VWO 4_Unité 3

Programme
Quiz
Lire: Cédric
Grammaire: les nombres

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programme
Quiz
Lire: Cédric
Grammaire: les nombres

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Lire: Cédric
Faire: ex. 14 t/m 17

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Programme: 12 décembre
  • A la une: la grève

Lire: Faits divers
  • ex. 18 t/m 21

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Programme
  • Test jezelf: §3.3 Grammaire I, leerdoel B
  • Woordtrainer: §3.4 Lire
  • Quiz: pouvoir et vouloir
  • Grammaire: l'adjectif et l'adverbe
  • Actualité et Culture: Les symboles de la France

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

L'adjectif et l'adverbe
  1. Regardez la vidéo "l'adjectif ou l'adverbe"
  2. Faites ex. 26
  3. Regardez la vidéo "de vorm van het bijv. nw."
  4. Faites ex. 27
  5. Regardez la vidéo "het bijwoord"
  6. Faites ex. 28
Alle uitzonderingen staan in het grammatica-overzicht in je boek §3 en §4 p. 109-110

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Wat zie en herken je?

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Programme 8 janvier
  • Grammaire: Adjectif ou adverbe?
  • Lire: la folie des forums
  • Littérature: Monsieur Ibrahim

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adjectif ou adverbe?
Adjectif = bijv. nw > zegt iets over een zelfst. nw. en past zich qua getal en geslacht aan, aan het zelfst. nw. waar het bij hoort

Adverbe = bijwoord > zegt iets over een werkwoord

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adjectif ou adverbe
  • Faire: exercice en ligne (Studiewijzer)
  • Faire: ex. 29
  • Apprendre: voca p. 48 (quizlet / wrts)
timer
20:00
Uitleg in grammatica-overzicht § 3 + 4

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lire: la folie des forums
Faire: ex. 22 t/m 26

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toetsen
16 janvier: Boektoets Monsieur Ibrahim
23 janvier: Kennistoets Unité 3
- Pages Jaunes vocabulaire p. 48 + 49
- Grammaire: GR21: les verbes pouvoir, vouloir, venir: présent, imparfait, passé composé, futur et conditionnel
- GR3: l’adjectif + L’adverbe

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Programme 9 janvier
Parler: een kamer reserveren
Je kunt een eenvoudig telefoongesprek voeren om een kamer te reserveren.
Je kunt getallen verstaan en uitspreken.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le refuge
  • Ecouter: ex. 32
  • Lire à haute voix: p. 42 le refuge
  • Lire + expressions: 33 + 34B
  • Parler: ex. 35
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercice 33

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercice 34B

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programme du 15 janvier

Grammaire: l'adverbe
Les réseaux sociaux
Monsieur Ibrahim

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

L'adverbe
Bijwoorden zeggen iets over een werkwoord.

Hij werkt langzaam.
Il travaille lentement.

De auto rijdt snel.
La voiture roule rapidement.
MAAK AANTEKENINGEN

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

L'adverbe
Een bijwoord maakt je door -ment achter het bijvoeglijk naamwoord te zetten.

rapide > rapidement
libre > librement
vrai > vraiment

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

L'adverbe
Waneer een bijvoeglijk naamwoord niet eindigt op een klinker, maak je het bijvoeglijk naamwoord eerst vrouwelijk.

heureux > heureuse > heureusement
doux > douce > doucement

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sommige bijwoorden zijn onregelmatig:

bon > bien (goed)
meilleur > mieux (beter)
mauvais > mal (slecht)
gentil > gentiment (aardig)
énorme > énormément (enorm)





long > longtemps (lang)
bref > brièvement (kort)
précis > précisément (precies)
profond > profondément (diep)
Dus niet bonnement

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

L'adverbe
Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -ent of -ant krijgen als bijwoord -emment of -amment.

patient > patiemment (geduldig)
prudent > prudemment (voorzichtig)
violent > violemment (heftig)
méchant > méchamment (gemeen)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

D'accord en ligne
§3.5 : Grammaire II
Grammaticatrainer : l'adjectif et l'adverbe

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les chiffres Instagram pour la France
  • 17 millions de Français sont chaque mois sur Instagram
  •  Instagram représente  25 millions de visites uniques par mois
  • 11,7% des internautes français visitent Instagram chaque jour
  • 54% des instagrammers français sont des femmes (...46% des hommes).
  • La France se positionne à la 15e place du classement des pays comptant le plus d’utilisateurs.
  • 95 millions de photos et vidéos sont postées chaque jour

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 6 types d’influenceurs Instagram les plus populaires
  1. L’Icône: Pop Stars, Acteur/actrice, Athlètes
  2. L’aventurier: les voyageurs, photographes nature, sportifs extrêmes
  3. Les instructeurs: Do It Yourself, blogueurs experts et « life hackers » 
  4. Le Gourou: Influenceurs Beauté, Lifestyle, Fitness & Fashion
  5. Les créatifs: Réalisateurs de courts métrages, pranksters
  6. Les Entertainers: Comédiens, influenceurs inclassables

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les types d'utilisateurs Facebook
Faire: ex. 41 + 42 + 43 + 45

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Programme 22 janvier
Vers l'examen
Préparer l'examen

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Link

Quizlet: voca

Slide 43 - Link

Video: gamen
Vers l'examen
Faire: ex. 50 t/m 55

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Link

Quizlet: pouvoir et vouloir
Préparer l'examen
  • voca leren op quizlet / wrts
  • extra oefenen op de site van D'accord
  • woordtrainers / flitskaarten / grammaticatrainer op de site
  • uitleg + materiaal in de studiewijzer op Magister

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies