Gesprekken 3F; toelichting examenmoment

Nederlands
Gesprekken voeren
Toelichting examenmoment
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Gesprekken voeren
Toelichting examenmoment

Slide 1 - Tekstslide

Onderdelen examen gesprekken voeren
Examen Nederlands gesprekken voeren 3F
Het examen gesprekken voeren bestaat uit twee delen:

- Het gesprek met een examinator
- De discussie


Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Zorg dat je 15 minuten voor aanvang van het examen aanwezig bent. 
  • Je krijgt dan nog tijd om je voor te bereiden. 
  • Je mag aantekeningen meenemen naar het examen (noteer alleen steekwoorden)
  •  Komt het tijdstip niet uit: ruil onderling en geef dit aan mij door per mail of via Teams.

Slide 3 - Tekstslide

Onderdeel 1: gesprek praktijkbegeleider/leidinggevende
Tijdens het gesprek voer je een gesprek van minimaal 8 minuten (de tijd houden de examinatoren bij). Tijdens het gesprek is de examinator de praktijkbegeleider van jouw stage óf je directe leidinggevende van jouw werk.

Je wordt beoordeeld op inhoudskenmerken (dat zijn de vragen die gesteld worden) die je tien minuten voor het examen begint nog kunt voorbereiden in een lokaal (zie hierna).

Slide 4 - Tekstslide

Onderdeel 1: gesprek praktijkbegeleider/leidinggevende
De inhoud van het gesprek:
  • Geef aan in hoeverre je tevreden/niet tevreden bent over je stageplek
  • Waarom wel/niet: geef 2 redenen
  • Wat gaat goed, 2 voorbeelden
  • Wat wil je zelf verbeteren
  • Wat kan verbeterd worden in werksituatie
  • Hoe verbeterpunten te realiseren
  • Welke 3 afspraken kunnen gemaakt worden




Slide 5 - Tekstslide

Onderdeel 2: de discussie
De discussie voer je met een klasgenoot. Jullie discussiëren tien minuten over onderstaande stellingen (5 minuten per stelling). Welke stelling je voor en tegen bent, hoor je vlak voor het examen.

1. Bij overvolle ic’s is leeftijdsselectie aanvaardbaar.
2. Docenten moeten cartoons die voor bepaalde bevolkingsgroepen mogelijk als schokkend ervaren worden in de les kunnen laten zien.

Inhoudelijke informatie over bovenstaande onderwerpen vind je via de links in Teams onder 'posts' in de map van Nederlands (door jullie geplaatst).

Slide 6 - Tekstslide

Onderdeel 2: de discussie (vervolg)
Voor of tegen...
Ben jij voor de eerste stelling dan begin jij en sluit je de discussie ook af (met een conclusie).

Vervolgens opent de andere kandidaat de tweede stelling en sluit deze, na de discussie, ook af met een conclusie.

Slide 7 - Tekstslide

Onderdeel 2: de discussie (vervolg)
 Tijdens de discussie word je beoordeeld op de volgende inhoudskenmerken:
- Geef aan over welke stelling je het gaat hebben (beeldvorming)
- Geef minimaal twee argumenten (voor of tegen) (inventariseren)
- Noem minimaal twee voorbeelden om je argumenten kracht bij te zetten
- Luister goed naar de twee tegenargumenten van je medekandidaat en bespreek met elkaar wie de sterkste argumenten heeft (reageren)
- Trek samen een conclusie. Zijn jullie het eens geworden? (besluiten)

Slide 8 - Tekstslide

De vier fases van een discussie
1. Beeldvorming
- Je vertelt over welke stelling je het wilt hebben
2. Inventariseren
- Je geeft je standpunt eens/oneens
- Je geeft 2 argumenten ter onderbouwing van je standpunt
- Je licht je argumenten toe met twee voorbeelden
- Je luistert naar tegenargumenten van je gesprekspartner (maak aantekeningen!)
3. Reageren
- Bevragen en bespreken wie sterkste argumenten heeft
4. Besluiten
- Conclusie trekken: eens/oneens?

Slide 9 - Tekstslide

Beoordeling taalspecifieke kenmerken
Bij beide onderdelen word je beoordeeld op onderstaande taalspecifieke kenmerken:
- Beurten nemen en bijdragen aan samenhang
- Afstemming op doel
- Afstemming op gesprekspartners
- Woordgebruik en woordenschat
- Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing

Slide 10 - Tekstslide

Vragen?

Slide 11 - Tekstslide