P7 - Les 7 - Aandoeningen bewegingsapparaat (2)

Periode 7 - Les 7 - AFP
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Periode 7 - Les 7 - AFP

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling over SLE.
het betreft een chronische inflammatoire ziekte, die met name voorkomt bij vrouwen op latere leeftijd.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

B - Niet waar. 
SLE treft met name vrouwen in de vruchtbare leeftijd (20-40 jr)
Wat zijn prodromale symptomen?
A
symptomen die horen bij RA (reumatoïde artritis)
B
symptomen die horen bij gewrichtsaandoeningen
C
Symptomen die wijzen op een ernstige complicatie
D
Symptomen die voortekenen zijn van een ziekte

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stof wordt er toegediend bij scintigrafie?
A
radioactieve stof
B
jodium
C
contrastvloeistof

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Radio-actieve markers gekoppeld aan suiker.
Wittere kleuring bij verhoogd metabolisme.
Oorzaak: oa groei, ontsteking, tumor, traumata

Verminderde kleuring:
oa vaatlijden
obstruerende tumor

Hoe wordt een bult in de knieholte genoemd?

Bij welke aandoening(en) hoort dit symptoom?
A
Knieholte-cyste o.a. bij RA en artrose
B
Kniekuil-cyste o.a. bij RA en artrose
C
Knieholte-cyste Alleen bij RA
D
Kniekuil-cyste Alleen bij RA

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kniekuil-cyste
Een bult in de knieholte heet een kniekuil-cyste.
De bult doet meestal geen pijn.
In de bult zit slijm uit het gewricht van de knie.
De bult ontstaat doordat er te veel slijm in het gewricht zit.
Dit komt door een probleem in de knie. Zoals een kneuzing, artrose of reuma.
Soms gaat de bult vanzelf weg

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk ziekte past
dit het meeste?
A
Syndroom van Sjögren
B
RA
C
SLE
D
Artrose

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Syndroom van Sjögren

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reumafactoren zijn
A
Klachten die kunnen wijzen op reuma als ze langer bestaan dan 6 weken
B
Antistoffen in het bloed en CCP.

Slide 10 - Quizvraag

A is het goed antwoord:
- reumafactor is een speciaal eiwit in het bloed, die met de afweer te maken heeft
- Anti-CCP= antistof gericht tegen cyclisch gecitrulleerd peptide
Één van de symptomen van SLE is: chronische "livide rode" uitslag.
Waar zie je dit?
A B C D
A
afbeelding A
B
Afbeelding B
C
Afbeelding C
D
Afbeelding D

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week
Aandoeningen bewegingsapparaat (2)
- Artrose
- Ganglion
- Osteoporose
- Fracturen
- Compartimentsyndroom
           

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

artrose



1.1.miljoen Nederlanders
verdwijnen van gewrichtskraakbeen
hierdoor scheurtjes en holtes in botten (cysten)
bot probeert net als bij breuk te herstellen: knobbels bot

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week
Aandoeningen bewegingsapparaat (2)
- Artrose
- Ganglion
- Osteoporose
- Fracturen
- Compartimentsyndroom
           

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ganglion
Is een cyste in het kapsel van een gewricht of in een pees.
Komt het meest voor aan de pols
Gaat meestal vanzelf over.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week
Aandoeningen bewegingsapparaat (2)
- Artrose
- Ganglion
- Osteoporose
- Fracturen
- Compartimentsyndroom
           

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Osteoporose
osteo = bot
porose = poreus, afbrokkelend

Bij osteoporose wordt er meer bot afgebroken dan aangemaakt

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Osteoporose
Osteoporose: Afbraak > Aanmaak

  • ->  poreuze botten
  • Ouderdom, weinig beweging, roken, alcohol
  • Vitamine D, calcium, ondergewicht (oestrogeen in vet)
  • Vrouwen vaker dan mannen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Osteoporose
Gevolgen: 
  • Fracturen (botbreuken): Heup, pols
    - Operatie noodzakelijk: kan fataal zijn
  • Inzakkingsfractuur: Wervels zakken in elkaar
    - Ouderen worden 'kleiner'

Diagnose en Preventie: Botdichtheidsonderzoek
  • Veel bewegen, niet roken, niet teveel drinken, zonlicht (vit D), calcium

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week
Aandoeningen bewegingsapparaat (2)
- Artrose
- Ganglion
- Osteoporose
- Fracturen
- Compartimentsyndroom
           

