DIDN'T / DID?

Wanneer gebruik je de Past Simple?

Als je over iets vertelt/schrijft 
dat in het verleden gebeurd is.
Het is begonnen en gestopt in de verleden tijd.
Er staat een tijdsbepaling in van Verleden Tijd 
(yesterday, this morning, three years ago, etc.).
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wanneer gebruik je de Past Simple?

Als je over iets vertelt/schrijft 
dat in het verleden gebeurd is.
Het is begonnen en gestopt in de verleden tijd.
Er staat een tijdsbepaling in van Verleden Tijd 
(yesterday, this morning, three years ago, etc.).

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de regel?
TIP: kijk in elke zin naar het werkwoord.

  • Yesterday, I played the guitar.
  • Mary sailed to England last year.
  • We danced all night long.
  • My boyfriend picked me up yesterday.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de regel?
rww + (e)d


bijv:
work   --> worked
dance --> danced
oww + 2e kolom

bijv.:
eat - ate - eaten
see - saw - seen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Ontkennende zinnen
met WAS / WERE


I was at home.
You were happy.
We were at school.
I was not / wasn't at home.
You were not / weren't happy.
We were not / weren't at school.
WAS
WERE
NOT
+

Slide 5 - Tekstslide

Maar wat als er geen was of were in de zin staat? 

Wat dan?

Slide 6 - Tekstslide

DID NOT / DIDN'T
I
you
he / she / it

we
you
they
+
DID NOT
DIDN'T
hele werkwoord
tegenwoordige tijd / 1e kolom
+

Slide 7 - Tekstslide

VERLEDEN TIJD - PAST SIMPLE
Ik zag hem niet gisteren.
Ze liep niet naar huis.
We aten geen boterham.

Deze drie zinnetjes staan in de verleden tijd.
Er staat geen vorm in van 'to be': was / were.

Slide 8 - Tekstslide

ONTKENNENDE ZINNEN IN VERLEDEN TIJD / PAST SIMPLE
I saw him yesterday.
She walked home.
We ate a sandwich.

       verleden tijd


We DIDN'T / DID NOT SEE?
We DIDN'T / DID NOT WALK?
We DIDN'T / DID NOT EAT?
                 
            hele werkwoord

Slide 9 - Tekstslide

Doel: iedereen kan ontkennende zinnen maken met:
DID NOT - DIDN'T + hele werkwoord

Slide 10 - Tekstslide

KLAAR?
NEE! NEE! NEE!
+
HELE WERKWOORD
=
(geen -ing, -s, -ed)

Slide 11 - Tekstslide

GET SET!

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het goede antwoord?

Slide 13 - Tekstslide

Geert thought it was a good idea.
A
Geert didn't thought it was a good idea.
B
Geert didn't think it's a good idea.
C
Geert doesn't think it's a good idea.

Slide 14 - Quizvraag

My parents listened to Spotify.
A
My parents didn't listen to Spotify.
B
My parents don't listen to Spotify.

Slide 15 - Quizvraag

Nandanie knew how to dance.https://www.lessonup.com/app/channel/hub-van-doornecollege
A
Nandanie doesn't know how to dance.
B
Nandanie didn't knew how to dance.
C
Nandanie don't know how to dance.
D
Nandanie didn't know how to dance.

Slide 16 - Quizvraag

I used Instagram.
A
I didn't use Instagram.
B
I didn't used Instagram.

Slide 17 - Quizvraag

They played with the dog.
A
They didn't play with the dog.
B
They didn't played with the dog.

Slide 18 - Quizvraag

My cat slept on the couch.
A
My cat didn't slept on the couch?
B
My cat didn't sleep on the couch?

Slide 19 - Quizvraag

You wrote a letter.
A
You didn't write a letter?
B
You didn't wrote a letter?

Slide 20 - Quizvraag

Vraagzinnen
met WAS / WERE


I was at home.
You were happy.
We were at school.
Was I at home?
Were you happy?
Were we at school.

Slide 21 - Tekstslide

Maar wat als er geen was of were in de zin staat? 

Wat dan?

Slide 22 - Tekstslide

I
you
he / she / it

we
you
they
DID
hele werkwoord ....?
+

Slide 23 - Tekstslide

VERLEDEN TIJD - PAST SIMPLE
Zag ik hem gisteren?
Liep ze naar huis?
Aten we een boterham?

Deze drie zinnetjes staan in de verleden tijd.
Er staat geen vorm in van 'to be': was / were.

Slide 24 - Tekstslide

VRAAGZINNEN IN VERLEDEN TIJD / PAST SIMPLE
I saw him yesterday.
She walked home.
We ate a sandwich.

       verleden tijd


DID we SEE him?
DID she WALK home?
DID we EAT a sandwich?
                 
            hele werkwoord

Slide 25 - Tekstslide

Doel: iedereen kan vraagzinnen maken met:
DID + hele werkwoord

Slide 26 - Tekstslide

You went to Las Vegas.
A
Did you go to Las Vegas?
B
Did you went to Las Vegas?

Slide 27 - Quizvraag

Daya and Wietske loved to sing.
A
Did Daya and Wietske love to sing?
B
Did Daya and Wietske loved to sing?

Slide 28 - Quizvraag

The supermarket closed at 6 o'clock.
A
Did the supermarket closed at 6 o'clock?
B
Did the supermarket close at 6 o'clock?

Slide 29 - Quizvraag

Bo and Ize talked a lot.
A
Did Bo and Ize talk a lot?
B
Did Bo and Ize talked a lot?

Slide 30 - Quizvraag

Jelle and I went swimming.
A
Did Jelle and I went swimming?
B
Did Jelle and I go swimming?

Slide 31 - Quizvraag

My mother liked to cook.
A
Did my mother like to cook?
B
Did my mother liked to cook?

Slide 32 - Quizvraag

I wanted to stay friends.
A
Did I want to stay friends?
B
Did I wanted to stay friends?

Slide 33 - Quizvraag

I loved my husband Hans.
A
Did I love Hans?
B
Did I loved Hans?

Slide 34 - Quizvraag

Ik kan zelfstandig ontkennende zinnen maken met DID NOT.
A
JA
B
NEE
C
redelijk
D
een beetje

Slide 35 - Quizvraag

Ik kan zelfstandig vraagzinnen maken met DID.
A
JA
B
NEE
C
redelijk
D
een beetje

Slide 36 - Quizvraag

Wat heb je nodig om de stof beter te beheersen?

Slide 37 - Open vraag

Well done!!!

Slide 38 - Tekstslide