Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
9.1 Ongezond
9.1 Ongezond
1 / 36
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2,3
In deze les zitten
36 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
9.1 Ongezond
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Intro hoofdstuk
Stellingen
Uitleg 9.1 deel 1
Opdracht 'speeddaten'
Slide 2 - Tekstslide
Genotmiddelen
Slide 3 - Woordweb
Drink je wel eens alcohol?
Nee
Ja, meerdere keren per week.
Ja, meestal in het weekend.
Heel af en toe bij speciale gelegenheden.
Slide 4 - Poll
Welke soorten drugs ken je?
Slide 5 - Woordweb
Leerdoelen
Je kunt uitleggen welke factoren van invloed zijn op je gezondheid.
Je kunt uitleggen wat genotmiddelen zijn en voorbeelden noemen.
Je kunt beschrijven op welke drie manieren je afhankelijk van een genotmiddel kan zijn.
Je kunt drie manieren benoemen waarop drugs invloed hebben op je hersenen.
Slide 6 - Tekstslide
Stellingen
Ben je het ermee eens, oneens of twijfel je nog?
Kun je uitleggen waarom?
Slide 7 - Tekstslide
Af en toe een biertje drinken voor je 18e moet kunnen.
Eens
Oneens
Twijfel
Slide 8 - Poll
De verkoop van sigaretten zou voor iedereen verboden moeten worden.
Eens
Oneens
Twijfel
Slide 9 - Poll
De leeftijdsgrens voor alcohol zou verhoogd moeten worden naar 21 jaar.
Eens
Oneens
Twijfel
Slide 10 - Poll
Softdrugs (bv. wiet, lachgas) is helemaal niet zo erg om te gebruiken.
Eens
Oneens
Twijfel
Slide 11 - Poll
Alle drugs zou gelegaliseerd moeten worden.
Eens
Oneens
Twijfel
Slide 12 - Poll
Uitproberen van drugs en grenzen verkennen moet kunnen als jongere.
Eens
Oneens
Twijfel
Slide 13 - Poll
Invloeden op je gezondheid
Leefstijl
Omgeving
: bijv. stad/platteland,
maar ook mensen om je heen.
Gezondheidszorg
Slide 14 - Tekstslide
Wat is een leefstijl?
Leefstijl
= je manier van leven.
Dus je
gewoonten
van eten, drinken,
roken, slapen, schoolwerk, bewegen
en ontspannen.
Je leefstijl kies je zelf. Klopt dat..?
Slide 15 - Tekstslide
Genotmiddelen
Genotmiddelen
gebruiken mensen om zich beter te voelen.
Voorbeelden:
koffie
alcohol
sigaretten
drugs
chocolade/snoep
Is alcohol een genotmiddel? En koffie?
Slide 16 - Tekstslide
Genotmiddelen kunnen zijn vaak verslavend, waardoor je er afhankelijk van kunt worden. Dit kan op drie manieren:
Lichamelijk
: je lichaam heeft het nodig om te kunnen functioneren. Zonder krijg je
ontwenningsverschijnselen
.
Geestelijk
: je voelt je niet prettig als je het middel niet kunt gebruiken.
Sociaal
: je mist het contact met mensen waarmee je het gebruikte.
Slide 17 - Tekstslide
Wat doen drugs met je hersenen?
Drugs kunnen op drie manieren invloed hebben op je hersenen:
Verdovend
: je hersenen werken trager. Ze verminderen pijn, angst en spanning.
Stimulerend
: je hersenen werken sneller en je voelt je actiever.
Bewustzijnsveranderend
: je hersenen werken anders. Je beleeft de werkelijkheid anders.
Slide 18 - Tekstslide
Speeddaten
Je krijgt een drug toegewezen.
Maak een 'dateprofiel' voor deze drug. Gebruik het document op It's Learning.
Hiermee ga je de over twee lessen speeddaten met andere drugs.
Volgende les: toets bespreken en verder met dateprofiel maken.
Slide 19 - Tekstslide
Afsluiting
Wat heb je geleerd?
Volgende week gaan we 'speeddaten'.
Zorg ervoor dat je de info van je dateprofiel meeneemt op papier.
Slide 20 - Tekstslide
Deze les
Speeddaten
Uitleg over 9.1 deel 2
Opdrachten maken
Video
Slide 21 - Tekstslide
Speeddates!
Slide 22 - Tekstslide
Drugs
Wat ben je tijdens het maken van je dateprofiel
of het speeddaten te weten gekomen?
