Examenvoorbereiding 6V: bespreking examen 2024 1

Examenvoorbereiding 6V: bespreking examen 2024 1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Examenvoorbereiding 6V: bespreking examen 2024 1

Slide 1 - Tekstslide

Eerste indruk
Kijk naar je antwoorden:
  • Ziet het er verzorgd uit of zie je een hoop gekras?
  • Is je handschrift leesbaar?
  • Sla je een regel over tussen de antwoorden?
  • Beginnen je zinnen met een hoofdletter?

Slide 2 - Tekstslide

Leesronde 1
Oriëntatie op de tekst
-vragen(onderstreep!)
-Titel
-Eerste alinea/slot
-Kernzinnen(onderstreep!)
-Auteurs


Slide 3 - Tekstslide

Leesronde 2
Precies lezen
-Lees de tekst helemaal.
-Onderstreep wat belangrijk is.
                   - kernzinnen
                   - woorden die samenhangen met de deelonderwerpen
                   - signaalwoorden
                   - namen van mensen die worden geciteerd
                   - opvallend taalgebruik
                   - vragen op basis van je oriëntatieronde (standpunt?)

Slide 4 - Tekstslide

Leesronde 3
Vragen beantwoorden & lezen
-Lees de vraag.
-Ga naar het relevante tekstgedeelte.
-Lees het tekstfragment met de vraag in je gedachten.
-Blijf bij het formuleren van het antwoord dichtbij de tekst.

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 1
- ontrafelen = helder krijgen = uitleggen  
alinea 5: hier stopt deel 2
alinea 6: pulp (en dat is niet hetzelfde als lectuur, lectuur is prima, pulp is niet best)
alinea 7: schadelijkheid verhalen

Goed antwoord (1):
alinea 6 of
alinea 7

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 2


Let op het woord waarschijnlijk. ->  Wat is het logische, beste antwoord?
 
A: 'geheel los van' -> sterk uitgedrukt. Natuurlijk staat de lezer niet los van de ontlezing. Bovendien: het staat niet in de tekst
B: Verergeren? Nee, staat ook niet in de tekst
C: Lezers en verhalen zijn twee verschillende zaken, die kun je prima scheiden
D: Ook andere zaken doen ertoe. Denk bijvoorbeeld aan de promotie van jeugdliteratuur, aan het vervangen van de term fictie door jeugdliteratuur in het curriculum.

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 3

2 punten - Je antwoord moet dus uit twee elementen bestaan. 

Standpunt staat in de vraag

Terug naar alinea 5! 
Redenering
Vergelijking 
Conclusie = standpunt

Je zult hier erg goed moeten lezen en duidelijk moeten formuleren.









Slide 8 - Tekstslide

Vraag 3
Bijvoorbeeld: kinderen krijgen helemaal geen hulp van leraren of opvoeders. De kinderen volgen de campagne van de overheid, die wordt betaald met overheidsgeld. 

0 punten - Te algemeen en niet nauwkeurig genoeg. Waar krijgen de kinderen geen hulp bij?

De Bijvoorbeeld: Nederlandse overheid zal haar eigen cultuuronderwijs serieuzer moeten nemen. De shortlist zou moeten worden opgesteld door specialisten die kwalitatieve jeugdliteratuur kiezen, in plaats van door de jeugd, die zelf boeken kiest zonder voorselectie of instructie door leraren of opvoeders. 

2 punten

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 4


2p - Je antwoord moet weer uit twee elementen moeten bestaan.
Citaat - regel 55-57
"Verderop in tekst 1" - zoekend lezen -> Wat moeten we/de overheid doen om het eigen cultuuronderwijs serieuzer te nemen? 
Alinea 11: promotie van echte jeugdliteratuur
Alinea 13: stel kwaliteitseisen aan hetgeen dat gelezen wordt op school + fictie vervangen door jeugdliteratuur
Alinea 14: shortlist laten opstellen door specialisten



Slide 10 - Tekstslide

Vraag 4
-Streepje 1 moet een financieel element bevatten. Zie eerste zin alinea 11. Alleen het noemen van 'promoten' volstaat niet.
-Streepje 2: kwaliteit
-Streepje 3: deskundigen 

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 5




Belangrijk is dat de twee kenmerken toepasbaar zijn op zowel fastfood als boeken. 

Wat wordt er gezegd over voedsel?
titel -> fastfood -> schadelijk
alinea 5 -> lekker, maar ongezond eten
Wat wordt er gezegd over de boeken op de shortlist?
alinea 7 -> jagen van kick naar kick, inhoudelijk armoedig, zelfs schadelijk

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 5

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 6








-Zinsgedeelte = geen hele zin
-Vraag is parafrase van zin 2 uit alinea 7
-Wij citeren uit alinea 8

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 6
-Citeren moet volgens bepaalde regels!
-Volledigheid doet ertoe!
-Steevast & altijd -> deze elementen benadrukken het systematische karakter dat hoort bij seksisme en racisme. 
-Je leert hiervan dat je niet te veel
en niet te weinig moet citeren.

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 7


Wat is een mooie lezer? Kijk hiervoor in alinea 10-12. = eerste regel van alinea 10. 'Zulke lelijke teksten' verwijst naar boeken in de stijl van Wallis de Vries. 
Alinea 10: literaire competenties - jonge lezers hebben deze nog niet, mooie lezers blijkbaar wel.
Alinea 11: "Verhalen kunnen je leren hoe je leren hoe je betekenis kunt geven aan de wereld. Hoe je gevoelens, relaties, maar om maatschappelijk verhoudingen kunt begrijpen en hoe je er taal voor kunt vinden. Ze bieden de sleutel tot een volwassen, ethische houding - Blijkbaar is dit wat een mooie lezer doet met mooie verhalen.
Alinea 12: Jeugdliteratuur - toelichting op wat het biedt

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 7









Geen punt waard, waarom niet?
Een goede lezer is in staat zijn persoonlijkheid te vormen en zijn opvattingen te toetsen tijdens het lezen van boeken.

Slide 17 - Tekstslide

Wat weet je nu?
  • Je antwoord moet volledig, nauwkeurig en expliciet zijn. Maak je redenatie af. 

  • Je antwoord moet echt overeenkomen met het antwoordmodel. Om dit te bereiken blijf je dichtbij de tekst. 


 

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 8


-Je moet echt een hele zin citeren. - uit alinea 7- 10
-Verkort citeren mag: "Literatuur draagt... aan burgerschap." r. 151-152)
-Empathisch en seksistisch/racistisch -> tegenpolen 


Slide 19 - Tekstslide

Vraag 9

Slide 20 - Tekstslide