het weer en het klimaat

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

3 november

lezen

nakijken taak 5

les afsluiten

1. wat zegt het weerbericht over: de temperatuur......
de neerslag.....
de zonneschijn....
de wind.....

2.Is het weerbericht elke dag precies hetzelfde?

1. ja
2. nee

2. het weer.....

1. verandert elke dag
2. is altijd precies hetzelfde

3. het weer zegt iets over de temperatuur, de neerslag, de zonneschijn en de wind...

1. op een bepaald moment op een bepaalde plaats
2. tijdens een lange periode
3. in een groot gebied

5. vul de ontbrekende woorden in.
Het waait hard........ is sterk
Als je wilt weten of het koud of warm is, meet je de......
Er is geen wolkje aan de lucht. Er is veel....
Het regent en sneeuwt. Er is veel......

6. Nederland:
temperatuur:
neerslag:
zonneschijn:
wind:

6. Marokko
temperatuur:
temperatuur:
neerslag:
zonneschijn:
wind:

7. Het weer verandert elke dag?

1. goed
2. fout

7. het klimaat verandert elke dag

1. goed
2. fout

Nederland heeft een koel klimaat

1. goed
2. fout

7. Vandaag is het klimaat zonnig

1. goed
2. fout

8. In maart was de temperatuur.... graden en er viel .... mm neerslag.

Hoe komt het dat het ene gebied een ander klimaat heeft dan het andere gebied?

14. Waar regent het het meest?

1. bron 33
2. bron 35

14. Waar is het het warmst?

1. bron 33
2. bron 35

14. Welk klimaat past het best bij Nederland?

1. bron 33
2. Bron 35

14. Welk klimaat ligt het dichtst bij de evenaar?

1. Bron 33
2. Bron 35

14. Welk klimaat ligt het dichtst bij de zee?

1. bron 33
2. bron 35

15. Welke kenmerken heeft het klimaat?
Zomer....
Winter...
Neerslag....

16. Welk klimaat zou jullie eiland hebben? ..... want.....

17. Welke zinnen heb je aangekruist?

1. 1, 3
2. 2, 3
3. 2,4
4. 1,4

18. Wat is de beste plek om een bestaan op te bouwen?