[Algemeen] Jouw invloed op de motivatie van leerlingen

Naam school - datum 
JOUW INVLOED OP DE MOTIVATIE VAN LEERLINGEN/STUDENTEN
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Lesgeven op afstandMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Naam school - datum 
JOUW INVLOED OP DE MOTIVATIE VAN LEERLINGEN/STUDENTEN

Slide 1 - Tekstslide

LET OP. De focus van deze module/training ligt op de docent. Wat kan hij/zij doen om leerlingen/studenten meer te motiveren. 
Ingrediënten 


  1. Voorstellen
  2. Cirkel van invloed 
  3. Vormen van motivatie
  4. Het belang van belang
  5. De spiegel
  6. Zelfdeterminatietheorie

      Slide 2 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      • Inspiratie 
      • Interactiviteit
      • Een plannetje

      Slide 3 - Tekstslide

      We bieden geen kant-en-klare-oplossing voor het motiveren van leerlingen. Die oplossing bestaat namelijk niet, omdat hij voor iedereen anders is. We geven wél inzicht in een aantal zaken die bekend zijn rondom motivatie. En suggesties. 

      We willen dus vooral inspireren. 

      De training is interactief, wat zoveel betekent als: we willen graag met elkaar in gesprek. 

      En we vragen deelnemers om een plannetje te maken. Hoe zij morgen aan de slag gaan met het motiveren van leerlingen. (morgen een eerste stap zetten.) Door de sheets heen, zie je lampjes, dat zijn relevante sheets om mee te nemen in het opstellen van dat plannetje. 
      • Inspiratie 
      • Interactiviteit
      • Een plannetje

      Slide 4 - Tekstslide

      We bieden geen kant-en-klare-oplossing voor het motiveren van leerlingen. Die oplossing bestaat namelijk niet, omdat hij voor iedereen anders is. We geven wél inzicht in een aantal zaken die bekend zijn rondom motivatie. En suggesties. 

      We willen dus vooral inspireren. 

      De training is interactief, wat zoveel betekent als: we willen graag met elkaar in gesprek. 

      En we vragen deelnemers om een plannetje te maken. Hoe zij morgen aan de slag gaan met het motiveren van leerlingen. (morgen een eerste stap zetten.) Door de sheets heen, zie je lampjes, dat zijn relevante sheets om mee te nemen in het opstellen van dat plannetje. 
      Opbouw training
      1. The goal
      2. Verschillende vormen van motivatie
      3. Zelfdeterminatietheorie

      Slide 5 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Voorstellen
      • Stel je met deze sheet even voor. Vertel wie je bent, wat je doet, enzo. 

      Slide 6 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Stel je voor.

      Naam
      Grootste uitdaging op het gebied van motivatie
      Grootste talent op het gebied van motivatie

      Slide 7 - Open vraag

      Deze opdracht heeft als doel om de deelnemers een beetje te leren kennen én inzicht te krijgen in de leerbehoeften. 

      Gebruik de informatie uit deze antwoorden om gedurende de training het gesprek over motivatie te voeren, waarbij we vooral kijken naar wat helpt en niet naar wat niet helpt. (Daar mag wel aandacht voor zijn overigens, maar we gaan kijken naar wat werkt.)

      Slide 8 - Tekstslide

      Deze sheet is niet meer zo relevant - erg corona-gerelateerd

      Slide 9 - Tekstslide

      Cirkel van invloed

      - Cirkel van invloed
          - Stephen Covey
          - Leg uit hoe het werkt:
              - Betrokkenheid 
                  - Het weer
                  - Corona
                  - Dat jullie hier aan mee moeten doen
                  - Werkdruk
                  - Gemaakte fouten
              - Invloed
                  - Je kan je kleden op het weer
                  - Hoe je omgaat met Corona
                  - Hoe je je opstelt
                  - Waar je je energie aan besteed
                  - Wat je kan doen om in het gevolg fouten voor te zijn

      Focus op buitenste cirkel: Reactief
      Focus op binnenste cirkel: Proactief
      Wat kost energie
      Wat levert energie op.

      En de cirkel die de meeste aandacht krijgt, groeit. 

      Cirkel van invloed is relevant om te kijken naar waar je invloed op hebt. Aandacht op kansen.
      Sommige zaken moeten groter worden aangepakt. Maar je hebt iedere dag invloed. 

