unit 5 & 6

Unit 6: Holidays
Unit 5: Sports
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Unit 6: Holidays
Unit 5: Sports

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  • To be (past simple)
  • past simple 
    (regelmatige werkwoorden)
  • plural (meervoud)
  • plaats van het bijwoord
  • ‘s / s’
  • could / couldn't



  • to be + going to
Unit 6: Holidays
Unit 5: Sports

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning

  • Grammar:
    adverbs

  • skill:
    speaking

Lesson goal
At the end of the lesson...

  •  ...you will have practiced how to identify adverbs, place them in the correct position in a sentence and use adverbs to talk about how often something happens
What do you need?
- workbook
- notebook
- pen

Slide 3 - Tekstslide

  • Heb ik gewerkt aan mijn leesvaardigheid door verschillende soort teksten over voedsel te lezen.
  • Weet ik hoe ik een zin in gebiedende wijs moet maken en hoe ik de gebiedende wijs moet gebruiken om instructies te geven.
Which subject would you like to revise*?
past simple (to be)
Past simple
plural
's / s'
could / couldn't
Adverb (of frequency)
to be + going to

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Grab your notebook

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Word order (adverb)
  • = bijwoord (zegt wat over een werkwoord)
    De meeste geven aan hoe vaak iets gebeurt.

  • READ THE TEXT BELOW
    My name is Julia. My day usually starts quite early. I always get up at 08:00 on weekdays. But at the weekends I sleep a little bit longer. I usually wear casual clothes mainly sweatpants, T-Shirts and trainers. I always have breakfast with my family, except for my dad. He never has breakfast with us.  



  • Which word in this sentence is an adverb?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In what position is the adverb in this sentence

The football match always starts at 7 o'clock.
A
voor het werkwoord
B
na het werkwoord
C
na vorm van 'to be'
D
na vorm van 'to be' + not

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In what position is the adverb in this sentence

Martha is never this late.
A
voor het werkwoord
B
na het werkwoord
C
na vorm van 'to be'
D
na vorm van 'to be' + not

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In what position is the adverb in this sentence

They are not always honest.
A
voor het werkwoord
B
na het werkwoord
C
na vorm van 'to be'
D
na vorm van 'to be' + not

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Word order (adverb)
  • Bijwoord: Zegt wat over een werkwoord
    De meeste geven aan hoe vaak iets gebeurt.
  • Bijwoorden zijn woorden zoals: always / never / usually / often

Deze woorden staan...
  • ...Voor het hoofdwerkwoord:
    My sister always sings in the shower
    They never drink soda during dinner
  • ... Na de vorm van 'to be' (am / is / are / was / were):
    I am usually at work on Wednesdays
    I am not often this late

Slide 11 - Tekstslide

https://literacyservices.org/class/wp-content/uploads/2023/03/Adverbs-of-Frequency-%E2%80%94-Ellii-formerly-ESL-Library-1.pdf

https://www.perfect-english-grammar.com/support-files/adverbs_of_frequency.pdf

https://www.allthingsgrammar.com/uploads/2/3/2/9/23290220/atg-worksheet-advsfrequency.pdf

https://www.hkep.com/_v3/userfiles/book/sample/9789888294800s.pdf

put the words in the correct order to make sentences:

Place / afternoon / James / never / the guitar / in / the

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

put the words in the correct order to make sentences:

after / sometimes / Daisy / her / work / meets / friends

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Practice


Unit 5, lesson 4 
Do exercises 47, 48 & 49

Done? Click on the link below to do the exercises

timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

https://literacyservices.org/class/wp-content/uploads/2023/03/Adverbs-of-Frequency-%E2%80%94-Ellii-formerly-ESL-Library-1.pdf

https://www.perfect-english-grammar.com/support-files/adverbs_of_frequency.pdf

https://www.allthingsgrammar.com/uploads/2/3/2/9/23290220/atg-worksheet-advsfrequency.pdf

https://www.hkep.com/_v3/userfiles/book/sample/9789888294800s.pdf

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 47 
Exercise 48
  1. You normally play football with eleven players.
  2. There are always eleven players on the pitch.
  3. With young children the teams are usually smaller.
  4. There is always a referee and several linesmen.
  5. A football match never takes longer than 90 minutes.
  6. A match always starts with a kick-off.

Adverbs of frequency komen...

  1. Voor het hoofdwerkwoord:
    Mr. Watson always takes the train 
  2. Na am / are / is:
    She is always late.
  3. Na am / are / is + not:
    She is not always late

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 49
  1. I always check my messages before I go to sleep.
  2. We often do our homework together.
  3. My mother never picks me up from school.
  4. I am never wrong. I am always right.
  5. My brother and I are  not usually good friends.
  6. I always play tennis on Sunday afternoon.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning

  • Grammar:
    To be + going to

  • skill:
    writing

Lesson goal
At the end of the lesson...
  • ..I know how to formulate the future: to be going to and how to use it to talk about something that is planned in the future.
What do you need?
- workbook
- notebook
- pen
- iPad

Slide 18 - Tekstslide

  • Heb ik gewerkt aan mijn leesvaardigheid door verschillende soort teksten over voedsel te lezen.
  • Weet ik hoe ik een zin in gebiedende wijs moet maken en hoe ik de gebiedende wijs moet gebruiken om instructies te geven.
Grab your notebook

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: To be going to

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To be going to
Use:

We gebruiken to be going to (future/ toekomende tijd) om aan te geven
  • wat iemand van plan is om te doen in de toekomst.
  • wat zeker gaat gebeuren in de toekomst.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To be going to: Bevestigend
Vorm van to be (am/ is/ are) + going to + werkwoord
I am going to miss the bus
We are going to miss the bus
You are going to miss the bus
You are going to miss the bus
He / She is going to miss the bus
They are going to miss the bus

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To be going to: Negatief
onderwerp + Vorm van to be (am/ is/ are) +  not going to + werkwoord?






Als je iets niet van plan bent, dan zet je not of n't achter de vorm van to be
I am ('m) not going to cook tonight
We are not (aren't) going to cook tonight
You are not (aren't ) going to cook tonight
You are not (aren't ) going to cook tonight
He / She is not (isn't) going to cook tonight
They are not (aren't ) going to cook tonight

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To be going to: Vragend
Vorm van to be (am/ is/ are)+ onderwerp + going to + werkwoord..........?





Als je wilt vragen wat iemand van plan is, dan zet je de vorm van 'to be' vooraan de zin
AI going to miss the bus
Are you going to miss the bus
Are you going to miss the bus
Are you going to miss the bus
Is he / she going to miss the bus
Are you going to miss the bus

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future: be going to
What?
  • toekomende tijd, geplande / voorspelde gebeurtenissen

Use
  • Planning
  • Voorspelling met bewijs / voorspelling op basis van wat je ziet.

Form: 2 werkwoorden! 'to be' + going to + hele werkwoord
Affirmative: I am going to go to Paris next year. / She's going to celebrate her birthday.
Interrogative: Are we going to finish the project tomorrow?
NegativeHe is not going to study in Italy. / They aren't going to like the outcome.

+
?
-
Signaalwoorden
  • Tommorow 
  • Next week

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Unit 6, lesson 2
Do exercises 24 to 26
in your workbook.

Done?
  • Do exercise 8 & 9
  • Practice your writing skill (magister)
Show your result when you're done!
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies