Examentraining Duits Mavo Deel 3

Examentraining 
Duits vmbo
Teksten begrijpen 
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Examentraining 
Duits vmbo
Teksten begrijpen 

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen

Je leert specifieke informatie uit de tekst te halen.
Je leert hoe je een vraag korter en duidelijker voor jezelf kan maken.


Slide 2 - Tekstslide



Ik lees de teksten straks voor. Lees goed mee!

Maar eerst... wat weet je nog?  


 

Slide 3 - Tekstslide

Even herhalen:
Waarom is het belangrijk eerst te kijken om wat voor soort tekst het gaat?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Signaalwoorden
Wanneer je de tekst of alinea aan het lezen bent, kom je waarschijnlijk signaalwoorden tegen. (voorbeelden: maar, omdat, terwijl, toch, niet alleen ... maar ook, hoewel, etc.) Deze signaalwoorden moet je eerst leren. Start dus WRTS op en vul de signaalwoorden van de volgende badzijden uit de examenbundel in. Oefen ze met toets, totdat je ze allemaal kent! Herhaal dit om de dag!  

Slide 6 - Tekstslide

Signaalwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Signaalwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Duitse vraagstellingen
Soms wordt een vraag in het Nederlands gesteld, maar meestal staat de vraag in het Duits. Het gaat om standaard vragen. Wanneer je deze Duitse vragen/ vraagstellingen al geleerd hebt, scheelt dit tijd!    Deze vraagstellingen moet je eerst leren. Start dus WRTS op en vul de vraagstellingen van de volgende badzijden uit de examenbundel in. Oefen ze met toets van Duits naar Nederlands, totdat je ze allemaal kent! Herhaal dit om de dag!  

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Let OP! 
Ik wil dat je alle fragmenten goed beluistert en meeleest! Daar leer je het meest van!  
Klik en luister!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Tekst 1

Slide 14 - Tekstslide


Slide 15 - Open vraag

Vraag 1

Slide 16 - Tekstslide

Tekst 2

Slide 17 - Tekstslide

2. Was wird aus dem 1. Absatz deutlich?
A
Blaumachen hat kaum negativen Einfluß auf die Noten
B
Es sind vor allem weibliche Schüler die blaumachen
C
Schüler die blaumachen verlassen oft die Schule vorzeitig
D

Slide 18 - Quizvraag

3. „Blaumachern” (alinea 1)
Welk woord in de eerste alinea brengt hetzelfde tot uitdrukking?
Schrijf dat woord op.

Slide 19 - Open vraag

Vraag 2 & 3

Slide 20 - Tekstslide

Hoe analyseer ik de vraag?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Tekst 3

Slide 25 - Tekstslide

4 Met welk doel wordt de “Grand Challenge” georganiseerd? (alinea 1)

Schrijf de eerste twee woorden op van de zin waaruit dat doel blijkt.

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

5. Wie schließt der 2. Absatz an den 1. Absatz an? Der 2. Absatz:
A
behandelt die Vor- und Nachteile des im1. Absatz genannten Rennens.
B
gibt nähere allgemeine Informationen zum im 1. Absatz genannten Rennen.
C
listet die Teilnahmebedingungen des im1. Absatz genannten Rennens auf.
D

Slide 28 - Quizvraag

Vraag 5

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

6. Was geht aus dem 2. Absatz hervor?
A
An der „Grand Challenge“ nehmen nur Wissenschaftler teil.
B
Der Bau eines „Grand Challenge“-Autos kostet meistens viel Zeit.
C
Die „Grand Challenge“ hat viele Spielregeln.
D
Die Strecke der „Grand Challenge“ ist jedes Mal die gleiche.

Slide 31 - Quizvraag

Vraag 6

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

7 Welche Aussage stimmt mit dem 1. Absatz überein?

A
Kommunikative Leute haben weniger Stress im Umgang mit anderen.
B
Man braucht viel Erfahrung um im Tourismus erfolgreich zu sein.
C
Tourismusarbeit kann ganz unterschiedlich sein.
D
Wenn es heiß ist, ist es nicht immer toll, arbeiten zu müssen.

Slide 35 - Quizvraag

tekst 4 en vraag 7

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

8. Alinea 2 bestaat uit twee delen.
In het eerste deel wordt een positieve kijk op de baan van “Animateur” gegeven. In het tweede deel wordt de nadelige kant van deze baan besproken.
> Schrijf de eerste twee Duitse woorden op van deel 2.

Slide 38 - Open vraag

Tekst 4 vraag 8

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

9 Waarom wilde de Braziliaan zijn vrouw via het internet verkopen?

Slide 42 - Open vraag

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

10. De klimtorens in het ’Mauerpark’ bevinden zich in Berlijn.
> Wat stond er vroeger op de plek van de klimtorens?

Slide 45 - Open vraag

Slide 46 - Tekstslide

Vraag 10

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

11. De inbreker gaf zichzelf onbedoeld aan als dader.
> Wat deed hij namelijk?

Slide 49 - Open vraag

Vraag 11

Slide 50 - Tekstslide

Ga naar:

  • https://quizlet.com/nl/602585314/duits-examenwoordenschat-mavo-3-flash-cards/     voor het oefenen van examenwoordenschat
  • https://quizlet.com/nl/639779675/zinnen-duits-examenidioom-flash-cards/ voor het oefenen van examenvragen


Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide