5. dieren les 2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Dieren

Leerdoelen 

• Je kunt van de stam geleedpotigen vertellen wat voor een skelet ze bezitten, en hoe ze aan hun naam komen
• Je kunt van de gewervelden vertellen wat voor een skelet ze bezitten, en uit welke vijf klassen ze bestaan
• Je kunt uitleggen wat warmbloedig en koudbloedig inhoud

Indeling van het dierenrijk

Geleedpotigen en

gewervelden 

gaan we meer over

leren.

Geleedpotigen

Kenmerken:

Skelet is een pantser

Poten zijn geleed, bestaan uit kleine stukjes

De stukjes heet leden

Geleedpotigen

Duizendpoten: meer dan 10 poten

(Hele lijf bestaat uit segmenten)

Kreeftachtigen: 10 poten

(Achterlijf bestaat uit segmenten)

Spinachtigen: 8 poten

(Kopborststuk en een achterlijf)

Insecten: 6 poten

(Kop, borststuk en achterlijf)

Gewervelden

Gewervelden hebben een inwendig skelet met een wervelkolom

Indelen gewervelden in 5 klassen

1. Vissen
   
2. Amfibieën
   
3. Reptielen
   
4. Vogels
   
5. Zoogdieren

Indeling

Bij het indelen van de gewervelde dieren letten we op 5 kenmerken;

De huid (veren, schubben, slijm of haar),

De lichaamstemperatuur (koud-/ warmbloedig),

De ademhalingsorganen (longen, kieuwen of huid),

De manier van voortplanten (eieren of levendbarend)

Het milieu (land, water of in de lucht).

Warm- en koudbloedig

• Als de lichaamstemperatuur constant is: Warmbloedig

• Als de lichaamstemperatuur gelijk is aan de omgeving: Koudbloedig

Wat is GEEN soort symmetrie?

1. Tweezijdig
2. Veelzijdig
3. Enkelzijdig

Wat voor soort skelet heeft een slak?

1. Inwendig skelet
2. Uitwendig skelet
3. Geen skelet

Spinachtigen hebben

1. Meer dan 10 poten
2. 10 poten
3. 8 poten
4. 6 poten

Wat zijn gewervelden?

1. Organismen zonder botten
2. Organismen met een uitwendig skelet
3. Organismen met een inwendig skelet

Wat betekend koudbloedig?

Vissen zijn ...

1. Warmbloedig
2. Koudbloedig

Deel je huisdier of lievelingsdier in

Wat voor.... hebben ze:

1. De huid 
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen 
4. De manier van voortplanten 
5. Het milieu

Bij welke klasse hoort jouw dier? Schrijf dit op een papiertje.

Stuur de foto in met de antwoorden van de vorige vragen.

Wat ga je doen:

BB: Maken opdracht  26 tot en met 31 en 33 

KB: Maken opdracht 29, 30, 31, 33 tot en met 37