      Even ophalen hoe het ook alweer zat met die cirkel (lees Covey), maar dit filmpje kijken gaat misschien wat sneller: https://www.youtube.com/watch?v=nN8GiIdh9akhttps://www.youtube.com/watch?v=nN8GiIdh9ak

      Slide 10 - Tekstslide

      Wat je aandacht geeft groeit. Focus op invloed geeft meer invloed (proactief). 
      Aandacht op waar je geen invloed op hebt (reactief/frustratie.)


      vecht tegen vóór

      Slide 11 - Tekstslide

      Dat je niet ergens direct invloed op hebt, betekent niet dat je niet ergens voor mag knokken . Maar knok ergens voor en niet tegen. We moeten opbouwen, niet afbreken. 
      (Focus op invloed is onderdeel van het plannetje)

      Slide 12 - Tekstslide

      Dus, als je aan de slag wil met motivatie, kies iets waar je daadwerkelijk invloed op hebt. Een leerling die je spreekt, daarmee kan je iets realiseren. Met de hele leerling populatie, dat wordt ingewikkelder. 
      Drie vormen van motivatie
      • Extrinsieke motivatie
      • Intrinsieke motivatie
      • Autonome motivatie




        




      Slide 13 - Tekstslide

      We behandelen drie vormen van motivatie. Waarbij ext en int vrij bekend zijn, maar waar autonome motivatie in het onderwijs misschien wel het belangrijkst is. (Dat gaat over nut inzien, leerlingen die begrijpen waarom ze iets moeten leren/doen, zullen eerder geneigd zijn het te doen.) 
      Straf of belonen
      Nut ervan inzien
      Leuk vinden
      Intrinsieke motivatie
      Extrinsieke motivatie
      Autonome motivatie

      Slide 14 - Sleepvraag

      Deze slide heeft geen instructies

      Drie vormen van motivatie
      • Extrinsieke motivatie - straffen of belonen
      • Intrinsieke motivatie - leuk vinden
      • Autonome motivatie - nut ervan inzien 




        




      Slide 15 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Autonome motivatie
      • Nut ervan inzien
      • Je weet waar je het voor doet en wat je eraan hebt
      • Voordelen, nadelen en gevolgen bespreken

      Slide 16 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Motivatie zit soms verstopt

      • Een natuurlijke neiging tot zelfontwikkeling en leren 
      • Verstopt - angst (competentie (ZDT))
      • Het gaat niet om allemaal zo leuk mogelijk maken
      • Omgeving
      • Vandaag biedt geen garantie voor morgen
      • Inzicht in het doel - en relevantie daarvan. 
      Niet iedereen hoeft intrinsiek gemotiveerd te zijn

      Slide 17 - Tekstslide

      Belangrijk dat leerlingen zelf gaan begrijpen waarom iets belangrijk is. Naar ongevraagd advies wordt niet of nauwelijks geluisterd. Of ze doen het omdat jij het vraagt en dan doen ze het volgende keer niet meer. Motivatie moet van binnen uit komen. 

      Dus heb aandacht voor beide kanten van het gedrag. 

              - Om gedrag te vertonen (leren, opletten, op tijd komen enz.) moet de innerlijke drang om iets te doen, groter zijn dan de motivatie om het niet te doen of iets anders te doen. De innerlijke drang wordt groter wanneer de leerling een doel heeft en ook duidelijk voor zichzelf heeft wat de positieve gevolgen van een doel zijn.
Voorbeeld: de leerling die vaak te laat komt. Dit kan moeilijk gedrag zijn om te doorbreken. Het kan een gewoonte geworden zijn om steeds te laat te komen. Wanneer je de leerling aanzet tot denken over de gevolgen van dit gedrag, een doel wat hij wil bereiken en wat de positieve gevolgen van dit doel zijn, dan wordt de drang om het gedrag te veranderen groter. Je kunt hierbij ook een groot doel van de leerling koppelen aan dit gedrag.
Doel: eindexamen halen. Gevolgen van steeds te laat komen: irritatie bij docenten en klasgenoten, schorsing, uitleg missen. Positieve gevolgen van op tijd komen: docenten en klasgenoten kijken weer positief naar me en willen me daardoor weer helpen, uitleg wel horen, goede start van de dag.

      Pipi Langkous - de bekend uitspraak: 'ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan' is typisch Pipi. In het echte leven zeggen mensen eerder: 'ik heb het nog nooit gedaan, dus ik kan het niet'. Dus belangrijk om aandacht te hebben voor kleine stapjes, succescriteria, zicht op het belang, etc. 

