Intramusculair injecteren

Intramusculair injecteren
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Intramusculair injecteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Lessonup 12.45 - 13.45
  • Pauze 13.45 - 14.00 uur
  • Praktijk oefenen 14.00 - 14.50 uur
  • Afsluiting  14.50 - 15.15 uur

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt benoemen wat I.M. injecteren is 
Je kent de injectieplaatsen bij I.M. injecteren

Je kunt uitleggen wat een prikaccident is
Je weet hoe je moet handelen bij een prikaccident

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Injectie I.M.

Intra = in 
 Musculair = spier
in het spierweefsel dus..!


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is IM injecteren een voorbehouden handeling? JA/NEE

Slide 5 - Open vraag

Injecteren is een voorbehouden handeling die je als zorgverlener in de thuiszorg vaak uitvoert. Het klaarmaken en toedienen van intramusculaire injecties kan risico's met zich meebrengen voor de cliënt. Van zorgverleners wordt verwacht dat ze deze handelingen aantoonbaar bekwaam kunnen uitvoeren.

verrichten van heelkundige handelingen;
verloskundige handelingen;
verrichten van endoscopieën;
verrichten van katheterisaties;
geven van injecties;
verrichten van puncties;
onder narcose brengen;
radioactieve stoffen of ioniserende straling gebruiken;
verrichten van electieve cardioversie;
toepassen van defibrillatie;
toepassen van elektroconvulsieve therapie;
verrichten van geneeskundige steenvergruizing;
kunstmatige bevruchting toepassen;
voorschrijven van geneesmiddelen op recept.
 

Geeft IM injecteren een snelle opname van het medicijn? JA/NEE

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken

Spieren zijn goed doorbloed, er lopen dus veel bloedvaten. Dit zorgt voor gemakkelijke en snelle opname van het medicijn (binnen 15 - 20 min).

 
Injecteren in de spier kan pijnlijk zijn. Help de patiënt de spier te ontspannen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moet je aspireren bij IM injecteren?
A
ja, altijd
B
nee
C
alleen bij injecteren in bilspier
D
alleen injecteren in dijbeenspier

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan je injecteren in botweefsel voorkomen?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar mogen we intramusculair injecteren?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar ?
  • Grote bilspier
    BBB --> Bovenste Buitenste Bil kwadrant  
  • Dijbeenspier
    Boven buitenkant bovenbeen 
  • Deltaspier
    Zijkant bovenarm
    (voornamelijk vaccinaties)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een subcutane naald is dunner en korter dan een intramusculaire naald.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een opzuignaald is dikker of dunner dan een injectienaald?
A
Dikker
B
Dunner

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

PRIKACCIDENT

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een prikaccident? Prikken aan een naald...
A
tijdens klaarmaken van medicatie
B
na het injecteren van een zorgvrager
C
A en B zijn beiden juist

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

RIVM

Bij een prikaccident komt bloed (of een andere lichaamsvloeistof) van de ene persoon via een scherp voorwerp, bijvoorbeeld een injectienaald of scalpel, in het lichaam van een ander. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan er gebeuren?
  • hepatitis of
  • Humaan Immunodeficiëntie Virus (HIV) 
...kan worden overgedragen.

Behandeling is soms noodzakelijk..!!
Er wordt ingeschat hoe groot het risico is. Evt. bloedafname bij de zorgvrager

Slide 22 - Tekstslide

Hepatitis is een ontsteking van de lever die door verschillende oorzaken kan ontstaan.

Hepatitis B: Contact met lichaamsvloeistoffen zoals bloed, sperma of vaginale afscheidingen.
Hepatitis C: Contact met besmet bloed.

HIV staat voor Human Immunodeficiency Virus. Het is een virus dat het immuunsysteem aanvalt, waardoor het lichaam minder goed in staat is om infecties en ziektes te bestrijden. HIV wordt voornamelijk verspreid door contact met bepaalde lichaamsvloeistoffen van een persoon die HIV heeft, zoals bloed, sperma, vaginale afscheidingen en moedermelk.

Als HIV niet wordt behandeld, kan het leiden tot AIDS (Acquired Immunodeficiency Syndrome), het laatste stadium van HIV-infectie waarin het immuunsysteem ernstig beschadigd is


Wat is belangrijk bij een prikaccident?
A
Wondje goed laten bloeden
B
Het prikaccident direct melden
C
Wondje desinfecteren met alcohol 70%
D
Allemaal juist

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde van handelen bij een prikaccident?
A
Bloeden, desinfecteren, spoelen, melden
B
Bloeden, spoelen, desinfecteren, melden
C
Melden, spoelen, bloeden, desinfecteren
D
Melden, bloeden, spoelen, desinfecteren

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje bekijken


Video's bij Module 7 Medicijnen
 verpleegtechnische handelingen onderdeel medicijnen.

Intramusculair injecteren

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbereiding
Lees het protocol intramusculair injecteren en de achtergrondinformatie in Vilans.
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktijkoefenen
Intramusculair injecteren

- Groepjes van 3 personen (zorgvrager, zorgverlener, observator).
 
- Checklist gebruiken Mijn vilans protocollen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting


• Opruimen skills lokaal
• Indien module 7 onderdeel injecteren gemaakt is, aftekenen boekje.
• Huiswerk - zie teams
• Zijn er vragen?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies