H7.2

VWO 4 
7.2 Het ancien régime

Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- welke sociale verhoudingen er waren in Frankrijk.
- hoe vorsten streefden naar verlicht absolutisme.
- welke sociale verhoudingen er waren in Nederland.


KA: voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VWO 4 
7.2 Het ancien régime

Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- welke sociale verhoudingen er waren in Frankrijk.
- hoe vorsten streefden naar verlicht absolutisme.
- welke sociale verhoudingen er waren in Nederland.


KA: voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).

Slide 1 - Tekstslide

Geef per uitspraak aan of het over Verlichting gaat of niet.

Balthasar Bekker bestreed in zijn boek 'De betoverde weereld 'het geloof in demonen
Gilbert White observeerde en registreerde het weer, de trek van de vogels en het gedrag van zijn goudvissen in hun kom. 
Absoluut vorsten stelden dat God hen had aangesteld om over hun onderdanen te regeren.
Aan Lodewijk XIV wordt vaak de quote 'l'etat, c'est moi!' ("de staat, dat ben ik!") toegeschreven.
timer
1:00
Verlichting
Geen Verlichting
Verlichting
Geen Verlichting

Slide 2 - Sleepvraag

Zet de kenmerken van de Verlichting in het Schema, twee per vakje.
timer
1:00
Sociaal
Godsdienst
Economie
Politiek
Scheiding kerk en staat
Vrijheid
Vrije handel
Scheiding der machten
Religieuze tolerantie
Eigenbelang
Gelijkheid
Volkssoevereiniteit

Slide 3 - Sleepvraag

16e eeuw
17e eeuw
18e eeuw
Vroegmoderne         Periode
< Middeleeuwen
Moderne Periode >
timer
1:00
Wetenschap-pelijke Revolutie: 
Verlichting: 
Renaissance:
nadenken, niet zomaar geloven.  
geloof in de vooruitgang.
waarneming & experiment.

Slide 4 - Sleepvraag

VWO 4 
7.2 Het ancien régime
De Franse samenleving
Frankrijk was hét land van de verlichting, maar ook die van de onvrijheid.
In 1734 publiceerde Voltaire een boek waarin hij de constitutionele monarchie van Groot-Brittannië prees.--> censuur --> trok zich gedwongen terug in een kasteel ver buiten Parijs.

                                                                     Ancien régime:
                                                                      Het bestuur van vóór de democratische                                                                              revoluties. Bestuur van Lodewijk XIV,                                                                                Lodewijk XV en Lodewijk XVI zijn hier                                                                              voorbeelden van.
Standenmaatschappij ingedeeld d.m.v. geboorte.



Niet iedereen kon lezen, zeker niet in de 3e stand.
Maar spotprenten? Die begreep iedereen!
Deze spotprenten werden meestal gemaakt door de bourgeoisie.
Voltaire:
Het grootste deel van de bevolking moet zich laten leiden door de adel of geestelijkheid
Jean Jacques Rousseau:
Alle mensen zijn van nature gelijk.

Slide 5 - Tekstslide

Letterlijk: het oude bestuur
Bestuurssysteem van voor de Franse Revolutie, waarbij de vorst veel macht heeft en er standen zijn met eigen voorrechten. 
Dit is Voltaire. De franse Verlichter die wegens zijn ideeën wordt verbannen uit Frankrijk. Zijn ideeën zijn namelijk bedreigend voor de vorst (Lodewijk XVI) van Frankrijk
verbeelding van het Ancien Regime; de derde stand wordt door de eerste en tweede stand gebruikt. De derde stand draagt alle lasten.

Slide 6 - Tekstslide

VWO 4 
7.2 Het ancien régime
Verlicht absolutisme
Absolutisme= Lodewijk XVI   <--> Verlicht absolutisme = Frederik de Grote 
Koning van Pruisen (1740-1786) en vriend van verlicht denker Voltaire.
'' Alles voor het volk, niets door het volk!''

Verlicht omdat;
- Hij zag zichzelf niet als een dienaar van God, maar als 'eerste dienaar van de staat'.
- Stond godsdienst- en persvrijheid toe en gaf zelfs asiel aan een schrijver die hem belachelijk maakte en aan wie hij zich ergerde.
- Verbood het martelen: idee dat misdaad niet voortkwam
uit slechtheid, maar domheid.
- Domheid bestrijden was het doel

Absoluut omdat;
- Hij vond dat hij absolute macht moest houden.
- Hij hield de voorrechten van de adel. De junker (plattelandsedelen), heersten als vorsten over hun boeren. Hij had de junker nodig voor zijn leger (officieren).
Middeleeuwse hofstelsel was nog intact.
Frederik de Grote 

Slide 7 - Tekstslide

Sleep het aspect naar de betreffende vorst
Frederik de Grote van Pruisen
Lodewijk XVI van Frankrijk
Absolutisme
Verlicht absolutisme
Godsdienstvrijheid
Katholieke geloof
Alles voor het volk, niets door het volk
Droit divin

Slide 8 - Sleepvraag

VWO 4 
7.2 Het ancien régime
Verlicht absolutisme
Catherina de Grote , de Russische keizerin (1762 - 1796) correspondeerde met Voltaire en probeerde het verlicht absolutisme. 
Geboren Duitse prinses wist met behulp van een samenzwering tegen de tsaar, de macht te pakken. Doordat de Russische elite niets moest hebben van de verlichte hervormingen, kwam er uiteindelijk weinig van terecht.

De Oostenrijkse keizer Jozef II (broer Marie-Antoinette) ging in zijn 10 jaar van zijn regering nog verder dan Frederik de Grote.
- Gelijke belastingen
- Gelijke rechten voor joden.
Na zijn dood werden deze hervormingen door de kerk en adel teruggedraaid.


Catherina de Grote
Moord op de tsaar Peter.
Keizer Jozef II van Oostenrijk.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Leg uit op welke manier je verlichting terug ziet in de trailer?

Slide 11 - Open vraag

VWO 4 
7.2 Het ancien régime
De Nederlandse samenleving
Toen stadhouder Willem III kinderloos stierf, begon 
er in 1702 een tweede stadhouderloos tijdperk.
In Nederland was na 1702 de economische bloeitijd voorbij: de Republiek had hoge schulden en de regenten werden rijker door grote bedragen aan de overheid te lenen. Die overheid moest daarop de belastingen verhogen waarop de onvrede bij de bevolking groeide.​
 
Toen in 1747 Franse troepen de Republiek binnentrokken riep het volk om Oranje. Het stadhouderschap werd erfelijk: met Willem IV en V begon de Republiek op een monarchie te lijken. Pogingen om het verval te keren liepen op niets uit: de regenten bleven zichzelf verrijken, de schulden van de Republiek bleven groeien.​




Bekijk de video tot 12:52

Slide 12 - Tekstslide

VWO 4 
7.2 Het ancien régime
Aan de slag!
- Kijk de Eindopdrachten 7.1 via Teams na.
- Maak de gedeelde LessonUp af + eindopdrachten 7.2

Slide 13 - Tekstslide

Beschrijf van Nederland in de 18e eeuw:
- hoe regenten zich gedroegen , voor 1747 en erna en
- hoe de positie van de stadhouder veranderde.

Slide 14 - Open vraag

Gebruik de bron. Aan de prent zijn oorzaken voor de onvrede over het Franse ancien régime te ontlenen. Leg telkens met een bronelement uit dat de tekenaar:
- een economische oorzaak van de onvrede en
- een sociale oorzaak ervan in zijn prent heeft verwerkt.

Slide 15 - Open vraag

Welke uitleg hoort bij welk begrip?
censuur
rationeel optimisme
ancien régime
sociaal contract
verlicht absolutisme
Toezicht op publicaties
Een regeerwijze waarbij de vorst op absolute wijze regeert en streeft naar het bevorderen van het welzijn van het volk.
De bestuurlijke en sociale verhoudingen in de tijd van voor de Franse Revolutie, die werden gekenmerkt door een standensamenleving en absolutisme.
Denkbeeldig verdrag tussen de mensen onderling om een politieke samenleving of staat te vormen.
Het vertrouwen dat de samenleving beter en eerlijker kan worden door het gebruik van de ratio.

Slide 16 - Sleepvraag

Catherina de Grote
Lodewijk XIV
Frederik de Grote
Willem III
Nederland
Rusland
Pruissen
Frankrijk
Wel absolutisme
Wel absolutisme
Wel absolutisme
Geen absolutisme
Verlicht
Verlicht
Niet verlicht
Niet verlicht

Slide 17 - Sleepvraag

Verlichting
Ancien Regime
rationalisme

traditie
gelijkwaardigheid
Trias Politica 
onderzoek en experiment

standenmaatschappij

absolutisme
natuurrechten 

Slide 18 - Sleepvraag

Gebruik afbeelding 7.10. Leg uit dat de afbeelding past bij het kenmerkend aspect van deze paragraaf.

Slide 19 - Open vraag

Lodewijk XIV zei: 'ik ben de staat'. Frederik de Grote vond: 'alles voor het volk, niets door het volk'. Leg uit wat het verschil is.

Slide 20 - Open vraag