Vwo paragraaf 10.3

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Vandaag

Uitleg paragraaf 10.3

Opgaven maken (10.2 af, 10.3 begin)

Lesafsluiting

Leerdoelen

• Je kent de ethers en alkoxyalkanen
• Je weet wat een aldehyde is
• Je weet wat een keton is
• Je kan bovenstaande karakteristieke groepen gebruiken in de naamgeving van koolwaterstoffen

Ether

Een ether is een stof met de volgende groep:

Hierin is R en R' een groep die met een koolstof aan de O bindt

Alkoxyalkaan

Een subgroep van de ethers zijn de alkoxyalkanen

Hierin zijn R en R' beide alkylgroepen

Bijvoorbeeld:

Dit is methoxyethaan

Methyl gebonden door zuurstof aan ethaan

Aldehyde

Een aldehyde is een stof met de volgende groep:

Hierin is R een waterstof of een koolwaterstofketen 

R voldoet aan de formule CnH2n+1

Aldehyde

Aldehyde krijgt het achtervoegsel -al

Aldehyde zit altijd op de eerste (of eerste en laatste) C, dus nummer is niet nodig

Als er ook een zuurgroep in het molecuul zit, krijg je het voorvoegsel oxo- om de aldehydegroep aan te geven

Aldehyde

Deze stof heet:

Propanal

Keton

Een keton is een stof met de volgende groep:

Hierin is zowel R1 als R2 een groep die met een koolstof gebonden zit

Keton

Keton krijgt het achtervoegsel -on

Ketonen zitten nooit op de eerste of laatste C, een nummer kan dus nodig zijn

Als er ook een zuurgroep in het molecuulzit, krijg je het voorvoegsel oxo- om de ketongroep aan te geven

Keton

Deze stof heet:

Propanon 

Ook bekend als aceton

Aan de slag

Maak opgaven 14 t/m 21 af (paragraaf 10.2)

Maak opgaven 22, 23, 25 t/m 27, 29 t/m 34