H4 - Woche 9 - Stunde 2 und 3

H4 - Woche 9 - Stunde  2 & 3
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3-5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H4 - Woche 9 - Stunde  2 & 3

Slide 1 - Tekstslide

Planung

Stunde 2
H4duA abschließen: online oder in der Schule
Kapitel 4: eine Wirtschaftliche Reise
  • Lektion 1: Aufgabe 4, 5, 6, 7, 8

Stunde 3
Grammatik: der Imperativ
Wiederholung (W): 
  • Aufgabe 5, 6, 7 verbeteren / afsluiten

Toetsweek 3: Kapitel 1 & 2
Ziele

  • Je kunt de hoofdpunten verstaan van nieuwsberichten op de radio en van eenvoudiger opgenomen materiaal over vertrouwde onderwerpen.

  • Je kunt over het algemeen de hoofdpunten volgen van een uitgebreide, informele discussie die rondom jou wordt gevoerd.

  • Je kunt relevante informatie vinden en begrijpen in brochures en korte officiële documenten op internet of in andere media.


Slide 2 - Tekstslide

Toetsweek 3 
Lernen Kapitel 1:
Lernbox: Lektion 3 & Lektion 6 (Niederländisch-Deutsch)
Grammatik: haben, sein, werden in o.v.t./o.t.t./ volt.tijd/ zou- vorm
Grammatik: zwakke werkwoorden in o.t.t.
Grammatik: de vraagwoorden
Grammatik: Meervoud van zelfstandig naamwoorden
Grammatik: zwakke werkwoorden in o.t.t. met stam op -d/-t of s-klank & werkwoorden regnen, rechnen, zeichnen, atmen, öffnen, begegnen
Grammatik: Persoonlijk voornaamwoorden in 1. 3. 4. naamval
Lernen Kapitel 2
Lernbox: Lektion 3 & Lektion 6 (Niederländisch-Deutsch)
Grammatik: Modalverben in o.t.t./ o.v.t./ zou-vorm
Grammatik: Zou-vorm (Konjunktiv II) hoofdregel en de eigen zou-vorm van haben, sein & Modalverben
Grammatik: Volgorde van werkwoorden
Grammatik: Voorzetsels & Keuzevoorzetsels met 3e en 4e naamval
Grammatik: Werkwoorden met een naamval (1e, 3e, 4e naamval)
Extra oefenen:
Na klar - digitaal: Versterk jezelf K1 & K2
Veel grammatica thema's die je kunt oefenen: https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica.htm
Lernen Kapitel 1:

  • Lernbox: Lektion 3 & Lektion 6 (Niederländisch-Deutsch)
  • Grammatik: haben, sein, werden in o.v.t./o.t.t./ volt.tijd/ zou- vorm
  • Grammatik: zwakke werkwoorden in o.t.t.
  • Grammatik: de vraagwoorden
  • Grammatik: Meervoud van zelfstandig naamwoorden
  • Grammatik: zwakke werkwoorden in o.t.t. met stam op -d/-t of s-klank & werkwoorden regnen, rechnen, zeichnen, atmen, öffnen, begegnen
  • Grammatik: Persoonlijk voornaamwoorden in 1. 3. 4. naamval
Lernen Kapitel 2
  • Lernbox: Lektion 3 & Lektion 6 (Niederländisch-Deutsch)
  • Grammatik: Modalverben in o.t.t./ o.v.t./ zou-vorm
  • Grammatik: Zou-vorm (Konjunktiv II) hoofdregel en de eigen zou-vorm van haben, sein & Modalverben
  • Grammatik: Volgorde van werkwoorden
  • Grammatik: Voorzetsels & Keuzevoorzetsels met 3e en 4e naamval
  • Grammatik: Werkwoorden met een naamval (1e, 3e, 4e naamval)

ZIE SOM VOOR DE INFORMATIE (STUDIEWIJZER WEEK 11). WE GAAN DE STOF NOG HERHALEN IN DE LESSEN






Toetsweek 3   -  H4duE  -  Kapitel 1 & Kapitel 2

Slide 3 - Tekstslide

3

Slide 4 - Video

00:12
Welches Beruf hat ein Müllmann?

Slide 5 - Open vraag

01:09
Weetje: 
In Deutschland stehen vor jedem Haus mehrere Mülltonnen: 
Gelb = Verpackungsmüll aus Plastik und Metall  
Blau = Papiermüll. 
Grün oder braun = Biomüll 
Schwarz / grau = Restmüll 

Slide 6 - Tekstslide

01:09
In Deutschland hat man eine gelbe, rote, grüne und blaue Mülltonne zu Hause.

Warum gibt es so viele verschiedene Mülltonnen in Deutschland?

Slide 7 - Open vraag

Kapitel 4 - Lektion 1
Gemeinsam: Aufgabe 4 bis 8 besprechen
Selbstständig machen: 
  • Lesefertigkeit: Aufgabe 4 & 8
  • Sehen- und Hören: Aufgabe 5, 6, 7 
Inzwischen: H4duA abschließen: online oder in der Schule

Fertig =
  • Lektion 1: Aufgabe 1, 2, 3 abschließen
  • Verbessern Wiederholung Aufgabe 5, 6, 7 
  • Lernen Lernbox Lektion 1 D-N

Slide 8 - Tekstslide

Wiederholung: 
der Imperativ
De gebiedende wijs is een vorm van een werkwoord dat gebruikt wordt in zinnen waarmee een gebod of bevel wordt uitgedrukt. 

Slide 9 - Tekstslide

Wie viel Formen hat 'der Imperativ'?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juist vorm van het imperatief enkelvoud van 'bleiben'?
A
Bleibt hier!
B
Bleiben Sie hier, bitte!
C
Bleibst hier!
D
Bleib hier!

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juist vorm van het imperatief meervoud van 'stehen'?
A
Steht auf!
B
Stehen Sie auf, bitte!
C
Steh auf!
D
Stehst auf!

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juist vorm van het imperatief beleefdheidsvorm van 'sich setzen'?
A
Setzt euch!
B
Setz dich!
C
Setzen Sie sich, bitte!
D
Sitzt Ihnen!

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wiederholung 
Gemeinsam: Wiederholung Aufgabe 5, 6, 7 besprechen
Selbstständig machen: Wiederholung Aufgabe 5, 6, 7 (Hulpmiddel: handboekje)
Inzwischen: H4duA abschließen: online oder in der Schule

Fertig =
  • Lektion 1: Aufgabe 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8
  • Lernen Lernbox Lektion 1 D-N

Slide 16 - Tekstslide

                                   Nächste Stunde 

Sehen und Hören

Kapitel 4: Lektion 1
  •  Grammatik: trappen van vergelijking 
  • Machen: Aufgabe 10, 11, 12, 13, 14, 15

Slide 17 - Tekstslide