Repasar el Presente perfecto vwo 3

El presente perfecto 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

El presente perfecto 

Slide 1 - Tekstslide

Hoe maak je de 'presente perfecto' ook alweer?
A
een vorm van 'haber' + ww + ado/edo
B
een vorm van 'ir' + a + hele ww
C
een vorm van 'haber + stam ww + ado/ido
D
een vorm van 'tener' + a + hele ww

Slide 2 - Quizvraag

De "presente perfecto" heet in het Nederlands de...
A
onvoltooid verleden tijd (o.v.t.)
B
voltooid verleden tijd (v.v.t.)
C
voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.)
D
tegenwoordige tijd (t.t.)

Slide 3 - Quizvraag

Sleep de onderwerpen naar de juiste vorm van het hulpwerkwoord ''haber''. 
hemos
Habéis
Ha
He
Has
Han
Yo
Ella/él
Nostros
Vosotros
Ellos

Slide 4 - Sleepvraag

Esta mañana (yo)______un bocadillo.
A
he comedo
B
has comido
C
he comido
D
has comedo

Slide 5 - Quizvraag

Este año (nosotros)______a España.
A
han viajado
B
habéis viajado
C
hemos viajado

Slide 6 - Quizvraag

Esta tarde (vosotros)______.
A
han estudiado
B
habéis estudiado
C
hemos estudiado

Slide 7 - Quizvraag

Este fin de semana (él)______al fútbol.
A
ha jugado
B
han jugado
C
has jugado

Slide 8 - Quizvraag

Esta noche mis padres______una paella.
A
hemos cocinado
B
habéis cocinado
C
han cocinado

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal: Ik heb gezwommen (nadar)

Slide 10 - Open vraag

Vertaal: Wij hebben geslapen (dormir)

Slide 11 - Open vraag

Vertaal: Zij hebben gezongen (cantar)

Slide 12 - Open vraag

Vertaal: Ik heb een broer

Slide 13 - Open vraag

Vertaal: Ik ben veertien jaar

Slide 14 - Open vraag

Vertaal: Ik ben naar Madrid gegaan (ir)

Slide 15 - Open vraag

Vertaal: Ik ben intelligent

Slide 16 - Open vraag

Vertaal: Ik heb een broodje

Slide 17 - Open vraag

Vertaal: Ik heb een broodje gegeten

Slide 18 - Open vraag

Escribe 3 cosas que habéis hecho esta semana.

Slide 19 - Open vraag

Tip!
Begin niet zomaar woord voor woord te vertalen. Dan krijg je vaak kromme zinnen zoals:
Ik heb gegeten. > Tengo comido 
Ik ben naar Spanje gegaan > Soy ido a España

Bedenk eerst: druk ik bezit uit? (tener) of druk ik ''hebben/zijn + voltooid deelwoord'' (presente perfecto) uit?
Ik heb een hond > Tengo un perro (= bezit)
Ik heb gegeten > He comido (presente perfecto)
Ik ben naar Spanje gegaan  > He ido a España presente perfecto)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Slide 22 - Link