Geriatrie


Geriatrie
       Made by
 Daphne en Tess
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Geriatrie
       Made by
 Daphne en Tess

Slide 1 - Tekstslide

Introductie.
- Hart problematiek.
- Luchtweginfectie.
- VBI.
- Agressie bij patiënten. 
- Cognitieve problematiek + verslechterde zelfzorg.
- Wonden.
- Palliatieve zorg.

Slide 2 - Tekstslide

Waarom komt hart problematiek veel voor op de geriatrie?
A
Alcoholabuse
B
Roken
C
Ouderdom
D
Minder stress

Slide 3 - Quizvraag

Hart problematiek.
Hart problematiek.

Slide 4 - Tekstslide

    Wat is het?
- Verzamelnaam voor verschillende hartproblemen zoals hartfalen, ritmestoornissen, infarcten en angina pectoris.

Hart problematiek:
- Symptomen:
*Kortademigheid
*Vermoeidheid
*Oedeem
*Onregelmatige hartslag

Behandeling:
*Medicatie (bloedverdunners, diuretica)
*Monitoring van vitale functies
*Leefstijbegeleiding (voeding, beweging)




Slide 5 - Tekstslide

Welke medicatie moet je vermijden bij patiënten met hartfalen?
A
ACE-remmers
B
NSAID's (zoals ibuprofen)
C
Betablokkers
D
Diuretica

Slide 6 - Quizvraag

Noem symptomen die horen bij hart problematiek.

Slide 7 - Open vraag

Wat is een belangrijke verpleegkundige observatie bij atriumfibrilleren?
A
Regelmatige hartslag
B
Onregelmatige pols
C
Koude handen
D
Koorts

Slide 8 - Quizvraag

Luchtweginfectie

Slide 9 - Tekstslide

    Wat is het?
- Een luchtweginfectie zoals bronchitis of een longontsteking bij een verzwakt immuunsysteem.

Luchtweginfectie:
- Symptomen:
*Benauwdheid
*Hoesten met/of zonder slijm
*Koorts
*Vermoeidheid

Behandeling:
*Antibiotica bij bacteriële infectie
*Zuurstoftoediening
*Vochtbalans bijhouden




Slide 10 - Tekstslide

Wat helpt verspreiding van infectie te voorkomen?
A
Vitamine C
B
Handen wassen
C
Ramen dicht
D
Veel drinken

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een belangrijke reden dat luchtweginfecties vaak ernstiger zijn bij ouderen?
A
Betere weerstand
B
Drinken meer dan jongeren
C
Verzwakt immuunsysteem
D
Actieve levensstijl

Slide 12 - Quizvraag

VBI

Slide 13 - Tekstslide

    Wat is het?
- Het zijn maatregelen die de bewegingsvrijheid van een patiënt tijdelijk beperken zoals bedhekken, onrustbanden of fixatie bij agressie of valgevaar.
VBI (Vrijheids Beperkende Interventies)
- Symptomen:
*Onrustig gedrag
*Valincidenten
*Wegloopgedrag

Behandeling:
*Alternatieven onderzoeken
*Dagelijks evalueren voortzetting
*Melding en toestemming volgens protocol




Slide 14 - Tekstslide

Wat is belangrijk bij het inzetten van een VBI?
A
Direct uitvoeren zonder overleg
B
Melding maken en alternatieven overwegen
C
Alleen toestemming van familie
D
Nooit gebruiken bij ouderen

Slide 15 - Quizvraag

Welke VBI wordt het meest ingezet op de afdeling?
A
Fysieke fixatie met banden
B
Toezicht via camera
C
Bedhekken omhoog
D
Afzondering in 1 persoons kamer

Slide 16 - Quizvraag

Welke wet regelt het gebruik van VBI in de zorg?
A
WGBO
B
WZD
C
Arbowet
D
Wet BIG

Slide 17 - Quizvraag

Agressie bij patiënten

Slide 18 - Tekstslide

    Wat is het?
- Het komt vaak voor
 bij ouderen met een cognitieve stoornis
zoals dementie of een deler. 
Het kan voortkomen uit angst, frustratie, pijn of onbegrepen gedrag.
Agressie bij geriatrische patiënten
- Symptomen:
*Verbaal agressief gedrag zoals schelden en schreeuwen
*Fysieke agressie zoals schoppen, bijten en slaan
*Angstig of boze mimiek
*Weigering van zorg
**Onrustig en achterdochtig

