19 01 23 Posteropdracht en werkwoordspelling

HV 1Q
Welkom

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

HV 1Q
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag

  • Lezen in je eigen leesboek: dit moet na de voorjaarsvakantie uit zijn.
  • Uitleg Posteropdracht
  • Uitleg werkwoordspelling



    timer
    15:00

    Slide 2 - Tekstslide

     Leerdoelen P3
     Wat heb je nodig voor correct spreken en schrijven? 
    1. Verwijs- en signaalwoorden correct gebruiken
    2. Werkwoorden correct spellen
    3. Leestekens correct gebruiken
    4. Korte presentatie voorbereiden en houden
    5. Enthousiast presenteren

    Slide 3 - Tekstslide

    Leerdoel deze week
    Lastige verwijswoorden correct gebruiken, werkwoorden correct spellen en posterpresentatie  maken over een droomproject.  

    Slide 4 - Tekstslide

    Verwijswoorden
    Huiswerk
    Welke vragen heb je nog? 

    Slide 5 - Tekstslide

    Welk verwijswoord gebruik je?
    1.  Ik heb aan .... (hun/hen) een appje gestuurd.
    2. Het leukste streamingskanaal ....(dat/wat) ik ken, is  HBO.
    3. Het meisje ....(waarmee/met wie) ik sport, zit in mijn team. 

    Slide 6 - Tekstslide

    Werkwoordspelling

    Slide 7 - Tekstslide

    Slide 8 - Video

    Slide 9 - Video

    Check
    1. Hij ..... [missen] gisteren zijn vrienden.
    2. Er .....[gebeuren] hier vaak een ongeluk.
    3. Hij heeft dit pakket.....[verzenden].
    4. Elke week ..... [bezorgen] hij de krant.
    5. Gisteren ....[geven] zij een feestje. 
    6. Gisteren .....[lachen] Eline nog heel hard.

    Slide 10 - Tekstslide

    Check
    1. Hij ..... [MISTE] gisteren zijn vrienden.
    2. Er .....[GEBEURT] hier vaak een ongeluk.
    3. Hij heeft dit pakket.....[VERZONDEN].
    4. Elke week ..... [BEZORGT] hij de krant.
    5. Gisteren ....[GAF] zij een feestje. 
    6. Gisteren .....[LACHTE] Eline nog heel hard.

    Slide 11 - Tekstslide

    Dus:
    •  kijk of het werkwoord de persoonsvorm is
    • kijk in welke tijd het werkwoord staat: teg.t of vt.
    • Hij loopT / zij wandelT / het gebeurT 
    • alléén bij vt: T bij t' exkofschip bij zwakke ww
    • hij klapTe / zij meldDe
    • ww in voltooide tijd? 't exkofschip bij zwakke ww
    • het is gefiXT/ zij heeft gewandeLD / het is gebeuRD 

    Slide 12 - Tekstslide

    Welke vragen heb je nog? 

    Slide 13 - Tekstslide

    Kort verhaal met groepje van 3: 
    • Iedereen heeft pen en papier.
    • Onderwerp: jouw droom of wens die je graag wilt laten uitkomen.
    • Schrijf  twee eerste zinnen en geef je blaadje door.
    • Schrijf je volgende zinnen op het blaadje van je buur en sluit aan op wat er geschreven staat.
    • Herhaal dit en laat je fantasie stromen!
    • Zorg voor goedlopende zinnen en drie mooie verhalen.

    Slide 14 - Tekstslide

    Aan de slag !
    • schrijf nu samen de drie droomverhalen. Let op werkwoordspelling.
    • Je hebt hier 12 minuten voor.
    • Daarna: je hebt een geldprijs gewonnen waarmee je een van de dromen kan laten uitkomen
    • kies samen deze droom uit en bedenk samen wat je zou moeten doen om deze droom te realiseren. 
    • wat heb je dan nodig? wie helpt jullie?  
    Maak een Plan van Aanpak.
    timer
    30:00

    Slide 15 - Tekstslide

    Aan de slag (2)!
    • Maak een Plan van Aanpak op papier.
    •  Maak daarna een wervende poster met hierop:
    1. droom, kort en bondig, inclusief illustraties
    2. plan van aanpak met illustraties en korte omschrijvingen
    3. Deze poster ga je als groep presenteren in
    de volgende les (2 min). Jullie 'verkopen' je idee!
    timer
    30:00

    Slide 16 - Tekstslide

    Wat heb je vandaag geleerd?

    Slide 17 - Tekstslide

    Slide 18 - Link