een hut in het bos dag 5 en 6

Ik kook spaghetti in de pan.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Ik kook spaghetti in de pan.

Slide 1 - Tekstslide

De wip gaat omhoog en omlaag.

Slide 2 - Tekstslide

Zes is een cijfer.

Slide 3 - Tekstslide

Hij is een jongen.

Slide 4 - Tekstslide

Zij is een meisje.

Slide 5 - Tekstslide

Daar is Nederland.

Slide 6 - Tekstslide

De bij zit op de bloem.

Slide 7 - Tekstslide

Ik ben bij jou.
                                                    De stoel is bij de tafel.

Slide 8 - Tekstslide

Ik zit op de ............
A
pan
B
bij
C
wip
D
zes

Slide 9 - Quizvraag

Wat zie je?
A
Zij is voor haar.
B
zij is naar haar.
C
Zij is op haar.
D
Zij is bij haar.

Slide 10 - Quizvraag


A
Hij is een jongen.
B
Zij is een jongen.
C
Hij is een meisje.
D
Zij is een meisje.

Slide 11 - Quizvraag

Waar naar toe?i
A
Ik ga naar school.
B
Ik ga naar zee.
C
Ik ga naar het AZC.
D
Ik ga naar de wc.

Slide 12 - Quizvraag

Waar naar toe?
A
Ik ga naar zee.
B
Ik ga naar school.
C
Ik ga naar de wc.
D
Ik ga naar huis.

Slide 13 - Quizvraag

Waar naar toe?
A
Ik ga naar zee.
B
Ik ga naar school.
C
Ik ga naar de wc.
D
Ik ga naar huis.

Slide 14 - Quizvraag

Hij roept: HELP!!!!!

Slide 15 - Tekstslide

Ik kom op het feest.

Slide 16 - Tekstslide

Het dak op het huis.

Slide 17 - Tekstslide

Hij geeft het pak aan mij.

Slide 18 - Tekstslide

Het is pak is een broek en een jasje.

Slide 19 - Tekstslide

Een paar schoenen zijn 2 schoenen.

Slide 20 - Tekstslide

Woon jij op het AZC?

Slide 21 - Tekstslide

Hoe ga jij naar school?

Slide 22 - Tekstslide

Wat is niet 'pak'?
A
B
C
D

Slide 23 - Quizvraag

Tekst
Ik heb een pak aan.
het dak van het huis.
een paar = 2
Ik roep heel hard!
Ik zit op de wip.
In de put is water.

Slide 24 - Sleepvraag

kom
roep
Ik ................. de poes.
Ik ................ bij jou.
Ik ............ de juf.
Ik ............. help.
Ik .............. thuis.
Ik ............. morgen op de fiets.

Slide 25 - Sleepvraag