2. De lidwoorden

Wat verwacht ik van jullie?
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat verwacht ik van jullie?

Slide 1 - Tekstslide

De onregelmatige werkwoorden
SER / TENER / LLAMARSE
soy
es
somos
sois
tengo
tienes
tenemos
tienen
me llamo
te llamas

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

bepaald
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
el
la
meervoud
los
las
onbepaald
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
un
una
meervoud
unos
unas
De Nederlandse vertaling is 
de/het
De Nederlandse vertaling is 
een/een paar

Slide 6 - Tekstslide

Meervoud van 
zelfstandige naamwoorden

Slide 7 - Tekstslide

¡ Apracticar! 
... chicas            (de meisjes)
... chico              (de jongen)
... casa               (een huis)
... libro                (een boek)
... problemas   (de problemen)
... estuche        (een etui)
... madre            (de moeder)
... pizarras.       (een paar schoolborden) 

Slide 8 - Tekstslide

Las respuestas
las chicas            (de meisjes)
el chico                 (de jongen)
una casa              (een huis)
un libro                 (een boek)
los problemas   (de problemen)
un estuche          (een etui)
la madre                (de moeder)
unas pizarras.    (een paar schoolborden) 

Slide 9 - Tekstslide

¡A PRACTICAR!

1. Wat is het verschil tussen een bepaald en onbepaald lidwoord? 
2. Hoe zet je in het Spaans woorden in het meervoud? 
3. Waar eindigen mannelijke woorden vaak op? 
4. Hoe herken je vrouwelijke woorden? 
5. Schrijf het juist onbepaald lidwoord op: ______ cuaderno. 
6. Schrijf het juiste bepaalde lidwoord op: _______ sillas. 
7. Zet in het meervoud: el rotulador
8. Zet in het meervoud: La pizarra

Noteer de antwoorden in je schrift.

Slide 10 - Tekstslide

Las respuestas

1. Bepaald = de/het     onbepaald = een/een paar 
2. Klinkers +S         medeklinkers +ES 
3. De letter O 
4. Ze eindigen op a, dad of ción.
5. Schrijf het juist onbepaald lidwoord op: un cuaderno. 
6. Schrijf het juiste bepaalde lidwoord op: las sillas. 
7. Zet in het meervoud: el rotulador > los rotuladores
8. Zet in het meervoud: La pizarra > las pizarras 

Noteer de antwoorden in je schrift.

Slide 11 - Tekstslide

Zet het juiste bepaald lidwoord voor de volgende woorden

Slide 12 - Tekstslide

___ cuadernos

Slide 13 - Open vraag

___ carpeta

Slide 14 - Open vraag

___ alumno

Slide 15 - Open vraag

____ tradición

Slide 16 - Open vraag

___ universidades

Slide 17 - Open vraag

_____ mochilas

Slide 18 - Open vraag

____ sillas

Slide 19 - Open vraag

_____ problema

Slide 20 - Open vraag

Zet de volgende woorden 
in het meervoud

Slide 21 - Tekstslide

el libro

Slide 22 - Open vraag

la ciudad

Slide 23 - Open vraag

el rotulador

Slide 24 - Open vraag

la mesa

Slide 25 - Open vraag

la pizarra

Slide 26 - Open vraag

bepaald
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
el
la
meervoud
los
las
onbepaald
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
un
una
meervoud
unos
unas
De Nederlandse vertaling is 
de/het
De Nederlandse vertaling is 
een/een paar
HULPMIDDEL
TIP
Mannelijke woorden eindigen op: -O
Vrouwelijke woorden eindigen op: -A, CIÓN, DAD

Slide 27 - Tekstslide

Noteer in je schrift
B.

Slide 28 - Tekstslide

la
la
la
la
el
los
las
las
las
el
B.
la
una
unos
el
el
los
las
unas
unas
la
las respuestas

Slide 29 - Tekstslide


Klaar?

Leer nu de getallen t/m 31
(zie woordenlijst)

Slide 30 - Tekstslide

Schrijf de antwoorden in je schrift.
Dados. Dobbelstenen. Schrijf de uitkomst van de som voluit in het Spaans.





¿Cuántas patas tienen? Hoeveel poten hebben deze dieren bij elkaar? Schrijf de getallen voluit.

1. un colibrí ___________                                          5. un colibrí y un cocodrilo _________
2. un elefante y una jirafa ___________             6. una tarántula _________
3. un cóndor y dos elefantes ___________      7. dos papagayos _________
4. tres gorilas ___________                                     8. una boa _________

Slide 31 - Tekstslide

Las respuestas
Schrijf de uitkomst van de som voluit.
1. nueve                    4. siete
2. diez                       5. cinco
3. ocho                     6. seis

¿Cuántas patas tienen?
1. dos                       5. seis
2. ocho                   6. ocho
3. diez                     7. cuatro
4. seis                      8. Cero


Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Lidwoorden
Open je libro del alumno op pagina 18, maak opdracht 1, 2 en 3.


Slide 34 - Tekstslide