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extremiteitstrauma
  • Behandeling fractuur afhankelijk van complexiteit breuk
  • Vaten afgekneld of beschadigd door breuk 
  • Door beknelling --> wekendelentrauma. Beschadiging aan weefsel, spier of zenuwen (crushletsel) 
  • Hematoom :Bloeding als gevolg of ernstige beschadigingen van het weefsel 
  • Luxatie: ''uit de kom'' 
  • Distorsie: Verstuiking

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fracturen
Symptomen:
  • abnormale stand
  • pijn
  • zwelling
  • functieverlies
Behandeling:
  • correctie 
  • rust door fixatie

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fractuur
Gesloten
Open
Huid is intact
Bot steekt door huid heen
Ongecompliceerd
Gecompliceerd

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fracturen 
Indeling naar oorzaak
Benaming
Omschrijving
Voorbeeld
Traumatisch
Van buitenaf inwerkend geweld
Ongeval
Pathologisch
Ziekte
Osteoporse
Maligniteit
Stress
Overbelasting
Marsfractuur

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fracturen - Breuklijn

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties 
  • avasculaire necrose  
  • compartimentsyndroom (m.n. onderbenen en voeten)
  • trage/afwezige botgenezing, schijngewricht
  • vaat/zenuwletsel 
  • vetembolie
  • osteomyelitis

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week
Aandoeningen bewegingsapparaat (2)
- Artrose
- Ganglion
- Osteoporose
- Fracturen
- Compartimentsyndroom
           

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Bij een compartimentsyndroom (CECS, chronic exertional compartment syndrome) ontstaat door een te hoge druk in de spieren, na of tijdens sporten of wandelen, pijn en krampen in het onderbeen. Het kan op alle leeftijden voorkomen, maar meestal jonge mensen.
Symptomen
De klachten die horen bij het compartimentsyndroom treden vaak op bij forse inspanning, bijvoorbeeld tijdens hardlopen of motorcrossen. Veelvoorkomende klachten aan het onderbeen of de onderarm zijn:
  • Pijn en stijfheid
  • Een gespannen gevoel
  • Verminderde controle
  • Tintelingen in de omgeving van de grote teen of de teen daarnaast
  • In het geval van het acute compartimentsyndroom: hevige pijn en niet goed meer kunnen bewegen van de grote teen
Oorzaak
Tijdens inspanning moet er meer bloed naar het onderbeen, om de spieren harder te laten werken. De spier kan hierdoor te veel gaan zwellen en zo te strak in zijn omhullende vlies komen te zitten. Vergelijk het met een ‘te strakke jas om een te dikke buik’. Daardoor ontstaat een te hoge druk in deze spieren.
Onderzoek
De arts voelt aan alle spieren van het onderbeen en beoordeelt de spierspanning. Denkt hij dat u mogelijk een compartimentsyndroom heeft, dan wordt een drukmeting door de sportarts verricht. Dit gebeurt via een dun slangetje waardoor de druk in de spier kan worden bepaald.
Behandeling
Wanneer symptomen en drukmeting beide wijzen in de richting van een compartimentsyndroom, wordt door de sportarts een aantal adviezen gegeven. Mocht het na enige maanden niet beter gaan, kan een operatie worden verricht waarbij het vlies wordt geopend en de spier weer normaal kan zwellen. Dit gebeurt meestal via een dagbehandeling, onder narcose of via een ruggenprik.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

paresthesieën zijn abnormale gevoelsgewaarwordingen die zich beperken tot het gebied van een zenuwwortel zoals tintelingen, doofheid, gevoel van elektrische stroom door je lichaam, verlies van warmte- en koudegevoel of zelfs volledige gevoelloosheid.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
Aandoeningen bewegingsapparaat (3)
- Ziekte van Bechterew 
 - Fybromyalgie
- Jicht en pseudo-jicht 
 - Ziekte van Lyme


Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Lees: * IGC: hoofdstuk 3 3.1 t/m 3.12
Bekijk:  https://youtu.be/TL4djP8eyos (Osteoporose)
                https://youtu.be/OY4wwAW1Zko (Atrose)
                https://youtu.be/cdX57EhwvGk (Fracturen)
            
Maak: Opdracht 6 – Algemene fractuurleer etc. (inleveren in Teams)

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Video

Deze slide heeft geen instructies