Sprookje les 5: meervoud

Sprookje les 5
Creatief schrijven Spelling

Nederlands VWO 1 - Periode 1 2023/2024
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Sprookje les 5
Creatief schrijven Spelling

Nederlands VWO 1 - Periode 1 2023/2024

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je geleerd ...
... hoe je een sprookje écht sprookjesachtig maakt.
... hoe je ervoor zorgt dat de lezer van jouw sprookje het sprookje echt beleeft en (bijna) voor zich kan zien.

Slide 2 - Tekstslide

Warming-up
Goudhaartje en de drie beren

Gruwelijke rijmen van Roald Dahl
Sprookjes met een 😉 

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Aan het einde van deze les ...


... weet je hoe je het meervoud maakt van een zelfstandig naamwoord en kun je de regels hiervoor toepassen.


Slide 5 - Tekstslide

Regels meervoudsvormen
1. Woorden die eindigen op -s of -f > soms een -z of een -v
2. Woorden die eindigen op -ee of -ie > trema op (ideeën - poriën)
3. Woorden die uit het Latijn komen > soms Latijnse meervoudsuitgang
4. Woorden die geen meervoud/enkelvoud hebben > rommel/hersenen
5. Woorden die eindigen op -man > mannen, lieden, lui
6. Woorden waarvan de klinker verandert > smid/smeden 
7. Woorden die 2 meervoudsvormen hebben > groentes/groenten
8. Woorden die eindigen op -a, -i,-o, -u, -y > 's (auto's, maar sprays)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
Log in bij LU.
Ga naar: Sprookje les 5: meervoud - slide 15
Ben je klaar? Maak dan Sprookje les 6

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het meervoud van
kaas?
A
kaazen
B
kazen
C
kasen
D
kaas heeft geen meervoud

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het meervoud van vee?
A
veeën
B
vee heeft geen meervoud
C
vee
D
vee heeft alleen een meervoud

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het meervoud van
mees?
A
meesen
B
mezen
C
meezen
D
mesen

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het meervoud van
kip?
A
kippen
B
kipen
C
kipjes
D
kippetjes

Slide 19 - Quizvraag

Waar ligt de klemtoon bij
genie?
A
ge
B
nie
C
genie heeft geen klemtoon

Slide 20 - Quizvraag

Hoe schrijf je het meervoud van
genie?

Slide 21 - Open vraag

Waar ligt de klemtoon bij
melodie?
A
me
B
lo
C
die
D
melodie heeft geen klemtoon

Slide 22 - Quizvraag

Hoe schrijf je het meervoud van
melodie?

Slide 23 - Open vraag

Waar ligt de klemtoon bij
ceremonie?
A
ce
B
re
C
mo
D
nie

Slide 24 - Quizvraag

Hoe schrijf je het meervoud van
ceremonie?

Slide 25 - Open vraag

Wat is het meervoud van
natie?
A
Natieën
B
Naties
C
Natieërs
D
Natieës

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het meervoud van
panty?
A
Panties
B
Pantis
C
Pantieën
D
Panty's

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het meervoud van piano?
A
Pianoën
B
Pianos
C
Piano's
D
Pianoos

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het meervoud van
groente?
A
Groentes
B
heeft geen meervoud
C
Groenten en Groentes
D
Groenten

Slide 29 - Quizvraag

Wat is het meervoud van
collega?
A
Collegiën
B
Collegas
C
Collegaas
D
Collega's

Slide 30 - Quizvraag

Wat is het meervoud van
horloge?
A
Horloges
B
Horlogen
C
Horlogiën
D
Horloge's

Slide 31 - Quizvraag

Wat is het meervoud van zee?
A
zeeën
B
zeën
C
zees
D
heeft geen meervoud

Slide 32 - Quizvraag

Wat is het meervoud van fotograaf?
A
fotograven
B
fotografen
C
fotograaven
D
fotograafen

Slide 33 - Quizvraag

Wat is het meervoud van bureau?
A
bureaus
B
bureau's

Slide 34 - Quizvraag

Wat is het meervoud van perzik?
A
perzikken
B
perziken

Slide 35 - Quizvraag

Wat is het meervoud van baby?
A
babies
B
baby's

Slide 36 - Quizvraag

Wat is het meervoud van lolly?
A
lollies
B
lolly's

Slide 37 - Quizvraag

Wat is het meervoud van porie?
A
poriën
B
porieën
C
pories

Slide 38 - Quizvraag

Wat is het meervoud van cowboy?
A
cowboy's
B
cowboys

Slide 39 - Quizvraag

Wat is het meervoud van ski?
A
SKIËN
B
SKI'S
C
skis

Slide 40 - Quizvraag

Wat is het meervoud van koffie?
A
koffies
B
koffie heeft geen meervoud

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Tekstslide