3.2 Werken aan leefbaarheid

Werken aan leefbaarheid
§3.2 Werken aan leefbaarheid
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Werken aan leefbaarheid
§3.2 Werken aan leefbaarheid

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht die we  d.m.v
een P.O gemaakt hebben
Wijk Delfshaven
Deze wijk bestaat uit meerdere buurten.


Jullie hebben een buurtprofiel opgesteld en onderzoek gedaan naar leefbaarheid .

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Woonkenmerk : Van wie is het huis?
-Koopwoning
-Particuliere huurwoning
-Sociale huurwoning (via een woningbouwcorporatie)

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verband tussen het woningkenmerk 'eigendom' en de kwaliteit van een buurt'?
Leg ook uit waarom!

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Leefbaarheid
De leefbaarheid breng je in beeld 
met een BUURTPROFIEL

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Sociale cohesie 
Hier op school:
-we kennen elkaar
-werken samen
-ontspannen samen (sporten, excursies)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de opdrachten 2 en 3 van paragraaf 3.2

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat is gentrification?
A
Het proces waarbij verschillende mensen meer gaan samenwerken
B
Het proces als gevolg waarvan een wijk een hoger verzorgingsniveau krijgt
C
Het proces waarbij mensen met een hoger inkomen in een armere wijk komen wonen
D
Een proces als gevolg waarvan uiteindelijk woningen worden gesloopt

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een gevolg van gentrification?
A
Toename sociale cohesie.
B
Oorspronkelijke inwoners van de wijk verdwijnen.
C
Het voorzieningenniveau in de wijk stijgt.
D
Het gemiddelde inkomen in de wijk neemt toe.

Slide 23 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij gentrification
A
urbanisatie
B
suburbanisatie
C
re-urbanisatie
D
geen urbanisatie

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Welke periode zijn deze woningen gebouwd?
A
Tijdens de industrialisatie
B
Jaren '30
C
jaren '50
D
jaren '90

Slide 28 - Quizvraag

Zet de wijken in de juiste chronologische volgorde 
(1 = het oudst)
flatwijk
arbeiders-wijk
woonerf
Vinexwijk
stads-centrum

Slide 29 - Sleepvraag

Huiswerk
Maak de opdrachten 4 en 6 van paragraaf 3.2

Slide 30 - Tekstslide