eindquiz kleuters

De kleuter eindquiz

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

De kleuter eindquiz

Slide 1 - Tekstslide

De handvoorkeur ontwikkelt zich meestal in de kleutertijd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Jokken betekent dat een kleuter opzettelijk onwaarheden vertelt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Een kleuter is in staat tot sociaal gedrag: hij kan meeleven met een ander, delen en anderen helpen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Genderidentiteit is:
A
Gedrag kenmerkend voor meisjes of jongens
B
Het voortdurend aanwezige besef dat je jongen of meisje bent

Slide 5 - Quizvraag

Immitatiespel of rollenspel is nog te moeilijk voor kleuters
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Dit is de juiste pengreep
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Een verkeerde pengreep leidt tot verkramping en slecht handschrift
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Een kleuter verbetert zijn evenwichtsgevoel, dit is een voorbeeld van de fijne motoriek
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag


De marshmallowtest is een test om te onderzoeken hoe succesvol een kind zal zijn als hij volwassen is
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Hoe noem je deze tekening van een kleuter?

Slide 11 - Open vraag

Een voorbeeld van voorbereidend schrijven is de methode:
A
Schrijf van 5
B
Schrijf op je lijf
C
Schrijfdans

Slide 12 - Quizvraag

Object conservatie is het vermogen dat kinderen begrijpen dat dingen van vorm kunnen veranderen, maar dat het aantal/ hoeveelheid gelijk blijft:
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Een kleuter die leert zijn knoop dicht te doen is een voorbeeld van:
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Creatieve ontwikkeling
D
Sociale ontwikkeling

Slide 14 - Quizvraag

Fantasie en werkelijkheid lopen door elkaar bij een kleuter. Dit is een voorbeeld van:
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Creatieve ontwikkeling
D
Sociale ontwikkeling

Slide 15 - Quizvraag

Een kleuter kan zijn aandacht beter vasthouden dan een peuter en houdt van taakjes. Dit is een voorbeeld van:
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Creatieve ontwikkeling
D
Sociale ontwikkeling

Slide 16 - Quizvraag

Een kleuter is geïnteresseerd geslachtdelen van zichzelf en de ander, dit valt onder de
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Seksuele ontwikkeling
D
Sociale ontwikkeling

Slide 17 - Quizvraag

Eerste vriendschappen ontstaan in de kleutertijd, bij welk ontwikkelingsgebied hoort dit?
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Emotionele ontwikkeling
C
Seksuele ontwikkeling
D
Sociale ontwikkeling

Slide 18 - Quizvraag

Je helpt een kleuter als je zijn gevoel verwoordt: 'Ik zie dat je verdrietig bent'. Dit is een voorbeeld van:
A
Emotionele ontwikkeling
B
Persoonlijkheid ontwikkeling
C
Seksuele ontwikkeling
D
Sociale ontwikkeling

Slide 19 - Quizvraag

Een kleuter leert tellen. Kunnen aanwijzen en tellen tegelijk noem je:
A
Synchroon tellen
B
Akoestisch tellen
C
Resultatief tellen

Slide 20 - Quizvraag

Een kleuter leert tellen. Als een kind weet hoeveel hij/zij heeft geteld noem je dit:
A
Synchroon tellen
B
Akoestisch tellen
C
Resultatief tellen

Slide 21 - Quizvraag

Een kleuter leert tellen. Als een kind de telrij kan opzeggen noem je dit:
A
Synchroon tellen
B
Akoestisch tellen
C
Resultatief tellen

Slide 22 - Quizvraag

Kleuters spelen graag met kapla. Welk ontwikkelingsgebieden worden gestimuleerd?
A
Emotionele en cognitieve ontwikkeling
B
Persoonlijkheid en sociale ontwikkeling
C
Cognitieve en lichamelijke ontwikkeling
D
Sociale en cognitieve ontwikkeling

Slide 23 - Quizvraag