gramm. opdr 3,4, 6, 7 (SLR)

Grammatica blok 4 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatica blok 4 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les:
- heb je zinsontleding, werkwoordsvormen en woordsoorten nog eens herhaald. 
- heb je het SO grammatica in je agenda opgeschreven. 

Slide 2 - Tekstslide

Zinsontleding: hoe moest het ook alweer? 
1. Zoek de persoonsvorm
(zin vragend maken / tijdproef)
2. Zoek het wwg
(alle werkwoorden in de zin bij elkaar zetten)
3. zoek het onderwerp
(vraag: wie/wat + wwg)
4. Zoek het lijdend voorwerp
(vraag: wie/wat + wwg + onderwerp)

Slide 3 - Tekstslide

een voorbeeld:
Mijn vader repareert vanmiddag mijn lekke band. 
PV = repareert
wwg = repareert
ond = (wie repareert?)  Mijn vader
lv = (wat repareert mijn vader?) mijn lekke band

Slide 4 - Tekstslide

De leerlingen hebben hun tas ingepakt.
pv =

Slide 5 - Open vraag

De leerlingen hebben hun tas ingepakt.
wwg =

Slide 6 - Open vraag

De leerlingen hebben hun tas ingepakt.
ond =

Slide 7 - Open vraag

De leerlingen hebben hun tas ingepakt.
lv =

Slide 8 - Open vraag

werkwoordsvormen
1. PV
Zoek de PV van de zin

De werkwoorden die overblijven zijn heel ww of voltooid dw
Heel ww: daar kun je 'wij' voor zetten. 
voltooid deelwoord: daar hoort het woordje 'hebben', 'worden' of 'zijn' bij. 

Slide 9 - Tekstslide

Wij hebben deze rekening betaald. 
Hebben = PV
betaald = voltooid deelwoord


Slide 10 - Tekstslide

De jongens zijn goed in voetballen. 
zijn = pv
voetballen = heel ww

We gaan even oefenen:
Benoem in de volgende vragen
 de pv / het hele ww/ het voltooid dw.  

Slide 11 - Tekstslide

De kinderen hebben leuk gespeeld.
hebben =
gespeeld =

Slide 12 - Open vraag

Mijn buurman heeft zijn tuin winterklaar gemaakt.
heeft =
gemaakt =

Slide 13 - Open vraag

Wij gaan de toets maken
gaan =
maken =

Slide 14 - Open vraag

woordsoorten 
Lidwoord = de - het - een
Zelfstandig naamwoord = woorden van mensen, dieren, dingen, en aardrijkskundige namen. 

Slide 15 - Tekstslide

SO ALERT!!
SO GRAMMATICA BLOK 3 en 4 
Leer alle gele blokken van blok 3 (blz 113-118)
en blok 4 (blz 165-169)
{opgeven voor 3e les na deze) 
 

Huiswerk voor de volgende les op volgende slide!

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Maak opdracht 3, 4, 6 en 7
blz 166 en 167 

Slide 17 - Tekstslide