P4W2 Pathologie: 1.3 ziekteoorzaken

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
  • Leerdoelen
  • Nabespreken opdrachten TM
  • Inleiding m.b.v. een casus
  • Ziekteoorzaken:
       - Inwendige ziekteoorzaken: opdracht 1 
       - Uitwendige ziekteoorzaken: opdracht 2
  • Volgende les
  • Evalueren 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten TM

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke voorbeelden ken je van inwendige ziekteoorzaken

Slide 7 - Woordweb

Genetische oorzaken: bijv. hemofilie, spierdystrofie, Cystic Fybrose
Prenatale oorzaken: schisis, spina bifida
Perinatale oorzaken: beschadiging door de bevalling: verstandelijke beperking door O2 gebrek: infantiele encefalopathie
in de eerste levensdagen: hypoglycemie, geelzucht, infectie 
Opdracht 1
  • Lees in Thieme Meulenhoff Pathologie, module 1, hoofdstuk 3 de paragraaf door over Erfelijke ziekte/genetische oorzaken (5 minuten).
  • Schrijf in je eigen woorden het verschil op tussen: dominante, recessieve en geslachtsgebonden overerving 
  • Klassikale terugkoppeling

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een ontsteking is een voorbeeld van een .....
A
Exogene oorzaak
B
Endogene oorzaak

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij .......... is de afwijking overheersend
A
dominante overerving
B
recessieve overerving

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn oorzaken van een prenataal ontstane niet-erfelijke afwijking?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
A
infecties bij de moeder
B
een genetische afwijking bij de vader
C
een genetische afwijking bij de moeder
D
de baby is te vroeg geboren

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een congenitale afwijking betekent?
A
Een afwijking die gedurende het eerste levensjaar ontstaat
B
Een afwijking die aangeboren is
C
Een afwijking die je op oudere leeftijd krijgt
D
Een afwijking aan je geslachtsorganen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We spreken van perinatale oorzaken bij niet-erfelijke afwijkingen wanneer
A
de afwijking is ontstaan in de 1e 3 maanden van de zwangerschap
B
er zich een probleem heeft voorgedaan tijdens de bevalling
C
1 van de ouders een erfelijke aandoening doorgeeft
D
het probleem van de aandoening bij de grootouders ligt

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
  • Maak tweetallen
  • Verdeel onderstaande onderwerpen uit TM Traject Pathologie module 1. 3 gezondheid/ziekte door uitwendige oorzaken:






  • Lees dit stuk door in TM Traject en presenteer volgende keer in eigen woorden m.b.v. een posterpresentatie wat deze oorzaak inhoudt en geef er voorbeelden bij (max 5 min.) 
- Mechanische oorzaken
- Fysische oorzaken
- Chemische oorzaken
- Verkeerde voeding
- Biologische oorzaken
- Allergische oorzaken
- Nieuwvormingen
- Psychische oorzaken
- Sociale oorzaken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les/huiswerk
  • Presenteren van opdracht 3 
  • Maak de verwerkingsopdrachten van 1.3 
  • Maak de opdracht  Module 1 Gezondheid en ziekte die in de planner staat op It's Learning (P4W2)
  • Ontsteking en afweer 2.1: lees alvast dit hoofdstuk door 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Tips en tops over de inhoud en over de werkvormen 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies