Les 6 'leiding geven' 26 oktober

Welkom
- 'Leidinggeven lunch'
- Komende 4 periodes
- Boek FD FLK 2
- Periode 1&2 > theorie en voorbereiding
- Periode 3&4 > Examen doen

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Facilitair LeidinggevendeMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom
- 'Leidinggeven lunch'
- Komende 4 periodes
- Boek FD FLK 2
- Periode 1&2 > theorie en voorbereiding
- Periode 3&4 > Examen doen

Slide 1 - Tekstslide

Les 6
Wat gaan we doen?
Periode 1&2  theorie en oefenen
Periode 3&4 examen afleggen, een week lang in de keuken



Slide 2 - Tekstslide

Les 5
Profieldeel P2-K2

P2-K2-W1  : Begeleidt en stuurt lerende medewerkers aan
P2- K2-W2: Plant en verdeelt werkzaamheden
P2-K2-W3 : Voert gesprekken met medewerkers

Slide 3 - Tekstslide

Eerst lezen
timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Vorige les..

Slide 5 - Tekstslide

Les 6
Hoofdstuk 5 > Omgaan met conflicten in een team

Slide 6 - Tekstslide

Waar denken jullie aan
bij een conflict?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Les 6
Meningsverschil:
  • Tegengestelde opvattingen of wensen tussen twee personen
  • Er kan over worden gesproken en/of gediscussieerd a.d.h.v. argumenten.
  • Gaat over inhoud en/of de communicatie.

Conflict:
  • Langdurig hardnekkig meningsverschil.
  • Gevolgen voor samenwerking binnen het team. (niet luisteren, emoties etc.)
  • Oplossing enkel mogelijk wanneer je blijft openstaan en blijft luisteren naar elkaar.

Slide 9 - Tekstslide

Les 6
Zelfstandig lezen blz 103 t/m 106

Maken opdracht 5.03 en 5.04


Slide 10 - Tekstslide

Les 6
Oorzaken van conflicten in een team
  • Emoties
  • Machtsverschil
  • Cultuurverschillen
  • Verdeling van middelen
  • Gebrekkige communicatie
  • Meer dan één oorzaak

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Thomas & Kilmann
Thomas & Kilmann ontwikkelden een veel gebruikt model om conflictstijlen te omschrijven. In hun model beschrijven zij vijf stijlen. 

 Iedereen heeft een ‘voorkeursstijl’ waar hij/zij zich het meest in thuis voelt. Doe de test.

Slide 14 - Tekstslide

Les 6
  Conflictstijlen:
 1. Forceren/doordrukken/vechten
       op basis van macht
       op basis van recht
    2. Toegeven/aanpassen
    3. Vermijden/ontlopen
    4. Probleem oplossen/samenwerken
    5. Onderhandelen/bemiddelen (mediation)

Slide 15 - Tekstslide

Thomas & Kilmann
  • Wedijveren/doordrukken : de taart is van mij
  • Aanpassen: jij mag de taart
  • Compromis: allebei een halve taart
  • Samenwerken: waarom is die taart belangrijk voor je?
  • Vermijden: welke taart?



Slide 16 - Tekstslide

Op welk onderdeel van conflicthantering scoor jij het hoogst?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Link

Conflict is niet altijd negatief!
- Het kan leiden tot een oplossing voor een langslepend probleem. 

- Effectievere samenwerking. 

Slide 19 - Tekstslide

Les 6
Nadelen van een conflict:
  • Kunnen verlammend werken
  • Destructief
  • Scheppen een negatieve sfeer

Voordelen van een conflict:
  • Leiden tot verandering en/of vernieuwing
  • Nieuwe denkpaden
  • Creativiteit wordt gestimuleerd
  • Sluimerende zaken opschudden

Slide 20 - Tekstslide

Les 6
Conflicthantering
Een conflictsituatie wil je de-escaleren dus:
  • Tel tot tien als je emoties voelt opkomen of stap letterlijk even uit de situatie.
  • Gebruik de ‘ik-boodschap’.
  • Voorkom verdere misverstanden door soms samenvatting te geven en door te vragen (LSD).
  • Vraag aandacht voor jouw gevoelens.
  •      Wat is jouw belang? Wat is voor jou acceptabel?
  • Vraag evt. neutrale derde persoon te bemiddelen.
  • Sta open voor opmerkingen van de ander.
  • Zoek punten van overeenstemming

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Drie fases tijdens een conflict
Vechtfase 
Relationele fase 
Emotionele fase 

Slide 23 - Sleepvraag

Soorten conflicten
1. inhoudelijk conflict; die gaan over de inhoud of organisatie van het werk, verdeling van verantwoordelijkheden en middelen, oplossingen voor nieuwe vragen en problemen in het werk
2. belangen conflict; belangenconflict is dat je vindt dat er steeds te weinig tijd wordt ingepland om je taken goed uit te kunnen voeren
3. Sociaal- emotioneel conflict; staat het gedrag en de houding binnen persoonlijke relaties centraal. Het gaat hier onder meer om kwesties als zelfbeeld en identiteit

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Ander onderwerp..
In de examenweek instructie geven, maar hoe doe je dat?

Slide 26 - Tekstslide

Instructies
Opdrachten en instructies geven

'Bak een ei'  is niet voldoende als je wilt dat het ei in roomboter met de sunny side up moet worden gebakken.

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 
Maak 4 groepjes (5/6 studenten)
De eerste naam krijgt een kaartje met een zin erop.
fluister de boodschap naar nummer 2 enz. 

De laatste moet de instructie uitvoeren!

Slide 28 - Tekstslide

Waar moet je aan denken als je een instructie geeft?
  • Welke kennis/vaardigheden is/zijn reeds aanwezig bij de medewerker (beginsituatie).
  • Wanneer moet de instructie plaatsvinden (tijdstip).
  • Waar moet de instructie plaats vinden (plaats).
  • Welke materialen heb je nodig bij de instructie.
  • Welke volgorde in handelingen pas je toe bij de instructie.
  • Wat wil ik de persoon leren.
  • Hoe leert de in te werken persoon. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Welk woord gebruik je in een instructie
A
Waarom
B
Pak . . .
C
Leg ...... neer
D
Wat

Slide 31 - Quizvraag

Als je een instructie geeft gebruik je lange zinnen met veel woorden.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 32 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel van instructie geven?
A
Begrijpen en onthouden van informatie
B
Geven van productinformatie
C
Iets vertellen
D
Uitleg geven

Slide 33 - Quizvraag

Oefening instructie geven
1. Stukje tekst voorlezen
2. Waar gaat het over?
3. Nog een keer voorlezen
4. Uitleg 'kapstok'
5. Oefening 3 proefpersonen
6. Analyse 

Slide 34 - Tekstslide