Klimaat 1: Het klimaatsysteem

timer
2:00
H1: Het klimaatsysteem
Start


timer
4:00
  • pak leerwerkboek, schrift en etui
  • open LessonUp en online methode
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

timer
2:00
H1: Het klimaatsysteem
Start


timer
4:00
  • pak leerwerkboek, schrift en etui
  • open LessonUp en online methode

Slide 1 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
Start

Wat gaan we doen?
  • Leerdoelen
  • Introductie
  • Maken



Slide 2 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
Start

Hoofdvraag


Deelvraag


Wat is de wisselwerking tussen de atmosfeer, de oceanen en het land bij de totstandkoming van klimaten?
1
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
par. 1
atmosfeer
2
Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer?
par. 1
atmosfeer
3
Waardoor zijn er variaties in de stralingsbalans?
par. 1
atmosfeer
4
Waarom zijn er variaties op het globale windsysteem?
par. 2
luchtcirculatie
5
Wat is de invloed van zeestromen op het klimaat?
par. 3
oceaanstromingen
6
Wat zijn El Niño en La Niña?
par. 3
oceaanstromingen
7
Waarom treden er klimaatveranderingen op?
par. 4
systeem

Slide 3 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
Start

Introductie
De klimaatclassificatie van Köppen kent de hoofdgroepen A t/m E:
  • A: tropische klimaten
  • B: droge klimaten
  • C: gematigde klimaten
  • D: landklimaten
  • E: polaire klimaten

Opdracht
  1. Open LessonUp: Klimaat 1: Het klimaatsysteem: introductieopdracht
  2. Ga naar earth.google.com, de atlas en maak de LessonUp-opdracht


timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
Start
Maken






Hoe?
  • Zelfstandig of samenwerken in tweetallen op zachte toon of fluistertoon
  • Kom je er (samen) niet uit? Lees eerst het LB nog eens door.
  • Kom je er nog steeds niet uit? Steek je vinger op.




Wat ga ik doen?
BLZ.
Start
online

Slide 5 - Tekstslide

timer
2:00
H1: Het klimaatsysteem
§1: De atmosfeer: omhulsel van gas


timer
4:00
  • pak leerwerkboek, schrift en etui
  • open LessonUp en online methode

Slide 6 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§1: De atmosfeer: omhulsel van gas

Wat gaan we doen?
  • Uitleg 1.1
  • Maken

Hoofdvraag


Deelvraag


Wat is de wisselwerking tussen de atmosfeer, de oceanen en het land bij de totstandkoming van klimaten?
1
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
2
Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer
3
Waardoor zijn er variaties in de stralingsbalans?

Slide 7 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§1: De atmosfeer: omhulsel van gas

Uitleg
Het verschil tussen weer en klimaat
  • Weer: toestand van de dampkring op een bepaald moment en voor een klein gebied.
  • Klimaat: gemiddelde toestand va het weer over een lange periode en voor een groot gebied




Voorbeeld: Brisbane (Cf-klimaat): komt het lokale weer overeen met het klimaat?

Slide 8 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§1: De atmosfeer: omhulsel van gas

Uitleg
Het systeem aarde bestaat uit vier sferen:
  1. atmosfeer: hier spelen weer en klimaat zich af
  2. hydrosfeer: water op aarde
  3. lithosfeer: gesteente
  4. biosfeer: leven op aarde





Slide 9 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§1: De atmosfeer: omhulsel van gas

Uitleg
De atmosfeer ontstond zo'n 4,6 miljard jaar geleden na het afkoelen van de aarde. Deze deken van gassen wordt bij elkaar gehouden door de zwaartekracht. Zo'n 80% van de gassen bevindt zich in de onderste 10 km (=dampkring); hoe verder weg van het aardoppervlak, hoe lager de concentratie van de gassen.
Samenstelling van de atmosfeer: 78,01% stikstof, 20,95% zuurstof, kleine hoeveelheden waterdamp en koolstofdioxide. Deze samenstelling zorgt er samen met de zon voor dat leven op Aarde mogelijk is. Andere planeten kennen andere samenstellingen van hun atmosfeer.




Slide 10 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§1: De atmosfeer: omhulsel van gas

Uitleg
De atmosfeer is opgebouwd uit vier lagen (sferen) welke worden gescheiden door pauzes.
Vanaf het aardoppervlak:
  1. troposfeer
  2. tropopauze
  3. stratosfeer
  4. stratopauze
  5. mesofeer
  6. mesopauze
  7. thermosfeer
  8. exosfeer




Slide 11 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§1: De atmosfeer: omhulsel van gas

Uitleg
Energiebalans of stralingsbalans: optelsom van de kortgolvige instraling (zonlicht) op aarde + de naar het heelal teruggekaatste straling + langgolvige uitstraling (warmte).
De hoeveelheid straling die een bepaald gebied op aarde ontvangt hangt af van:
  • breedteligging = hoe noordelijk of zuidelijk het ligt;
  • albedo = mate waarin zonlicht wordt weerkaatst;
  • gesteldheid aardoppervlak = water warmt minder snel op dan land.