Harddrugs is illegaal. Daardoor weet je niet
zeker of de drugs die je krijgt geen slechte
stoffen bevatten.
Je kunt drugs daarom anoniem laten testen
in Nederland.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Blowen
Blowen
= roken van wiet/hasj, gemaakt
van cannabisplant.
Als je
'stoned'
bent, ben
je loom en verdoofd. '
High
' betekent dat je je opgewekt en actief voelt.
Cannabis versterkt je stemming. Voel je je goed, dan voel je je nog beter, maar voel je je slecht, nog slechter!
Gevaar: paniek, versnelde hartslag, duizeligheid, verslaafd raken.
Slide 25 - Tekstslide
Hulp nodig?
Mocht jij zelf hulp nodig hebben bij een verslaving of iemand die jij kent kampt met een verslaving dan kun je altijd terecht bij iemand op school.
Te denken valt aan je mentor, een docent, vertrouwenspersoon. Zij kunnen en willen je altijd een luisterend oor bieden en je helpen!
Daarnaast kan er via school hulp ingeroepen worden van externe organisaties.
Slide 26 - Tekstslide
Deze les
Wat weten jullie nog?
Laatste stukje uitleg
Aan de slag met de opdrachten!
Slide 27 - Tekstslide
Wat weten jullie nog?
Welke drie factoren hebben invloed op je gezondheid?
Op welke drie manieren kun je afhankelijk zijn van een genotmiddel?
Op welke drie manieren kunnen drugs je hersenen beïnvloeden?
Wat is het risico van drugs als je je slecht voelt, voordat je gebruikt?
Slide 28 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de mogelijke gevolgen van verslaving aan roken, alcohol en blowen beschrijven.
Je kunt gevolgen van alcohol op korte en op lange termijn noemen.
Slide 29 - Tekstslide
Roken
Drie schadelijke stoffen:
Nicotine
=
verslavende stof in tabak. Het versnelt de hartslag en vernauwt de bloedvaten -> hoge bloeddruk.
Koolstofmonoxide
= gas dat je inademt als je rookt. Hecht aan hemoglobine.
Teer
kleeft aan binnenkant van longen en beschadigt het slijmvlies.
Wat zal dat voor effect hebben?
Drie schadelijke stoffen:
Nicotine
= verslavende stof in tabak. Het versnelt de hartslag en vernauwt de bloedvaten -> slechte doorbloeding en hoge bloeddruk.
Teer
kleeft aan binnenkant van longen en beschadigt het slijmvlies.
Koolstofmonoxide
= gas dat je inademt als je rookt. Hecht aan hemoglobine.
Roken
Slide 30 - Tekstslide
Bedenk voor het kijken:
Hoeveel rookt een gemiddelde roker per dag?
20 sigaretten per pakje
Hoelang duurt het dan voordat een roker zoveel gerookt als in het filmpje?
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Video
Gevolgen van roken
Na 1 sigaret
Ziekten aan de luchtwegen:
COPD
=
chronic
obstructive pulmonary disease
Longkanker
chronische bronchitis
= bronchiën zijn steeds ontstoken en slijmvlies maakt meer slijm aan. Moeilijker om te ademen.
longemfyseem
: longblaasjes klappen, je kunt minder zuurstof opnemen in het bloed.
Slide 33 - Tekstslide
Alcohol (ethanol)
Alcohol
is een gifstof, het verdooft je hersenen. Je kunt er
aangeschoten
of
dronken
van worden.
Alcoholvergiftiging
= hersenen vallen
uit en je kunt in coma raken (na
comazuipen
).
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Video
Opdrachten
Basis: 11, 13 t/m 15, 18, 19, 21 t/m 23, 27
Kies hiervan zelf 6 opdrachten uit om te maken!
Weektaak: 6 gekozen opdrachten afmaken
Slide 36 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
9.1 Ongezond
November 2022
- Les met
35 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2,3
9.1 Ongezond
Januari 2023
- Les met
45 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2,3
9.1 Ongezond
Januari 2023
- Les met
43 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2,3
9.1 ongezond
Februari 2023
- Les met
11 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
9.1 Ongezond
December 2023
- Les met
48 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 9. Gezondheid - Paragraaf 9.1 Ongezond
September 2022
- Les met
22 slides
Biologie / Verzorging
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Genotmiddelen opdracht
Oktober 2022
- Les met
17 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
10.4
Februari 2019
- Les met
32 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 2