Behandeling:
*Rustige benadering
*Veilige en rustige omgeving creëeren
*Inzet familie
*Dagelijkse structuur
*Duidelijk rapporteren
*Medicatie 




Slide 19 - Tekstslide

Wat is belangrijk bij agressie?
A
Niks zeggen
B
Discussie aangaan
C
Terugschreeuwen
D
Rustig blijven

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een effectieve manier of agressie te verminderen?
A
Negeer de agressieve uitingen
B
Rust en rustige omgeving te bieden
C
Confronteren met gedrag
D
Ingrijpen met fysieke fixatie

Slide 21 - Quizvraag

Wat kan een oorzaak zijn van plotselinge agressie bij ouderen?
A
Dorst
B
Pijn in de rug
C
Delier
D
Te veel slaap

Slide 22 - Quizvraag

Cognitieve achteruitgang

Slide 23 - Tekstslide

    Wat is het?
- Het gaat om verlies van mentale functies zoals het geheugen, denken en oordeelsvermogen. Dit is vaak door een vorm van dementie wat een onomkeerbaar proces is.
Cognitieve achteruitgang
- Symptomen:
*Geheugenverlies (korte termijn)
*Desoriëntatie in tijd, plaats en persoom
*Moeite met organiseren en plannen
*Verandering in gedrag en persoonlijkheid
*Moeite met communicatie en taal

Behandeling:
*Ondersteuning bij dagelijkse activiteiten
*Structuur en routine bieden
*Observeren op veranderingen
*Medicatie (vertraging van symptomen)






Slide 24 - Tekstslide

Wat is goede ondersteuning bij verminderde zelfzorg?
A
Alleen uitleggen
B
Niet helpen
C
Alles overnemen
D
Rustig begeleiden

Slide 25 - Quizvraag

Welke symptoom hoort vaak bij cognitieve achteruitgang?
A
Geheugenverlies
B
Moeite met onthouden van gebeurtenissen of informatie
C
Verlies van oriëntatie
D
Taalproblemen

Slide 26 - Quizvraag

Wonden

Slide 27 - Tekstslide

    Wat is het?
-Het is een beschadiging van de huid en het onderliggende weefsels door druk, snijwonden, infecties, trauma of doorbloedingsproblemen. Bij ouderen is er vaal een verminderde weerstand en verminderde huidkwaliteit.
Wonden
- Symptomen:
*Roodheid, zwelling pijn
*Open huid of blaren
*Infectietekenen zoals pus of koorts
*Langzame genezingsproces

Behandeling:
*Reinigen en verbinden volgens protocol
*Wond inspecteren en rapporteren
*Drukontlasting
*Voedingstoestand optimaliseren
*Preventiemaatregelen zoals mobiliseren
*Medicatie bij pijn




Slide 28 - Tekstslide

Wat is de belangrijkste eerste stap bij wondverzorging?
A
Verband direct aanleggen zonder reinigen
B
Reinigen en eventueel desinfecteren
C
Afdekken met plastic
D
Laten drogen aan de lucht zonder verzorging

Slide 29 - Quizvraag

Welke factor is het minst bevorderlijk voor wondgenezing?
A
Goede bloedsomloop
B
Voldoende vitamine C
C
Infectie wond
D
Voldoende hydratatie

Slide 30 - Quizvraag

Wat kan het genezingsproces vertragen?
A
Roken
B
Juiste voeding
C
Voldoende rust
D
Schoonhouden

Slide 31 - Quizvraag

Palliatieve zorg.

Slide 32 - Tekstslide

    Wat is het?
- Verzamelnaam voor verschillende hartproblemen zoals hartfalen, ritmestoornissen, infarcten en angina pectoris.

Palliatieve zorg
- Symptomen:
*Kortademigheid
*Vermoeidheid
*Oedeem
*Onregelmatige hartslag

Behandeling:
*Medicatie (bloedverdunners, diuretica)
*Monitoring van vitale functies
*Leefstijbegeleiding (voeding, beweging)




Slide 33 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste doel van palliatieve zorg?
A
Genezing van de ziekte
B
Verlichten van klachten en verbeteren van kwaliteit van leven
C
Alleen pijn bestrijden zonder aandacht voor de patiënt
D
Niet meer over emoties praten

Slide 34 - Quizvraag

Welke zorg is typisch voor palliatieve zorg?
A
Symptomatische behandeling van pijn en benauwdheid
B
Strikte bedrust
C
Alleen medicatie stoppen
D
Intensieve behandeling

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide