Gebiedende wijs
1 / 14
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Een gebiedende wijs is:
A
u-vorm
B
hele werkwoord
C
hij-vorm
D
gebod of bevel
Slide 3 - Quizvraag
Welke is de gebiedende wijs?
A
Wordt niet boos!
B
Bent niet boos!
C
Je wordt niet boos!
D
Word niet boos!
Slide 4 - Quizvraag
Welke is de gebiedende wijs?
A
Ga naar huis!
B
Gaat nu leren!
C
Jullie moeten nu ophouden!
D
Je gaat nu leren!
Slide 5 - Quizvraag
Welke is de gebiedende wijs?
A
Iedereen moet aan het werk.
B
Eet smakelijk!
C
Hij moet eerlijk zijn!
D
Jij mag dit zelf weten!
Slide 6 - Quizvraag
Welke is de gebiedende wijs?
A
Blijf rustig!
B
Morgen kom je om 8 uur op school!
C
Wij eten om 6 uur.
Slide 7 - Quizvraag
De gebiedende wijs heeft geen onderwerp.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Maak gebiedende wijs:
... je niet! (bewegen)
... je niet! (bewegen)
A
beweegt
B
beweeg
C
beweg
D
beweegd
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de gebiedende wijs van: opbellen
A
belt op
B
opbelt
C
opbel
D
bel op
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de gebiedende wijs van: afwassen
A
wast af
B
was af
C
afwast
D
afwas
Slide 11 - Quizvraag
Welke is de gebiedende wijs?
A
Rijdt naar het stoplicht!
B
Rijden jullie naar het stoplicht!
C
Rijd naar het stoplicht!
D
Jullie naar het stoplicht!
