Pa = kracht in Newton / oppervlakte in m2)
  • Hoe groter het oppervlakte, des te kleiner de druk.
  • De eenheid van druk is N/cm2 of N/m2 (= Pascal of Pa)
  • 1 m2 = 10.000 cm2

Slide 19 - Tekstslide

Even checken

Slide 20 - Tekstslide

Wat is druk?
A
Kracht per tijdseenheid
B
Afstand per tijdseenheid
C
Snelheid per tijdseenheid
D
Kracht per oppervlakte

Slide 21 - Quizvraag

De formule voor het uitrekenen van druk
A
p = F x A
B
p = A x M
C
p = F/A
D
p = M/F

Slide 22 - Quizvraag

Op welke zijde kan ik de baksteen het beste plaatsen om de hoogste druk uit te oefenen?
A
op de kopse kant
B
Op de platte kant
C
op de strek kant
D
Dat maakt niet uit

Slide 23 - Quizvraag

Waarom zak je minder in de sneeuw met ski's?
A
Je zwaartekracht wordt minder
B
Je zwaartekracht wordt meer
C
Je oppervlak met de sneeuw wordt kleiner
D
Je oppervlak met de sneeuw wordt groter

Slide 24 - Quizvraag

Een man gaat op het ijs liggen in plaats van staan. Zijn druk wordt hierdoor ......
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Meer kon ik niet verzinnen

Slide 25 - Quizvraag

Werken
kader
wat?
zelfst. werken
hoe?
vraag 1 tm 14

blz 112 tm 118
hulp?
overleg met buurman

docent loopt hulpronde
klaar?
Nakijken
Laatste 5 min
Lesafsluiting met controlevragen
timer
1:00
Wat niet af komt in de les wordt huiswerk

Slide 26 - Tekstslide