Energiebalans                                       Breedteligging                     Instraling breedteligging                         Albedo

Slide 12 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§1: De atmosfeer: omhulsel van gas

Uitleg
Gesteldheid van het aardoppervlak.

Water wordt langzamer warm en koud dan land. Vier oorzaken:
  1. het zonlicht kan dieper in het water doordringen dan in het land = groter oppervlak om te verwarmen;
  2. het water is in beweging, dus wordt de warmte beter verdeeld dan op land;
  3. het kost meer energie om water één graad in temperatuur te laten stijgen dan land;
  4. bij verdamping van water gaat energie uit het water naar de dampkring.




Slide 13 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§1: De atmosfeer: omhulsel van gas
Maken






Hoe?
  • Zelfstandig of samenwerken in tweetallen op zachte toon of fluistertoon
  • Kom je er (samen) niet uit? Lees eerst het LB nog eens door.
  • Kom je er nog steeds niet uit? Steek je vinger op.




Wat ga ik doen?
BLZ.
1.1 online
online

Slide 14 - Tekstslide

timer
2:00
H1: Het klimaatsysteem
§2: Warmtetransport door de wind


timer
4:00
  • pak leerwerkboek, schrift en etui
  • open LessonUp en online methode

Slide 15 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§2: Warmtetransport door de wind

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Uitleg 1.2
  • Maken

Hoofdvraag


Deelvraag


Wat is de wisselwerking tussen de atmosfeer, de oceanen en het land bij de totstandkoming van klimaten?
4
Waarom zijn er variaties op het globale windsysteem?

Slide 16 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§2: Warmtetransport door de wind

Uitleg
Als de aarde alleen afhankelijk was van instraling, dan zou dit betekenen dat de gebieden tussen 35º N.B. - 35º Z.B. steeds warmer worden en gebieden daarbuiten steeds kouder. Ook deze gebieden erbuiten kunnen opwarmen, doordat warmte wordt getransporteerd door lucht en water.



Slide 17 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§2: Warmtetransport door de wind

Uitleg




Luchtcirculatie
Corioliseffect
Wind: stromende lucht van plaatsen waar er te veel van is naar plaatsen waar er te weinig van is = luchtcirculatie.
door de draaiing van de aarde krijgt de wind op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links. Belangrijke breedtegraden zijn hier: 30º, 60º, 90º NB en ZB

Slide 18 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§2: Warmtetransport door de wind

Uitleg
Er zijn zeven gordels met hoge en lage luchtdruk en bijbehorend windsysteem.
Wet van Buijs Ballot: lucht beweegt van H naar L, en krijgt een afwijking op het NB naar rechts en het ZB naar links

Slide 19 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§2: Warmtetransport door de wind

Uitleg

  • Passaat: relatief droge wind die het hele jaar uit oostelijke richting van subtropische hogedrukgebieden naar de evenaar waait. Door de schuine stand van de aardas en verschillen tussen land en zee is de werkelijkheid anders.
  • ITCZ: de intertropische convergentiezone, een zone van lage luchtdruk rond de evenaar, verschuift met de loodrechte zonnestand mee. Daardoor verschuift het windsysteem rond de evenaar in juli naar het noorden en in januari naar het zuiden.
  • Doordat de verschillen in temperatuur tussen zomer en winter boven de continenten het grootst zijn, is de verschuiving daar het sterkst. Door deze verschuiving waaien er in sommige gebieden rond de evenaar winden die na een half jaar 180º draaien: moessons.

Slide 20 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§2: Warmtetransport door de wind
Maken






Hoe?
  • Zelfstandig of samenwerken in tweetallen op zachte toon of fluistertoon
  • Kom je er (samen) niet uit? Lees eerst het LB nog eens door.
  • Kom je er nog steeds niet uit? Steek je vinger op.




Wat ga ik doen?
BLZ.
1.2 online
online

Slide 21 - Tekstslide

timer
2:00
H1: Het klimaatsysteem
§3: Rivieren in de oceanen


timer
4:00
  • pak leerwerkboek, schrift en etui
  • open LessonUp en online methode

Slide 22 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§3: Rivieren in de oceanen

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Uitleg 1.3
  • Maken

Hoofdvraag


Deelvraag


Wat is de wisselwerking tussen de atmosfeer, de oceanen en het land bij de totstandkoming van klimaten?
5
Wat is de invloed van zeestromen op het klimaat?
6
Wat zijn El Niño en La Niña?

Slide 23 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§3: Rivieren in de oceanen

Uitleg




Slide 24 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§3: Rivieren in de oceanen

Uitleg
  • Door overheersende winden ontstaat oceanische circulatie (zeestromen). Deze zeestromen zorgen voor een herverdeling van zonne-energie over de aarde. Ook zeestromen krijgen door de corioliskracht een afwijking.
  • Op het noordelijk halfrond draait het circulatiepatroon met de wijzers van de klok mee, op het zuidelijk halfrond tegen de wijzers van de klok in.

