H3 Lezen herhaling H1

Nederlands 27-10
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Proefwerkweek
  3. Herhaling H1, H2 & H3
  4. Opdrachten maken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 27-10
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Proefwerkweek
  3. Herhaling H1, H2 & H3
  4. Opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

Proefwerkweek
Wat moet je kennen en kunnen voor de toets?

H1: hoofdzaken & hoofdgedachte

H2: Tekstdoel & tekstpubliek

H3: Verbanden & signaalwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn hoofdzaken in een tekst?
A
Wat belangrijk is in een tekst
B
Wat minder belangrijk is in een tekst

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea

Slide 4 - Quizvraag

Waar in de alinea staat de belangrijkste zin?
A
In het midden
B
Meestal aan het begin, soms aan het einde
C
Altijd aan het einde
D
Die kan overal staan

Slide 5 - Quizvraag

Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken

Slide 6 - Quizvraag

HOOFDZAKEN
- wat belangrijk is in een tekst
- hoofdzaken lees je vaak in de inleiding, in het slot en in de kernzin van elke alinea
- tussenkopjes en anders gedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden

Slide 7 - Tekstslide

KERNZINNEN
- in een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak

- andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen

- een kernzin is vaak de eerste of de laatste zin van de alinea

Slide 8 - Tekstslide

HOOFDGEDACHTE van een tekst


- het belangrijkste van een tekst kan 

in één zin samengevat worden:
de hoofdgedachte

Slide 9 - Tekstslide

HOOFDGEDACHTE van een tekst
  1.  je vindt de hoofdgedachte van een tekst door eerst het onderwerp te vinden.
  2. Daarna stel je de vraag:
Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?

- de hoofdgedachte van een tekst staat vaak in de inleiding of in het slot van een tekst

 

Slide 10 - Tekstslide

Verschil onderwerp en hoofdgedachte
Onderwerp:
  1. Geef je in een tot drie woorden weer
  2. Dit mag je nooit in een hele zin weergeven

Hoofdgedachte:
  1. Vertel je in een hele zin
  2. Je geeft het belangrijkste van de tekst in een zin weer.

Slide 11 - Tekstslide

Wat staat er vaak in een kernzin?
A
Minder belangrijke dingen
B
Een samenvatting
C
Een hoofdzaak
D
Een tussenkopje

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat

Slide 13 - Quizvraag

Waar staat de hoofdgedachte van een tekst vaak?
A
In het middenstuk
B
In de samenvatting
C
In de inleiding of in het slot
D
Dat kun je nooit weten

Slide 14 - Quizvraag

Opdrachten maken
Maak de volgende opdrachten:
basis: 1 t/m 4 op blz. 82-87
kader: 1 t/m 4 op blz. 82-89

Opdrachten die niet af zijn, zijn huiswerk voor donderdag 29-10

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide