M3 week 41

M3 week 41
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

M3 week 41

Slide 1 - Tekstslide

1HV1 Première leçon
Les objectifs :
  • je kent de passé composé
  • je kent de ww avoir en être

Le programme :
  • Apprendre 6+7
  • Faire t/m 24
Bonjour! Bienvenue à la semaine quarante-et-un.

Slide 2 - Tekstslide

les devoirs
Hoe en wanneer maak jij je huiswerk?
Kijk je wel naar de planner? 
Waar kun je de planner vinden?
Wat doe je als je een keer afwezig bent geweest?
Wat zijn de consequenties?

Slide 3 - Tekstslide

LE PASSÉ COMPOSÉ 

Slide 4 - Tekstslide

De werkwoorden op -ER

Slide 5 - Tekstslide

De werkwoorden op -ER
= Ik eet een banaan
= Ik heb een banaan gegeten

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een passé composé?
De passé composé is hetzelfde als in het Nederlands het voltooid deelwoord.

Ik heb gelopen / wij hebben gefietst / zij zijn gegaan
(je hebt iets gedaan)

Slide 7 - Tekstslide

Hoe maak je een passé composé?
STAPPENSCHEMA

Slide 8 - Tekstslide

STAP 1
Kies voor de passé composé de juiste 
vorm van  

..............

Slide 9 - Tekstslide

STAP 1
Kies voor de passé composé de juiste 
vorm van  

AVOIR

Slide 10 - Tekstslide

STAP 1
Ik heb                                    = J'ai
Jij hebt                                  = Tu as 
Hij/zij heeft                         = Il/elle/on a
 wij hebben                         = Nous avons 
 jullie hebben / u heeft   = Vous avez 
zij hebben                            = Ils / elles ont 

Slide 11 - Tekstslide

STAP 1
Ik heb                                    = J'ai
Jij hebt                                  = Tu as 
Hij/zij heeft                         = Il/elle/on a
 wij hebben                         = Nous avons 
 jullie hebben / u heeft   = Vous avez 
zij hebben                            = Ils / elles ont 

Slide 12 - Tekstslide

STAP 1
Ik heb                                    = J'ai
Jij hebt                                  = Tu as 
Hij/zij heeft                         = Il/elle/on a
 wij hebben                         = Nous avons 
 jullie hebben / u heeft   = Vous avez 
zij hebben                            = Ils / elles ont 

Slide 13 - Tekstslide

STAP 2
Maak het voltooid deelwoord 
(in dit geval met een werkwoord op -ER)
donner

Slide 14 - Tekstslide

Voltooid deelwoord zelf maken:
donner
donné

Slide 15 - Tekstslide

Voilà! Le passé composé
WW
Passé Composé
Exemple
donner
donné
J'ai donné (ik heb gegeven)
parler
parlé
J'ai parlé (ik heb gesproken)
manger
mangé
J'ai mangé (ik heb gegeten)

Slide 16 - Tekstslide

Uitzonderingen
WW
Passé Composé
Exemple
Avoir
eu
Tu as eu (jij hebt gehad)
Être
été
J'ai été (ik ben geweest)
Faire
fait
Tu as fait (jij hebt gemaakt)

Slide 17 - Tekstslide

Uitzonderingen
WW
Passé Composé
Exemple
Avoir
eu
Tu as eu (jij hebt gehad)
Être
été
J'ai été (ik ben geweest)
Faire
fait
Tu as fait (jij hebt gemaakt)
 Uit je hoofd leren!

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Nu JIJ!!!

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de passé composé?

Slide 22 - Open vraag

Ik heb gewonnen
GAGNER (=winnen)
Welke is de Passé composé?
A
J'ai gagnée
B
J'ai gagner
C
Je ai gagné
D
J'ai gagné

Slide 23 - Quizvraag

Welke zin is de passé composé?
A
Je mangé une pizza
B
J'ai mangé une pizza

Slide 24 - Quizvraag

Hij heeft gekeken
(regarder, passé composé) ?
A
Il regarde
B
Il a regarde
C
Il a regardé
D
Il as regardes

Slide 25 - Quizvraag

Vous........ (parler)
(passé composé)
A
avez parler
B
avez parlé
C
avez parlée
D
avons parler

Slide 26 - Quizvraag

Au travail en ligne

Prend ton ordinateur portable et va au travail!

Slide 27 - Tekstslide