GJ 2 Unidad 4: Otros tiempos

Vertaal in het Spaans:
Nederland
1 / 27
volgende
Slide 1: Woordweb
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Vertaal in het Spaans:
Nederland

Slide 1 - Woordweb

Vul het juiste woord in op de lege plek:
El verano pasado fui de vacaciones _____ España.
A
a
B
en

Slide 2 - Quizvraag

Vertaal in het Spaans:
voetballen

Slide 3 - Woordweb

Wat is de juiste vertaling van 'ik begon met dansen op 3-jarige leeftijd'?
Empecé bailar a los 3 años.
Empecé a bailar a los 3 años.
A
Empecé bailar....
B
Empecé a bailar ....

Slide 4 - Quizvraag

U4 Otros tiempos

Pak je chromebook alvast op tafel, 
maar laat hem nog even dicht.

Slide 5 - Tekstslide

Wat komt er dit hoofdstuk aan bod?
  • werkwoorden imperfecto (verleden tijd)
  • vergelijking vroeger en nu
  • signaalwoorden 
  • herhaling werkwoorden tegenwoordige tijd

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn grote verschillen tussen vroeger en nu, volgens/voor jou?
timer
1:00
Antes y ahora
(vroeger en nu)

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Video

0

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

signaalwoorden imperfecto
Voorbeelden van signaalwoorden imperfecto:
  • antes = vroeger
  • cada día/semana/mes/año = elke dag/week/maand/jaar
  • todos los días = elke dag
  • siempre = altijd
  • normalmente = normaal gesproken
  • en los años '80 = in de jaren '80
  • cuando tenía... años = toen ik ... jaar oud was
  • cuando era pequeño/a = toen ik klein was

Slide 13 - Tekstslide

Welk ww is NIET in de imperfecto vervoegd?
timer
0:20
A
trabajé
B
hacía
C
hablaba
D
comías

Slide 14 - Quizvraag

Welk ww is NIET in de imperfecto vervoegd?
timer
0:20
A
pensaban
B
bebías
C
comieron
D
vivíamos

Slide 15 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van imperfecto in: Antes mi padre (llevar) gafas.
timer
0:20
A
llevabas
B
llevía
C
llevaba
D
lleva

Slide 16 - Quizvraag

Welke 3 Spaanse werkwoorden zijn onregelmatig in de imperfecto?
timer
0:30

Slide 17 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de imperfecto in: Cuando era joven, (ver, yo) la tele cada día.
timer
0:20
A
vía
B
veía
C
veías
D

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de imperfecto van 'hay'?
timer
0:20

Slide 19 - Open vraag

Tegenwoordige tijd:
tener - yo
A
tengo
B
tienes
C
tiene
D
tenía

Slide 20 - Quizvraag

Tegenwoordige tijd:
ser - yo
A
era
B
soy
C
es
D
eras

Slide 21 - Quizvraag

Vertaal in het Spaans:
er is / er zijn
A
hay
B
había

Slide 22 - Quizvraag

Vertaal:
blond haar
A
el pelo rubia
B
el rubio pelo
C
el pelo rubio
D
el pelo rubios

Slide 23 - Quizvraag

Welk woord in de zin is fout geschreven:
Antes tenía los ojos azul.
A
tenía
B
los
C
ojos
D
azul

Slide 24 - Quizvraag

¿Cómo has cambiado?
Geef een vergelijking vroeger en nu over jezelf.
Denk eraan dat je bij vroeger imperfecto en bij nu tegenw tijd gebrukt.

Slide 25 - Woordweb

¿Qué te gustaba más antes?

Slide 26 - Poll

DEBERES 
* VOORKANT WOORDENLIJST INVULLEN (t/m el vestido)
* TEKSTBOEK BLZ. 48 OEF 1AB 
(Antes cuando mi abuela era joven = vroeger toen mijn oma jong was)

Slide 27 - Tekstslide