Semaine 3

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

V3, Semaine 3, 1er cours

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

Aan het eind van deze les kun je...

 

• Vertellen hoe laat het is 
• Vertellen over je vrijetijdsbesteding 
• Ken je woorden die te maken hebben met personen, plekken, activiteiten en kloktijden

Fin du cours

Aan het eind van deze les kun je...

 

• Vertellen hoe laat het is 
• Vertellen over je vrijetijdsbesteding 
• Ken je woorden die te maken hebben met personen, plekken, activiteiten en kloktijden

V3, Semaine 3, 2e cours

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

Aan het eind van deze les kun je ...

• Een gesprek over vakantie begrijpen
• Ken je woorden die te maken hebben met vakantie 

Fin du cours

Aan het eind van deze les kun je ...

• Een gesprek over vakantie begrijpen
• Ken je woorden die te maken hebben met vakantie 

Les devoirs: apprends chapitre 1, vocabulaire A

V3, Semaine 3, 3e cours

Vertaal F-N:
la rentrée

1. de eerste schooldag
2. de entree
3. de terugweg
4. de week

Vertaal F-N:
la piscine

1. het konijn
2. de stoel
3. het zwembad
4. de zee

Vertaal F-N:
formidable

1. nice
2. super
3. cool
4. geweldig

Vertaal F-N:
en Allemagne

1. in/naar Engeland
2. in/naar Duitsland
3. in/naar Frankrijk
4. in/naar Zwitserland

Vertaal N-F:
vertellen

1. rencontrer
2. raconter
3. reconter
4. recontrer

Vertaal N-F:
tijdens

1. pendant
2. dure
3. piscine
4. pourquoi

Vertaal N-F:
vreselijk

1. horrible
2. monsieur
3. parce que
4. terrible

Vertaal N-F:
uitleggen

1. expliquer
2. raconter
3. rencontrer
4. teacher

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui

Aan het eind van deze les kun je ...

• Woorden die te maken hebben met vakantie herkennen
• Heb je geoefend met het lezen van teksten (leesvaardigheid)

Fin du cours

Aan het eind van deze les kun je ...

• Woorden die te maken hebben met vakantie herkennen
• Heb je geoefend met het lezen van teksten (leesvaardigheid)