      Belang
       
      Waarom moet ik dit doen?
      Ga maar na
      Leerdoelen
      Succescriteria

      Optimistisch 

      Slide 18 - Tekstslide

      - Waarom moet ik dit doen? 
      - A4L heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar leren/professionaliseren. Zowel voor professionals als studenten is bekend: inzicht in het belang zorgt voor fors hogere motivatie.  (geldt dus voor iedereen)
      - Start with why - is al wel behandeld tijdens eerdere sessie van Johan (reviews) weet niet of dat bij de andere groepen ook zo was.)

      - [Interactief] - op welke manier maak jij het belang duidelijk aan leerlingen? 

      - Onderdeel van de eindopdracht: heb de komende periode extra aandacht voor het belang. 

      Belang is altijd optimistisch. Dus wat willen we bereiken - niet wat willen we niet meer zien. 
      Op welke manier maak jij
      het belang duidelijk aan
      studenten?

      Slide 19 - Woordweb

      Kan je iedere dag of voor iedere les aandacht hebben voor het belang, dus waarom ga je doen wat je doet. 
      Kan je dat uitleggen aan leerlingen?
      Niet: tien leerdoelen op het bord, die vaag zijn. Liever een leerdoel wat begrijpelijk is. Of duidelijk maken waar het onderdeel van uit maakt. 
      Spiegel
      Eigen ontwikkeling

      Positiviteit
      Een voorbeeld stellen

      Slide 20 - Tekstslide

      De spiegel is zoveel relevanter dan we soms denken. 
      - Leg maar eens aan iemand uit dat hij moet leren feedback te ontvangen, als je het zelf niet doet. 
      - Aanspreken op te laat als je zelf te laat bent. 
      - Docenten die zelf niet willen leren, maar dit wel vragen van hun leerlingen. 

      Draai dat positiever. 
      - Stel bewust een voorbeeld. Maak inzichtelijk dat jij het ook moeilijk vindt, maar dat je ook je best heel erg doet.
      - Luister, als je wil dat ze luisteren, etc. 

      - Hoe zien leerlingen jou? 
      - Neem vijf minuten om dat voor jezelf op te schrijven. 
          - Als onderdeel van je eindopdracht. 

      Wat weet je van de zelfdeterminatietheorie?

      Slide 21 - Open vraag

      Deze slide heeft geen instructies

      Zelfdeterminatietheorie - Deci & Ryan

      Slide 22 - Tekstslide

      - Volgens ZDT (Deci & Ryan (2000) kan je intrinsieke motivatie vergroten door in te spelen op de basisbehoeften: autonomie, competentie en relatie. 
      - Vervul je deze behoeften, heeft de leerling meer motivatie om de leeractiviteiten uit te voeren.
      Relatie

      Verlangen naar interactie. 
      De behoefte om ergens bij te willen horen

      Cruciaal door de afstand
      • (Het is moeilijk, voor iedereen)


      relationele of sociale verbondenheid

      Slide 23 - Tekstslide

      Relatie/verbinding
      Betrokken zijn bij lln. Warmte en zorg bieden, interesse te tonen en je in te leven in het perspectief van leerlingen. 
      Iemand echt leren kennen - daar kom ik zo op terug bij autonomie
      (Want komt samen)

      "Cruciaal door afstand" - is nu minder aan de hand. Maar afstandsonderwijs maakte het werken aan de relatie moeilijk. en leerde ons hoeveel behoefte we hadden aan dat contact met leerlingen. 

      Hoe vergroot je het gevoel van competentie?

      Slide 24 - Open vraag

      Deze slide heeft geen instructies

      Competentie
      • Geloof in eigen kunnen
      • Interessante en uitdagende opdrachten
      • Duidelijke instructie met leerdoel
      • Laten zien dat je een onderdeel beheerst
      • Opdelen materiaal

      • angst


      Ervaren eigen succes

      Slide 25 - Tekstslide

      Competentie
      Het is belangrijk dat studenten/leerlingen het gevoel hebben dat zij weten wat ze moeten doen en dat ze het vertrouwen hebben dat ze hier ook toe in staat zijn. 

      Bijvoorbeeld:
      * Het geven van constructieve feedback werkt motiverend, omdat studenten inzicht krijgen in wat ze al kunnen en wat ze moeten doen om verder te komen.
      * Het helpt om heldere doelen te stellen en inzichtelijk te maken welke stappen studenten tijdens de cursus doorlopen om deze doelen te bereiken.
      * Bieden van structuur. 


      Terugkoppeling 'angst' naar 'motivatie zit soms verstopt'. (sheet 16, met pipi)
      Autonomie
      • Dit betekent niet onafhankelijkheid! 

