Les 29 TIB maandag 6 oktober (imperatief)

Taal in de buurt, maandag 6 oktober
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taal in de buurt, maandag 6 oktober

Slide 1 - Tekstslide

Welkom allemaal!
Hoe gaat het? 

nieuwe cursist, wil iedereen zich kort voorstellen - als laatste de nieuwe cursist
Planning
- Lesdoelen
- Imperatief 
- Zelfstandig werken


Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?


we leren hoe je iemand een instructie/opdracht geeft

we oefenen met de klanken u en uu
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:

-Instructies geven met de imperatief

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Praat even met je buurman of buurvrouw:
Wat koop jij op de markt?

Werk in duo's: één is klant, één is de groenteboer
Gebruik: begroeten – vragen – betalen – afscheid

Speel een korte dialoog. Na 2 minuten wisselen.
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Imperatief
Je gebruikt de imperatief om een opdracht of instructie te geven. 

Voorbeelden:
- Zit recht!
- Kom hier!
- Luister goed!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Imperatief: 2 vormen
1) de gewone vorm: de stam (vaak infinitief -en: kijken - kijk)
Geef maar een biertje. Vertel eens over je vakantie. 

            gaan-ga, zijn-wees (gewoon leren!)
2) de beleefde vorm: stam + t en u
Geeft u maar een biertje. Vertelt u eens over uw vakantie.

Kom! Loop! Wacht! - Soms klinkt dat hard, daarom gebruiken Nederlanders vaak woorden zoals maar, even of eens om vriendelijk te klinken.

Slide 7 - Tekstslide

De stam is meestal makkelijk — gewoon -en eraf.
Maar soms verandert er iets om de klank te houden.
En sommige woorden, zoals zijn of gaan, moet je gewoon leren.
Maak 1 zin met een imperatief
Voorbeelden:
- pak de tomaten.
- snijd de aardappels.
-roer goed.
- zet de pan op het vuur.

Hulp nodig? Check het grammaticaoverzicht op blz. 269.


timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

rondlopen, helpen, 2 cursisten een zin laten voorlezen met imperatief

Tabel 5.8 + opdracht 10 (H5)
Lees tabel 5.8

Werk in tweetallen. Maak opdracht 10 samen.
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 11 (H5)
blz. 79
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PAUZE! (15 minuten)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
-Doe opdracht 12, 13 van H5. Stuur een foto van je verhaaltje bij opdracht 13 naar mij toe voor woensdag 8 oktober.
- Online methode: bekijk de instructievideo bij chapter 5 en maak de vragen over het imperatief
- Finished? Maak de vragen onder 'cultuur', 'in de praktijk' en 'eigen vocabulaire' op blz. 82 en 83.

-Progress rapport tekenen
20:45-21:00 Tijd voor vragen. Als je klaar bent kan je naar huis.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presentielijst 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

u-uu

Slide 14 - Tekstslide

Kort voordoen hoe je de u zegt en hoe je de uu zegt. 
Dan paar woorden voordoen met u en uu. 
Dan zeggen en cursisten laten nazeggen.


opdracht 15 en 16 H5