Talen in de wereld

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel 'natuurlijke' talen zijn er in de wereld? (spontaan ontstaan en geschikt om alles mee uit te drukken)
A
195 talen
B
ongeveer 1000 talen
C
ongeveer 3500 talen
D
ongeveer 7000 talen

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Welke taal wordt het meest als moedertaal gesproken?
A
Spaans
B
Engels
C
Mandarijn ('Chinees')
D
Hindi

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Welke taal wordt het meest gesproken (niet enkel moedertaal)?
A
Spaans
B
Engels
C
Mandarijn ('Chinees')
D
Hindi

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Waar staat het Nederlands in de lijst?
A
23ste plaats
B
62ste plaats
C
148ste plaats
D
324ste plaats

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Waar wordt het Nederlands zoal gesproken?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Waar vind je de grootste verscheidenheid aan talen?
A
China
B
India
C
Papoea-Nieuw-Guinea
D
Nigeria

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Hoeveel procent van de talen is met uitsterven bedreigd?
A
16%
B
76%
C
25%
D
42%

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Welk continent heeft het grootste aantal inheemse talen?
A
Afrika
B
Oceanië
C
Azië
D
Amerika

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Welk woord komt in elke taal ter wereld voor?
A
Mama
B
Papa
C
Huh
D
Oei

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Link

Slide 31 - Tekstslide

Wat komt niet in elke taal ter wereld voor? (taaluniversalia)
A
Klinkers en medeklinkers
B
Verleden tijd
C
Werkwoorden en zelfstandige naamwoorden
D
Voornaamwoorden

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Wanneer is taalvermogen ontstaan?
A
Australopithecus, 4 miljoen jaar geleden
B
Homo habilis, 2.5 miljoen jaar geleden
C
Bij de Neanderthaler en homo sapiens
D
Uitvinding schrift, 3500 v.C.

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide