Overeenkomst en verwantschap


Overeenkomst en verwantschap
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Overeenkomst en verwantschap

Slide 1 - Tekstslide

Levenskenmerken
  1. Ademhalen
  2. Voortplanten
  3. Uitscheiden
  4. Waarnemen
  5. Voeden
  6. Groeien
  7. Bewegen
Als
Vader
Uitgaat
Wordt
Vader
Goed 
Bezopen

Slide 2 - Tekstslide

Levensverschijnselen
Levend: Je vertoont deze verschijnselen
Dood: Je vertoont deze verschijnselen niet meer
Levenloos: Je hebt deze verschijnselen nooit gehad

Slide 3 - Tekstslide

Hoe meer overeenkomst twee organismen vertonen, hoe meer ze bij dezelfde groepen worden ingedeeld.
Lijken op elkaar, zitten in dezelfde familie
Lijken niet op elkaar, zitten niet in hetzelfde rijk

Slide 4 - Tekstslide

Soort
Soms lijken  dieren heel erg op elkaar, maar behoren ze niet tot dezelfde soort!
Deze zijn niet dezelfde soort!

Slide 5 - Tekstslide

Soms lijken dieren helemaal niet op elkaar maar behoren ze wel tot 1 soort!

Slide 6 - Tekstslide

Soort
Organismen behoren alleen tot dezelfde soort als ze zich onderling kunnen voortplanten en de nakomelingen vruchtbaar zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Zezel
Een Zezel, een kruising van een zebra en een ezel. Kan zelf geen veulens krijgen. 
Lijger
Kruising van Leeuw en tijger, is onvruchtbaar
Scheit
Een kruising tussen een geit en een schaap. Is onvruchtbaar. 

Slide 8 - Tekstslide

Ras
Een soort kan uit verschillende rassen bestaan.
Bijvoorbeeld alle hondenrassen behoren tot de soort hond.

Slide 9 - Tekstslide

Evolutie
Soorten ontstaan door evolutie
Door variatie en selectie kunnen soorten langzaam veranderen. Evolutie: soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen.

Slide 10 - Tekstslide

Verwantschap
-De tijger en de leeuw zijn hier meer aan elkaar
verwant dan de tijger en de aap.

-Hoe langer geleden twee soorten zijn ontstaan uit
een gemeenschappelijke voorouder, hoe minder
verwant ze zijn.
-Hoe meer verwant soorten zijn,
hoe meer overeenkomsten hun DNA vertoont.

Slide 11 - Tekstslide

Wat vond je van de les? Wat heb je begrepen, waar heb je nog meer uitleg over nodig?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video