Soorten zeestromen:
  • warme zeestromen brengen warm water naar de polen
  • koude zeestromen zorgen ervoor dat koud water naar lagere breedtes stroomt
  • warm en koud betekent dat de watertemperatuur hoger of lager is dan je op een bepaalde breedtegraad zou mogen verwachten.
  • De belangrijkste uitzondering is de Westenwinddrift ten noorden van Antarctica. Dit is de enige zeestroom die ongehinderd van west naar oost rond de aarde stroomt.


Slide 25 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§3: Rivieren in de oceanen

Uitleg
Thermohaliene circulatie (thermo = warmte, haline = zoutgehalte)
  • De Golfstroom die voor een zachter klimaat in Noordwest-Europa zorgt, koelt op weg naar Europa af en wordt relatief zouter. Bij Groenland zinkt dit koudere en zoutere water naar de oceaanbodem. Deze stroming langs de bodem van de oceaan wordt de Noord-Atlantische Diep Water Stroming genoemd.
  • Het diepe water op andere plekken in de oceanen wordt omhoog gestuwd: warm water uit de tropische streken wordt naar het noorden gestuwd en gaat dan weer retour via de diepte van de oceanen. Door deze diepwaterpomp ontstaat de thermohaline circulatie.


Slide 26 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§3: Rivieren in de oceanen

Uitleg
Zuidelijk halfrond, Grote Oceaan: ten oosten ligt Zuid-Amerika en ten westen Oceanië/Australië



Normale situatie
El Niño-situatie
La Niña: tegenovergesteld: sterkere passaten sturen grote hoeveelheden oceaanwater westwaarts en zeespiegel stijgt bij Indonesië en Filipijnen

Slide 27 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§3: Rivieren in de oceanen
Maken






Hoe?
  • Zelfstandig of samenwerken in tweetallen op zachte toon of fluistertoon
  • Kom je er (samen) niet uit? Lees eerst het LB nog eens door.
  • Kom je er nog steeds niet uit? Steek je vinger op.




Wat ga ik doen?
BLZ.
1.3 online
online

Slide 28 - Tekstslide

timer
2:00
H1: Het klimaatsysteem
§4: Het klimaat als systeem


timer
4:00
  • pak leerwerkboek, schrift en etui
  • open LessonUp en online methode

Slide 29 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§4: Het klimaat als systeem

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Uitleg 1.4
  • Maken

Hoofdvraag


Deelvraag


Wat is de wisselwerking tussen de atmosfeer, de oceanen en het land bij de totstandkoming van klimaten?
7
Waarom treden er klimaatveranderingen op?

Slide 30 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§4: Het klimaat als systeem

Uitleg
Klimaat is een samenspel tussen lucht, water, ijs, land en vegetatie. Wordt één van de medespelers verstoord, dan heeft dit gevolgen voor de medespelers en het gehele systeem.

Slide 31 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§4: Het klimaat als systeem

Uitleg
Er zijn drie grote externe factoren die aanzet kunnen geven tot een verandering van het klimaat:
  1. conditionele factoren, oftewel randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden voordat er een verandering kan optreden. Voorbeeld: de ligging van de aardplaten en platentektoniek.
  2. sturende mechanismen: factoren die bijdragen aan de gebeurtenis, maar geen randvoorwaarden zijn. Voorbeeld: variaties in de baan rond de aarde en de stand van de aardas dragen bij aan temperatuurschommelingen.
  3. hoeveelheid zonne-energie dat door de Aarde wordt ontvangen.

Slide 32 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§4: Het klimaat als systeem

Uitleg
Terugkoppelingsmechanismen: beïnvloeding van het gedrag van een systeem door verandering van eigenschappen van het systeem zelf. Sommige gevolgen versterken de situatie (positieve terugkoppeling), andere gevolgen werken de verandering tegen (negatieve terugkoppeling).
Let op! Dit betekent niet dat de veranderingen positief of negatief worden gezien voor het leven op aarde.

Slide 33 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§4: Het klimaat als systeem

Uitleg
  • Voorbeeld positieve terugkoppeling: opwarming van de aarde leidt tot het afsmelten van Groenland --> grote hoeveelheden zoet water in Atlantische Oceaan --> er wordt meer warmte opgenomen door dit water --> het afsmelten wordt versterkt --> proces van de opwarming van de aarde wordt versterkt

  • Voorbeeld negatieve terugkoppeling: opwarming van de aarde leidt tot het afsmelten van Groenland --> grote hoeveelheden zoet water in Atlantische Oceaan --> water wordt minder zout en lichter, zakt niet meer naar oceaanbodem --> dieptepomp stagneert en Golfstroom wordt minder sterk / stopt --> verstoring van het Atlantisch circulatiesysteem; NW-Europa krijgt geen aanvoer van warm water meer --> klimaat koelt af / ijstijd mogelijk


Slide 34 - Tekstslide

H1: Het klimaatsysteem
§4: Het klimaat als systeem
Maken






Hoe?
  • Zelfstandig of samenwerken in tweetallen op zachte toon of fluistertoon
  • Kom je er (samen) niet uit? Lees eerst het LB nog eens door.
  • Kom je er nog steeds niet uit? Steek je vinger op.




Wat ga ik doen?
BLZ.
1.4 online
online

Slide 35 - Tekstslide