      • Keuzemenu
      • Wel of geen instructie
      • Manier van verwerken
      • Moment van toetsen
      • Manier van bewijzen dat je het beheerst
      • Succescriteria bepalen
      Zelfstandigheid / eigenaarschap

      Slide 26 - Tekstslide

      Autonomie
      Bij een hogere mate van autonomie hebben studenten eerder het gevoel dat ze een activiteit (deels) naar eigen inzicht kunnen uitvoeren en dat zij invloed hebben op wat zij doen. Je versterkt de door studenten ervaren autonomie door ze zelf te laten meebeslissen in wat en hoe ze leren. Geef studenten bij het maken van een opdracht keuzevrijheid, bijvoorbeeld door ze zelf een thema of onderzoeksvraag te laten kiezen, of door de vorm te laten kiezen (bijv. paper of presentatie of video).


      Geef wat te kiezen. 
      - Hoe je een opdracht maakt. En jij bepaalt hoeveel keuzes. Zoveel keuzes als iemand aankan. 
      - In sommige gevallen kan dat op inhoud. Bijvoorbeeld een bepaalde tekst schrijven. Vaste vorm, keuze bij inhoud.
      - Andere gevallen in vorm. Vaste inhoud. - kies zelf de vorm. Maak video’s, schrijf samenvattingen, maak een podcast. Etc/ 
      zdt - samenbrengen
      • Relatie: keuzes bieden die passen
      • Competentie: het moet wel kunnen

      • Inspraak is niet altijd mogelijk - soms is het programma vast.
      • Woordkeuze
      Zelfstandigheid / eigenaarschap

      Slide 27 - Tekstslide

      De elementen van de ZDT kunnen niet zonder elkaar. Als je geen relatie hebt, kan je geen keuzes geven die passen bij de persoon. 


      Woordkeuzes:
      De manier waarop je communiceert met leerlingen heeft een invloed op hun motivatie. Als jij woorden gebruikt zoals “moeten” of een uitdrukking als “Ik verwacht van jullie dat dit opstel tegen volgende week donderdag af is”, dan slaat de boodschap anders aan dan wanneer je zegt: “Ik vraag jullie om tegen het eind van volgende week dit opstel in te dienen.” De meer uitnodigende toon maakt dat de tweede boodschap beter aanslaat 

      Mag ik je advies geven? / Wat je moet doen.
      Meer werkvormen?
       - Het belangrijkste in deze module is de ZDT, omdat hier het meeste in terugkomt. 
      - Het is een beetje vrij welke werkvorm je kan inzetten om hier mee aan de slag te gaan. (Dat is ook wat afhankelijk van hoe het gesprek verloopt in de training.)
      - Je zou de groep in drieën kunnen verdelen en per groepje aan de slag kunnen met een element. (Breng in kaart (bv in een gestructureerde woordwolk): wat betekent dit voor jullie? Voor jou? Hoe kan je hier aandacht aan besteden? Welke werkvormen passen hierbij? Waarom is het moeilijk? Wat ga je morgen doen? Etc.) 
      - Mogelijk aan elkaar presenteren in een pitch. 

      Casus - en dan benaderen vanuit alle ZDT-elementen. 

      Slide 28 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Een plannetje 
      Spiegel
      - Wat is het beeld? Wil je dit anders zien? 

      Belang
      - hoe ga je meer aandacht leggen op het belang?  

      Zelfdeterminatietheorie
      - Zorg dat je bewust aandacht hebt voor een of meerdere elementen van de zelfdeterminatietheorie

      Invloed
      - Waar ga je je op richten? Maak een keuze waarin je daadwerkelijk invloed hebt. 

      Vier elementen

      Slide 29 - Tekstslide

      In de module gaan ze bezig met een eindopdracht, waarin ze een plan maken om aan de slag te gaan met motivatie. Na een losse training (Revius) mag je ze ook als opdracht geven om zelfstandig aan de slag te gaan met hun invloed op de motivatie van leerlingen. 

      Wat gaan ze doen? Ze maken een plannetje om er actief mee aan de slag te gaan. Daarbij houden ze rekening met de sheets waarop ze een lampje hebben gezien. (Vier elementen). 

      Bij de module moeten ze dit ook inleveren en zo. Tijdens een losse training mag je 'met enige positieve druk, adviserend activeren' ;-)

      Mogelijk kunnen ze tijdens de training al een casus bedenken waar ze mee aan de slag zouden willen. Die kan je mogelijk ook bespreken. Afhankelijk van hoe je je tijd inricht.
      Wat neem je mee?

      Slide 30 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies