Blok 2, week 3, les 4

• Spelling
• Basisschool
• Groep 4

Spelling

Blok 2, week 3, les 4

Nodig:

Laptop

Lesdoel

Ik kan woorden schrijven van het

aai-ooi-oei-woord.

Opfrissen

Week 1 en 2

Wat is een plankwoord?
Schrijf het juiste woord op je wisbordje.

1. denk
2. zucht
3. lucht
4. lig

Wat is geen eer / oor / eur woord

1. reuk
2. zeur
3. koor
4. leer

Alle ei woorden verzamelen

Voorbeeld: ik maai, ik gooi, ik roei

Aai-ooi-oei woord: Ik hoor de j maar ik schrijf de i.

Aai, ooi, oei woorden

Quiz

1. mooj
2. mooij
3. moi
4. mooi

1. zwaien
2. zwaaien
3. zwaaijen
4. zwaajen

1. aajen
2. aaijen
3. aaien
4. aien

1. groeien
2. groejen
3. groeijen
4. grooien

1. hooi
2. hooj
3. hooij
4. hoi

1. sproejen
2. sproeijen
3. sproeien
4. sprooien

1. ooijevaar
2. ooievaar
3. oojevaar
4. oievaar

1. stoejen
2. stoeien
3. stoeijen
4. stooien

1. papegaaj
2. papegai
3. papegaai
4. papegaaij

1. dooier
2. dooijer
3. doojer
4. doier

1. saaje
2. saaije
3. saie
4. saaie

1. koeien
2. koeijen
3. koejen
4. kooien

1. zooij
2. zooj
3. zoi
4. zooi

1. kooijen
2. koien
3. kooien
4. koojen

1. roejen
2. roeien
3. roeijen
4. roeiien

1. maajen
2. maaijen
3. maaien
4. maien

1. draien
2. draajen
3. draaien
4. draaijen

1. gooijen
2. goojen
3. goien
4. gooien

1. gloeijlamp
2. gloeilamp
3. gloejlamp
4. glooilamp

1. dooien
2. doojen
3. dooijen
4. doien

Lesdoel

Ik kan woorden schrijven van het 

aai-ooi-oei-woord. 

Ik heb het lesdoel behaald:
Ik ken de regel van het aai-ooi-oei woord

😒🙁😐🙂😃